4 de verspreiding van het Christendom

4.4. De verspreiding van het christendom
Lesdoel: Wat was de invloed van het Christendom op de 
Middeleeuwse maatschappij?
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4. De verspreiding van het christendom
Lesdoel: Wat was de invloed van het Christendom op de 
Middeleeuwse maatschappij?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De verspreiding van het Christendom.

Slide 3 - Diapositive

Bonifatius en de Friezen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Germanen
Rond 500 geloofden veel mensen in Nederland in Germaanse goden, zoals Donar en Freya.
Ook aanbaden ze bomen, stenen en de natuur.
Christenen vonden dat verkeerd. Ze noemden deze mensen heidenen

Slide 6 - Diapositive

Monniken
In de 7de en 8ste eeuw kwamen Engelse en Ierse monniken naar Nederland om de heidenen te bekeren tot het christendom.

Willibrord en Bonifatius zijn voorbeelden van deze monniken

Slide 7 - Diapositive

Kloosters
De monniken stichtten hier kloosters.
In het klooster leefden monniken en nonnen gescheiden van de buitenwereld en volgens strenge regels

Slide 8 - Diapositive

Verspreiding
Vanuit de kloosters verspreidden monniken het christendom.
Ze reisden rond, vertelden over de bijbel en vernielden Germaanse heiligdommen.
Ze kregen vaak bescherming van de Frankische koningen.

Slide 9 - Diapositive

Grote rol
Het geloof kreeg een steeds grotere rol in het leven van mensen.
Ieder dorp had een kerk en een priester.
Hij vertelde de mensen hoe ze moesten leven. Als ze leefden volgens de bijbel, zouden ze in de hemel komen.
Veel mensen geloofden dat alleen de geestelijken contact konden maken met god en daarom luisterden ze goed naar hen

Slide 10 - Diapositive

Standensamenleving
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (priesters, monniken, paus, enz.)
  2. De adel (koningen, hertogen, ridders, enz.)
  3. De boeren (vrije boeren en horigen)

Slide 11 - Diapositive

Eigen taken
Iedere stand had zijn eigen taak:
  • De geestelijkheid zorgde voor het contact met god.
  • De adel zorgde voor bescherming.
  • De boeren zorgden voor het voedsel.

Slide 12 - Diapositive

Welk woord weg?
  1. midwinterfeest- heidenen- Kerstmis - Priester - bekeren
  2. Pepijn- standensamenleving - Frankische koning - Bonifatius - Friezen
  3. Vul deze piramide in......

Slide 13 - Diapositive