week 1 tekst inleiden en afsluiten

Goedemiddag 4E
1. herhaling inleiden van een tekst

2. opdracht op het bord

3. Lezen H1
- Opdracht 3 maken

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemiddag 4E
1. herhaling inleiden van een tekst

2. opdracht op het bord

3. Lezen H1
- Opdracht 3 maken

Slide 1 - Diapositive

Wat kan je verwachten?
- Taalvaardig ( werkwoorden, verwijswoorden, leestekens, hoofdletters, trappen van vergelijking) 8% niet herkansbaar

- leesvaardig (1 t/m H5 indeling tekst, feit, mening en argumenten, verbanden, signaalwoorden en betrouwbaarheid
10% herkansbaar

Slide 2 - Diapositive

tekst inleiden
1 De aanleiding wordt genoemd
2. een voorbeeld bij het onderwerp
3.een anekdote
4. belangrijke vraag
5. een mening
6. een korte samenvatting van de tekst
7. deskundige wordt geïntroduceerd

Slide 3 - Diapositive

Slot van een tekst
1. de hoofdgedachte wordt genoemd
2. advies geven
3. conclusie 
4. korte samenvatting
5. toekomstverwachting
6. vraag uit de inleiding wordt beantwoord

Slide 4 - Diapositive

Elke stad zijn wolkenkrabber (2009 II)
(1) Bijna elke week komt er een verdieping bij. Nog even en de
Boulevardtoren dichtbij het Enschedese stadshart nadert zijn
hoogste punt. Zijn negentig meter zal slechts een paar jaar de skyline van de voormalige textielstad in zijn eentje domineren. Als alles volgens plan verloopt, verrijst verderop een grotere broer van 120 meter. 

Slide 5 - Diapositive

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Elke stad zijn wolkenkrabber' ingeleid?
A
met een korte geschiedenis over het onderwerp
B
met een korte samenvatting vooraf
C
met een mening van een deskundige over het onderwerp
D
met een voorbeeld van het onderwerp van de tekst

Slide 6 - Quiz

Op schoolkamp gaan er géén mobieltjes mee 
(2009 II tekst 4)
(1) Voor sommige ouders is het even schrikken als hun kind op schoolkamp gaat en het mobieltje thuis moet blijven. En de kinderen stappen met een ‘kaal’ gevoel de bus in, zo gewend zijn ze aan de voortdurende aanwezigheid. Toch zien steeds meer scholen er streng op toe dat de mobieltjes thuis blijven als de klas op kamp gaat. Er zijn zelfs scholen die de leerlingen
fouilleren voor vertrek.

Slide 7 - Diapositive

Op welke manier probeert de schrijfster in de eerste alinea de aandacht van de lezer te trekken?
A
ze geeft haar eigen mening over het behandelde probleem
B
ze noemt een aantal kanten van het onderwerp van de tekst
C
ze vermeldt de aanleiding voor het schrijven van dit artikel
D
ze zet de belangrijkste conclusie van haar artikel voorop

Slide 8 - Quiz

Verkeerschaos dreigt in het heelal (2011 I) tekst 1
(1) Kortgeleden beleefde de ruimte zijn eerste serieuze verkeersongeluk. Op ongeveer 800 kilometer boven Siberië kwamen een Amerikaanse en een  Russische communicatiesatelliet met elkaar in botsing. Volgens de ruimtevaartorganisatie NASA hebben niet eerder twee satellieten elkaar vol geraakt. De Amerikaanse Iridium 33 was  bij het leger in gebruik om verbindingen via satelliettelefoons tot stand te brengen. De Russische Kosmos 2251
satelliet, die in 1993 is gelanceerd, functioneerde al een tijdje niet meer en  zweefde rond als ruimteafval. Door de botsing zijn twee grote wolken van puin ontstaan. De brokstukken van deze satellieten kunnen weer tegen andere satellieten, raketten en  ruimtestations botsen, met alle gevolgen van dien. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Verkeerschaos dreigt in het heelal' ingeleid?
A
door de aandacht te trekken met een persoonlijke ervaring van de schrijver
B
door de bijzondere deskundigheid van de schrijver te laten blijken
C
door de directe aanleiding te noemen voor het schrijven van de tekst
D
door de mening van de schrijver over het onderwerp weer te geven

