Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
les articles
de lidwoorden
Slide 1 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 2 - Lien
les adjectifs possessifs
bezittelijk voornaamwoord
Slide 3 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 4 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 5 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 6 - Lien
Les chiffres
Slide 7 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 8 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 9 - Lien
Les chiffres 1-100
Slide 10 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 11 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 12 - Lien
être & avoir
Slide 13 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 14 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 15 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 16 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 17 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 18 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 19 - Lien
Les prépositions
Slide 20 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 21 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 22 - Lien
Les jours de la semaine
Opgave 1: Vul de dagen van de week op volgorde in. Begin bij maandag
Opgave 2: Hier nous étions = gisteren waren we (= welke dag was het gisteren?) Aujourd'hui nous sommes= vandaag zijn wij (vandaag is het...(dag van de week)
Demain nous serons (morgen is het ...(welke dag?))
LET OP!!!!
Hier = gisteren Aujourd'hui = vandaag Demain = morgen.
Dus de zin
Slide 23 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 24 - Lien
Les mois
de maanden
Slide 25 - Diapositive
www.liveworksheets.com
Slide 26 - Lien
www.liveworksheets.com
Slide 27 - Lien
Les matières
Let op:
Les arts plastiques = les travaux manuels L'éducation civique = soort maatschappijleer
