Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Toets H3
Tweede wereldoorlog
Slide 1 - Diapositive
Welkom bij de toets
Geef zo volledig mogelijk antwoord op de vragen
Je kunt deze toets alléén dit lesuur maken
Na het inleveren kan je niet meer terug!
Ik blijf via Teams bereikbaar als er iets is.
Slide 2 - Diapositive
Zet de juiste naam bij de juiste persoon.
Anne Frank
Stalin
Chamberlain
Churchill
Roosevelt
Hitler
Slide 3 - Question de remorquage
Sleep het juiste begrip naar de juiste uitleg.
Fascistische partij in Duitsland onder leiding van Hitler
De inlijving van Oostenrijk bij Duitsland in 1938
Oorlogvoering waarbij het doel was zeer snel en in enkele gerichte aanvallen de vijand uit te schakelen
Het wegvoeren van Joden naar vernietigings- kampen
Het veranderen van de samenleving in een nationaal-socialistische samenleving
Gewelddadige zoekactie tijdens WO II waarbij mensen van de straat of uit hun huis werden gehaald om als arbeidskracht in Duitsland te gaan werken
NSDAP
Blitzkrieg
Deportatie
Anschluss
Razzia
Nazificatie
Slide 4 - Question de remorquage
Zet de gebeurtenis op volgorde. Wat eerst gebeurde eerst.
‘Anschluss’ van Oostenrijk
Begin WO II
Slag bij Stalingrad
Bezetting Nederland
Aanval op Pearl Harbor
Legering Duitse troepen in het Rijnland
Slide 5 - Question de remorquage
In welk jaar vond de Kristallnacht plaats?
A
1933
B
1935
C
1938
D
1939
Slide 6 - Quiz
Om welke reden kreeg de nacht van 9 op 10 november de naam Kristallnacht?
A
gebroken glas van huizen en winkels
B
stelen van juwelen en edelstenen van de Joden
C
nu werd "kristalhelder" wat de Joden te wachten stond
D
Hitler had deze operatie zo genoemd
Slide 7 - Quiz
Hoe noemden de Duitsers de definitieve oplossing voor het "Joodse probleem"?
A
Holocaust
B
Endlösung
C
Blitzkrieg
D
Kristallnacht
Slide 8 - Quiz
Adolf Hitler verbreekt in de zomer van 1941 (opnieuw) een belofte door ...
A
een bondgenootschap aan te gaan met Japan
B
de Sovjet-Unie aan te vallen.
C
de Amerikaanse vloot op Hawaii te vernietigen
D
De Verenigde Staten de oorlog te verklaren
Slide 9 - Quiz
Waar staat het begrip 'D-day' voor en wat gebeurde er op deze dag?
A
D-day = Division-day. Legers werden gevormd
B
D-day = Demolishion-day. Rotterdam werd gebombardeerd
C
D-day = Decision-day. de geallieerden komen aan bij de kust van Normandië.
D
D-day = Direction-day. Op deze dag kreeg de oorlog een nieuwe wending.
Slide 10 - Quiz
Vraag 1: Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.
Japanse aanval op Pearl Harbour.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
De Verenigde Staten verklaren de oorlog aan Duitsland, Italië en Japan.
Slide 11 - Question de remorquage
Welk begrip hoort bij: Een manier van regeren waarbij de staat het leven van de mensen van een land volledig beheerst.
A
Nationaalsocialisme
B
Totalitair
C
Machtigingswet
D
Indoctrinatie
Slide 12 - Quiz
Hitler gaf de Joden de schuld van het verliezen van de 1e Wereldoorlog. Bij welk kenmerk van het Nationaal Socialisme hoorde dit?
A
Totalitaire staat
B
Propaganda
C
Rassenleer
D
Verheerlijking van geweld
Slide 13 - Quiz
Welke uitspraak over het begin van de Tweede Wereldoorlog is juist?
A
Duitsland viel Frankrijk aan omdat het protesteerde tegen de inval in Polen
B
Frankrijk verklaarde Duitsland de oorlog omdat het Polen aanviel
C
Na de inval in Polen verklaarde de Sovjet-Unie Duitsland de oorlog
D
Poolse soldaten vielen in 1939 per ongeluk Duitse eenheden aan
Slide 14 - Quiz
Welk begrip past bij de bron?
A
Blitzkrieg
B
D-day
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Stalingrad
Slide 15 - Quiz
Wat was het verband tussen operatie Market Garden en de Hongerwinter?
A
bij de operatie gingen voedselvoorraden verloren
B
De Duitsers wilden Nederland straffen voor hun hulp aan de Geallieerden
C
Door Market Garden kwam het vervoer van voedsel naar de steden stil te liggen
D
Er is geen verband. Ook zonder Market Garden zou er een Hongerwinter geweest zijn.
Slide 16 - Quiz
Noem de 4 ideeën die centraal stonden bij de Nazis
Slide 17 - Question ouverte
Waarom noemen we het moment in 1943 het ''keerpunt van de Tweede wereldoorlog''? Wat gebeurde er toen?
Slide 18 - Question ouverte
3. leg bij ieder jaartal uit waarom deze belangrijk was voor de opkomst van Hitler . a. Juli 1932 b. Januari 1933 c. Maart 1933
Slide 19 - Question ouverte
9. Hitler maakte gebruik van concentratiekampen en vernietigingskampen als onderdeel van zijn antisemitische maatregelen in Nazi-Duitsland. Noem 3 voorbeelden van antisemitische maatregelen die Hitler heeft genomen in Duitsland vanaf 1933.
Slide 20 - Question ouverte
Leg uit wat het verband is tussen de opkomst van het nationalisme en de opkomst van antisemitisme in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
Slide 21 - Question ouverte
Hitler heeft zich tussen 1933 en 1938 het Verdrag van Versailles een aantal keren niet gehouden aan het verdrag. Noem 2 voorbeelden die laten zien dat hij zich niet heeft gehouden aan het verdrag
Slide 22 - Question ouverte
Verklaar waarom Tjecho-Slowakije in maart 1939 teleurgesteld was in Frankrijk en Engeland.
Slide 23 - Question ouverte
Lees de volgende uitspraak: “Hitler heeft op een democratische manier genoeg stemmen gekregen voor invoering van de machtigingswet van 1933”.
Geef een argument dat laat zien dat deze uitspraak niet waar is.
Slide 24 - Question ouverte
Het begin van der Tweede Wereldoorlog verliep zeer snel. Welke Duitse term wordt daarom wel voor het begin van de Tweede Wereldoorlog gebruikt?
Slide 25 - Question ouverte
Noem de aanleiding die ervoor zorgde dat Nederland in 1940 capituleerde.
Slide 26 - Question ouverte
Leg uit waarom dit past bij een totalitaire staat, door; Uit te leggen wat het doel van de boekverbranding is
Slide 27 - Question ouverte
Toets is klaar!
En nu?
Heb je alles ingevuld?
Wil je nog iets nakijken?
Druk op het kruisje rechtsonder(naast de pijltjes)