Slide 10 - Quiz

Spelend leren (2011 I) tekst 4
(1) Niets is zo onvoorspelbaar als het vak van brandweerman. Haal je de ene
dag voor de zoveelste keer een kat uit de boom, de volgende dag kan het zomaar gebeuren dat je voor het eerst in je leven op zoek moet naar overlevenden in een brandend pand. Hoe je een kat uit zijn benarde positie haalt, komt iedere brandweerman uit ervaring van zelf te weten. Maar het oefenen van een grootschalige reddingsoperatie in een brandend gebouw is moeilijk. Het bekijken van instructiefilms of het lezen van leerboeken biedt niet bepaald een goede voorbereiding op de moeilijke beslissingen die een brandweerman in zo’n levensbedreigende situatie moet nemen.

Slide 11 - Diapositive

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Spelend leren' ingeleid?
A
door een belangrijke deskundige aan de lezer voor te stellen
B
door een belangrijke vraag te stellen
C
door een korte samenvatting te geven
D
door het probleem te schetsen dat in de tekst wordt behandeld

Slide 12 - Quiz

Hoeveel natuur kan een mens aan? (2014 I)
(1) Er is een probleem met grote dieren. In Epe en andere dorpen op de Veluwe wroeten wilde zwijnen tuinen om en in Zandvoort zijn het damherten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen die de rozenstruiken van de omwonenden opeten en ongelukken veroorzaken. En dat alles, doordat het goed gaat met grote dieren in Nederland. “We hebben hun bedje gespreid”, zegt David Kleijn, ecoloog1) in Wageningen. “Herten, reeën, zwijnen, ganzen, kraanvogels, ze profiteren van de door de landbouw toegenomen voedselrijkdom. En natuurgebieden zijn groot genoeg geworden voor soorten die veel ruimte nodig hebben.” 

Slide 13 - Diapositive

Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst 'Hoeveel natuur kan een mens aan?' ingeleid?
A
door een belangrijke vraag te stellen en een deskundige aan het woord te laten
B
door een korte geschiedenis en een samenvatting vooraf te geven
C
door voorbeelden te geven en een deskundige voor te stellen
D
door voorbeelden en een samenvatting vooraf te geven

Slide 14 - Quiz

Online winkelen
Kijk eerst of de webshop een keurmerk vermeldt. Als dat zo is, controleer dan of de webshop echt aangesloten is bij dat keurmerk. Volgens het tv-programma Opgelicht?! komt het regelmatig voor dat oplichters het logo van bijvoorbeeld Stichting Webshop Keurmerk of Thuiswinkel.org oneerlijk gebruiken.

Vervolgens kun je nadenken over de manier waarop je de aankoop betaalt. Wanneer je online koopt, betaal je vaak vooraf met internetbankieren of met iDEAL. Dit gaat snel en eenvoudig, maar let wel op, want je kunt je betaling niet zomaar ongedaan maken. Het is veiliger om met een acceptgiro te betalen. Je betaalt dan achteraf. Je kunt je aankoop ook onder rembours laten bezorgen. Dat betekent dat je betaalt als je aankoop wordt bezorgd.




Slide 15 - Diapositive

inleiding tekst
Bijna 70% van alle jongeren koopt weleens iets online. Zo shoppen is ontzettend makkelijk. Een paar muisklikken en die gave game of dat leuke shirt is binnen de kortste keren in huis, vaak zelfs al de volgende dag. Maar soms gaat het mis, want aan online winkelen zitten wel wat risico’s. Zo weet je niet altijd precies waar je aan toe bent, van wie je koopt en of de webshop wel betrouwbaar is. Gebruik daarom de volgende tips als je online gaat shoppen.

Slide 16 - Diapositive

Slot


Let ten slotte op de regels rondom de bedenktijd. Er zijn uitzonderingen op de wettelijke veertien dagen bedenktijd. Die veertien dagen bedenktijd geldt bijvoorbeeld niet als je een sieraad met een speciale gravering koopt of een fotoboek van je vakantie hebt besteld. De uitzonderingen zijn in de wet geregeld. De webwinkel mag zelf geen uitzonderingen maken.

Slide 17 - Diapositive