v5 semaine 49

v5 semaine 49
A: Les objectifs de la semaine 
B: corrigez vos devoirs de la semaine dernière
C: GRAMMAIRE I  / ex 11
E : • Littérature : les lumières
• U3 : grammaire I/II :U3 : exercice s25 / 26
À faire: Au cahier : u3 : ex 11 – 14 et 18, 27
• Préparer la présentation/ Apprendre p 111 (u3)

D:  ex 13/14, 18
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

v5 semaine 49
A: Les objectifs de la semaine 
B: corrigez vos devoirs de la semaine dernière
C: GRAMMAIRE I  / ex 11
E : • Littérature : les lumières
• U3 : grammaire I/II :U3 : exercice s25 / 26
À faire: Au cahier : u3 : ex 11 – 14 et 18, 27
• Préparer la présentation/ Apprendre p 111 (u3)

D:  ex 13/14, 18

Slide 1 - Diapositive

v5 semaine 49

Slide 2 - Diapositive

A : objectif
Il faut que vous fassiez connaissance avec le subjonctif. Quoiqu'on ne l'utilise pas vraiment en néerlandais, il faut savoir ce que c'est. 

Slide 3 - Diapositive

B:  corrigez vos devoirs

Slide 4 - Diapositive

• Au cahier ;u3 : 6-9
Exercice 6    A 1 = f / 2 = b .3 = a / 4 = e / 5= d / 6= c
B Eigen antwoord.

Exercice 7 – mise en route ~ vocabulaire
1 C weet te / kan
2 C het me nooit gaat lukken
3 C scheiden
4 C van dienst zijn
5 C twijfels
6 A een voeding
7 A evenwichtig
8 C verpest
9 B druk
10 B de bijsluiter
Exercice 8 – compréhension globale
1 A conseiller
2 a II Avec méthode
 b I Situations stressantes
 c V Avec philosophie
 d III Avec la tête
 e IV Avec le ventre

Exercice 9 – 1 B, C, D, E
2 a Uitgebalanceerde voeding en sport.
 b Een goed voedingspatroon is goed tegen vermoeidheid en geïrriteerd zijn, aspecten waardoor stress kan toenemen.
  Sporten helpt te ontspannen en zorgt voor een goed slaapritme, ook als de druk hoger wordt.
3 a Als je het gevoel hebt dat je de controle verliest.
 b Je moet de tijd nemen om de situatie te analyseren zodat je hoofd- en bijzaken kunt scheiden en inschatten welke mogelijkheden er zijn om de problemen op te lossen.
4 C
5
 préfix context lijkt op vertaling
un oral Engels een mondeling (examen)
impossible im- Engels onmogelijk
reconnaître re- connaître herkennen
esprit votre corps et esprit geest
inspirer in- inademen
bloquer Nederlands blokkeren
expirer ex- uitademen
reprendre re- weer nemen
sommet des pieds au sommet de la tête top (sommet de la tête = kruin); van top tot teen
6 Door de buik ademhalen: langzaam inademen, zodat je buik uitzet, je ademhaling even vastzetten en dan langzaam uitademen.
Je uitrekken: je van top tot teen uitrekken, gapen, dan alles in één keer loslaten / je hele lichaam in één keer ontspannen.
7 a Stress kan je leven verpesten.
 b positief
 c D toch
8 a faux
  Justification : Votre corps mobilise …
 b vrai
  Justification : C’est cet état de stress …
 c vrai
  Et c’est grâce …
9 a Als je snel belangrijke beslissingen moet nemen ...
 b De subjonctif.
10 een gebruiksaanwijzing / bijsluiter
11 a 4
 b 1
 c 2
 d 3
12 Voorbeeldantwoord:
Ik kies in eerste instantie voor de oplossing: gaan sporten. Ik weet uit ervaring dat dat goed helpt tegen stress. Het medicijn ‘Millepertuis, gélule’ lijkt weliswaar een onschuldig middel te zijn, maar het blijft een medicijn en dat heeft niet mijn voorkeur.








Slide 5 - Diapositive

5 préfix context lijkt op vertaling
un oral Engels een mondeling (examen)
impossible im- Engels onmogelijk
reconnaître re- connaître herkennen
esprit votre corps et esprit geest
inspirer in- inademen
bloquer Nederlands blokkeren
expirer ex- uitademen
reprendre re- weer nemen
sommet des pieds au sommet de la tête top (sommet de la tête = kruin); van top tot teen
6 Door de buik ademhalen: langzaam inademen, zodat je buik uitzet, je ademhaling even vastzetten en dan langzaam uitademen.
Je uitrekken: je van top tot teen uitrekken, gapen, dan alles in één keer loslaten / je hele lichaam in één keer ontspannen.
7 a Stress kan je leven verpesten.
 b positief
 c D toch
8 a faux  Justification : Votre corps mobilise …
 b vrai   Justification : C’est cet état de stress …
 c vrai  Et c’est grâce …
9 a Als je snel belangrijke beslissingen moet nemen ...
 b De subjonctif.
10 een gebruiksaanwijzing / bijsluiter
11 a 4
 b 1
 c 2
 d 3
12 Voorbeeldantwoord:
Ik kies in eerste instantie voor de oplossing: gaan sporten. Ik weet uit ervaring dat dat goed helpt tegen stress. Het medicijn ‘Millepertuis, gélule’ lijkt weliswaar een onschuldig middel te zijn, maar het blijft een medicijn en dat heeft niet mijn voorkeur.








Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Unité 3 Grammaire II

Slide 8 - Diapositive

L'explication du subjonctif

Slide 9 - Diapositive

In het Nederlands noemen we deze tijd de aanvoegende wijs. 
voorbeelden:
       > Lang leve de koning!
       > Het ga je goed!
       > Het zij zo.


Slide 10 - Diapositive

In het Frans: 
     Hoofdzin                  que               bijzin
 

1. wil of wens   
2. noodzaak
3. gevoel                                                   subjonctif
4. twijfel
5. (on)mogelijkheid

Slide 11 - Diapositive

Exemples
1. Werkwoorden die een wil of wens uitdrukken in de HZ:




Je voudrais que tu fasses tes devoirs maintenant.
Mes parents préfèrent que je sois rentré à minuit.

Slide 12 - Diapositive

2. Werkwoorden die noodzaak uitdrukken in de HZ:


Il faut que tu partes tout de suite.
Il est nécessaire que tu finisses avant midi.
Il est indispensable que tu viennes à ma fête.

Slide 13 - Diapositive

3. Werkwoorden die een gevoel uitdrukken in de HZ:



C'est dommage que tu n'aies pas de frères et soeurs.
Je suis contente que tu sois venue!
J'ai peur qu'il prenne trop de sucre.
Je m'étonne qu'il ne soit pas là.

Slide 14 - Diapositive

4. Werkwoorden die twijfel uitdrukken in de HZ:





Je suis sûr qu'il viendra. | Je ne suis pas sûr qu'il vienne.
Il est peu probable que tu sois accepté à ces études.
Crois-tu que tu ailles avoir le bac?

Slide 15 - Diapositive

5. Werkwoorden die een (on)mogelijkheid uitdrukken in de HZ:


Il est possible que je prenne le bus ce soir.
Il se peut que nous finissions avant 4 heures.

Slide 16 - Diapositive

De subjonctif wordt ook gebruikt na een  aantal voegwoorden:

avant que  (voordat) : Maquille-toi avant que tu sortes.
bien que  (hoewel): Je pars à vélo, bien que je sache qu'il pleuvra.
quoique (hoewel)
jusqu'à ce que (totdat): Reste ici jusqu'à ce que je revienne.
pour que (opdat)
afin que (opdat)
sans que (zonder dat)
pourvu que (op voorwaarde dat, mits)
à condition que (op voorwaarde dat, mits)
à moins que (tenzij)

Slide 17 - Diapositive

Je gebruikt nooit een subjonctif na :
espérer
J'espère que tu as bien dormi.
J'espère que tu dormiras bien.

Je crois que je viendrai à ta fête.
Je pense que je vais être en retard.

alle andere voegwoorden:
Il est venu après que je suis parti.
etc.


Slide 18 - Diapositive

Hoe maak je de subjonctif?
regelmatige ww:
stap 1: ils-vorm présent
stap 2: Haal -ent eraf
stap 3: Zet achter de stam die je over houdt
-e
-es
-e
-ions
-iez
-ent 

Slide 19 - Diapositive

De subjonctif van onregelmatige werkwoorden:


être : sois - sois - soit - soyons - soyez - soient
avoir: aie - aies - ait - ayons - ayez - aient
aller: aille - ailles - aille - allions - alliez - aillent
faire: fasse - fasses - fasse - fassions - fassiez - fassent
prendre: prenne - prennes - prenne - prenions - preniez - prennent
pouvoir: puisse - puisses - puisse - puissions - puissiez - puissent
sortir: sorte - sortes - sorte - sortions - sortiez - sortent (R)

Slide 20 - Diapositive

Je vertaalt de subjonctif bijna altijd in de tegenwoordige tijd.


Il faut que tu vendes la maison  = Je moet het huis verkopen

Je veux que tu viennes = Ik wil dat je komt

Je suis content qu'elle soit là = Ik ben blij dat ze er is

Slide 21 - Diapositive

Vertaal de subjonctif

Il n'a pas fini son travail quoiqu'il ait suffisamment de temps

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de subjonctif

Pourriez-vous m'expliquer l'exercice afin que je puisse continuer?

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal de subjonctif

Pourriez-vous m'expliquer l'exercice afin que je puisse continuer?

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de subjonctif

Bien qu'il fasse nuit, je joue dehors.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal de subjonctif

Bien qu'il fasse nuit, je joue dehors.

Slide 26 - Question ouverte

Noteer de subjonctif

On prépare une grande fête sans qu'ils le sachent.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal de subjonctif

On prépare une grande fête sans qu'ils le sachent.

Slide 28 - Question ouverte

Noteer de subjonctif

Il n'a pas fini son travail quoiqu'il ait suffisamment de temps

Slide 29 - Question ouverte

Noteer de subjonctif

Il fait tout pour qu'elle soit heureuse

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal de subjonctif

Il fait tout pour qu'elle soit heureuse

Slide 31 - Question ouverte

13/14/18


Slide 32 - Diapositive

L' indicatif représente le monde réel / concret
Le subjonctif représente un monde possible, irréel, hypothétique

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive