H4.4 remmen en botsen (Havo) cpe

krachten
Havo H4.4 Remmen en botsen
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

krachten
Havo H4.4 Remmen en botsen

Slide 1 - Diapositive

4.4 Leerdoelen
  • Je kunt de stopafstand berekenen
  • Je kunt de stopafstand bepalen door de oppervlakte onder de grafiek in een (v,t)-diagram af te lezen
  • Je kunt uitleggen wat de werking is van de veiligheidsvoorzieningen in een auto aan de hand van het verkleinen van de vertraging
  • Je kunt de druk op een ondergrond berekenen
  • Je kunt de begrippen arbeid en bewegingsenergie uitleggen en de formules voor deze grootheden in verschillende situaties toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Stopafstand
Soms gebeurt er iets wat je niet verwacht en moet je ineens stoppen.  
-->Je ziet dat er een konijn op de weg staat en bedenkt dat je moet gaan remmen.  Je rijdt dan door met dezelfde snelheid en legt nog afstand af: de reactie-afstand
-->Je hebt je voet op de rem en je snelheid neemt af tot nul. Je vertraagt dan en legt nog afstand af: de remweg.

De totale afstand die je aflegt tijdens reageren en remmen is de stopafstand

Stopafstand = reactie-afstandremweg

Slide 10 - Diapositive

De reactie afstand
De reactie afstand is de afstand die je aflegt tijdens het reageren. Er wordt nog niet geremd dus de snelheid blijft gelijk. Dit is een eenparige beweging (of een constante beweging).

Slide 11 - Diapositive

De reactie afstand
De afstand kun je uitrekenen met de formule:
s = v . t
(s = afstand in m, v = snelheid in m/s, 
en t = tijd in s)
s = v.t
s = ?
v = 2,5 m/s
t = 6 s
s = 2,5 x 6
s = 15 m

Slide 12 - Diapositive

De vertraging
Een auto rijdt elke seconde 2 m/s langzamer.  
Je zegt dan dat de vertraging (a) 2 m/s2 is.
Berekening van de vertraging:
                                                    

a = ?
                              m/s
t = 6 s
a = 12 : 6
a = (-)2 m/s2
a=tΔv
Δv=012=()12

Slide 13 - Diapositive

De gemiddelde snelheid
De auto heeft een beginsnelheid van 12 m/s.
De eindsnelheid is 0 m/s

Het gemiddelde van 12 en 0 = 6 m/s


(12 + 0) : 2 = 6 m/s

                                                    

Slide 14 - Diapositive

De remweg
Bij remmen (een vertraagde beweging tot stilstand) is de formule om de afgelegde weg te berekenen: s = vgem.t


                                                    

s = vgem .t
s = ?
vgem = 6 m/s
t = 6 s
s = 6 x 6
s = 36 m

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

0

Slide 17 - Vidéo

Bereken de stopafstand met gegevens uit de grafiek.
<----- reactie ----->
<-------------- remmen ------------->

Slide 18 - Diapositive

Reactie:
het horizontale gedeelte uit de grafiek:
s = ?
v = 24 m/s
t = 0,7 s
s = 24 x 0,7
s = 16,8 m
s=vt

Slide 19 - Diapositive

Remmen:
het schuine (aflopende) gedeelte uit de grafiek:

vgem =                     m/s 

t = 4,7 - 0,7 = 4 s
s = 12 x 4
s = 48 m
srem=vgemt
224+0=12
<-- 16,8 m -->

Slide 20 - Diapositive

stoppen:
De reactie afstand en de remweg optellen bij elkaar

S = 16,8m + 48,0 m = 64,8 m


<-- 17,5 m -->
<-- 48,0 m -->

Slide 21 - Diapositive

Controlevraag
a) Reactietijd =..........s
b) Vertraging = ..........
c) m = 800 kg
     De remkracht = .........
d) stopafstand = ......

Slide 22 - Diapositive

a) Reactietijd =..........s

 Het horizontale deel in de grafiek is 0,7 s

Slide 23 - Diapositive

b) vertraging is: .........

verschil in snelheid is 24 m/s
tijdsduur van vertragen is 4,7 - 0,7 = 4,0 s

 a = 24/4 = -6 m/s2
a=ΔtΔv

Slide 24 - Diapositive

c) m = 800 kg

(uit vraag b weten we a = 24/4 = -6 m/s2)
     De remkracht = .........
 F = m x a
 F = 800 x -6 = -4800 N

Slide 25 - Diapositive

d) stopafstand is:

stopafstand=reactieafstand+remweg
-reactieafstand:
s = v x t  = 24 x 0,7 = 16,8 m

-remweg
s = vgem x t = 12 x 4 = 48 m

Stopafstand = 16,8 + 48 = 64,8 m

Slide 26 - Diapositive

Remkracht
Om af te remmen is kracht (F) nodig. De resulterende kracht (=remkracht) op een remmend voertuig kun je berekenen met  Fres = m x a  .
Hierin is:
F     = de remkracht in Newton (N)
m   = de massa van het voertuig in kilogram (kg)
a     = de vertraging van het voertuig in meter per seconde kwadraat (m/s2)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Maak de opdracht in je schrift.

Slide 30 - Diapositive

Noteer eerst de vraag en de gegevens rechtsboven.
F = ?
m = 80 kg
t = 0,06 s
v(begin) = 9,0 m/s;  v(eind) = 0,0 m/s.
F=ma
a=ΔtΔv
a=ΔtΔv
= - 9m / 0,06 = - 150 m/s2

Slide 31 - Diapositive

Bereken dan de remkracht (F) 
F = ?
m = 80 kg       a = -150 m/s2
t = 0,06 s
v(begin) = 9,0 m/s;  v(eind) = 0,0 m/s.
F = -12 000 N  (of 12 kN)
F=ma
F=80150

Slide 32 - Diapositive

De kracht op de inzittenden moet zo klein mogelijk worden!
In de formule F = m x a zie je dat de kracht (F) afhankelijk is van de massa (m) en de vertraging (a). Je hebt geen invloed om de massa, wel op de vertraging.

Hoe KLEINER de vertraging (a) hoe KLEINER de kracht (F).
Om de vertraging kleiner te maken wordt de botstijd voor de inzittende zo lang mogelijk gemaakt. De kreukelzone en de autogordel zorgen hiervoor. Zie de crashtest.

Slide 33 - Diapositive

kreukelzone
autogordel
De kracht op de inzittenden tijdens een botsing

Slide 34 - Diapositive

Kooiconstructie en kreukelzone

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo


Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Test druk potlood

Slide 39 - Diapositive

Druk uitrekenen

Slide 40 - Diapositive

Het contactoppervlak van het gebied van een autogordel is 400cm2.
De kracht die op je lichaam wordt uitgeoefend tijdens een botsing is 10 kN.
Bereken de (gemiddelde) druk op je tijdens het afremmen.

Slide 41 - Question ouverte

verdieping

Slide 42 - Diapositive

Bewegingsenergie
Dingen die bewegen hebben bewegingsenergie.

Slide 43 - Diapositive

      = Bewegingsenergie van het voorwerp in joule (J)
m = massa in kilogram (kg)
v = snelheid van het voorwerp in meter per seconde (m/s)
Ek=0,5mv2
Ek

Slide 44 - Diapositive

Een vrachtwagen heeft een massa 1200 kg en de motor heeft er 286 kJ ingestopt op een bepaalde snelheid te rijden.
Bereken de snelheid van de vrachtwagen in km/h

Slide 45 - Question ouverte

Huiswerk
Leren paragraaf 4.4 
maken vraag 1 t/m 7


Slide 46 - Diapositive