1.5 Fotosynthese

  • Telefoon in zakkie
  • Boek & schrijfspullen op tafel
Klas 1Hb
Log in op lessonup
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Telefoon in zakkie
  • Boek & schrijfspullen op tafel
Klas 1Hb
Log in op lessonup

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Telefoon in zakkie
  • Boek & schrijfspullen op tafel
Klas 1Ha
Log in op lessonup

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FOTOSYNTHESE
1.5 Fotosynthese


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Terugblik vorige les (bs 3 +4)
- vragen over het huiswerk
- basisstof 4: voedsel maken
- Huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste volgorde bij de gedaanteverwisseling van een vlinder?
A
ei, pop, rups, vlinder
B
pop, ei, rups, vlinder
C
ei, vlinder, pop, rups
D
ei, rups, pop, vlinder

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ademen kikkervisjes?
A
kieuwen
B
longen
C
kieuwen en huid
D
longen en huid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor metamorfose is ..
A
verbouwing
B
gedaantewisseling
C
ontwikkelfase
D
levenscyclus

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier heeft GEEN verandering (metamorfose) bij het groter worden?
A
Rups
B
Mier
C
Lieveheersbeestje
D
Kikkervisje

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is metamorfose?
A
als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren
B
als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden
C
als bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over het huiswerk?
Basisstof 3
opdracht 1 tm 8
bladzijde 29 tm 31

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke levensfase zit jij nu?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
volwassene

Slide 11 - Quiz

0-1,5 jaar :  baby
1,5 - 4 jaar: peuter
4 - 6 jaar: kleuter
6 - 12 jaar: schoolkind
12 - 16 jaar: puber
16 - 21 jaar: adolescent
21 - 65 jaar: volwassene
> 65 jaar: bejaarde/oudere

De levensfase van een baby duurt..
A
0-1 jaar
B
0- 5 maanden
C
0-1.5 jaar
D
0-2 jaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
bejaarde

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de levensfases in de juiste volgorde
A
de bejaarde, de adolescent, de peuter, de volwassene, de baby
B
de peuter, de baby, de volwassene, de adolescent, de bejaarde
C
de baby, de volwassene, de peuter, de adolescent, de bejaarde
D
de baby, de peuter, de adolescent, de volwassene, de bejaarde

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het leren omgaan met emoties, met gevoelens hoort bij welke ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
D
geestelijke ontwikkeling

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkeling die te maken heeft met de beweging van het lichaam is welke ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
emotionele ontwikkeling
D
motorische ontwikkeling

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een groeispurt?
A
je groeit in korte tijd heel snel
B
Je groeit harder dan je leeftijdgenoten
C
Je groeit bijna niet meer
D
Je bent uitgegroeid

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over het huiswerk?
Basisstof 4
opdracht 1 tm 8
bladzijde 35 tm 37

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel ontstaat voor dieren en mensen
  • Je kunt de fotosynthese beschrijven
  • Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen en energie
Mensen en dieren hebben nodig:

- zuurstof --> haal je uit de lucht

- voedingsstoffen en energie--> haal je uit het voedsel dat je eet en drinkt

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen = stoffen die nodig zijn voor groei en ontwikkeling van een organisme
Al het voedsel dat wij eten komt van planten en/of dieren

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten voeden zich niet met andere organismen, ze maken zelf de stoffen waaruit ze bestaan -> Glucose

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose
Glucose bevat veel energie
Van glucose maakt een plant allerlei andere energierijke stoffen
--> de stoffen waaruit een plant bestaat

M.b.v. glucose kan een plant dus groeien en nieuwe delen maken zoals bladeren, stengels, vruchten en zaden

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.
2: De plant neemt koolzuurgas (=koolstofdioxideop met het blad.
3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elkaar gemengd met behulp van zonlicht.
4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).
5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Fotosynthese alleen in de groene delen van een plant

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water +  koolstofdioxide + zon (energie) → Glucose (een suiker) + Zuurstof 

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CO2 is koolstofdioxide
Koolstofdioxide wordt gebruikt bij de fotosynthese.
2
C6H12O6 is glucose
Glucose ontstaat bij de fotosynthese.
5
O2 is zuurstof.
Zuurstof ontstaat bij de fotosynthse.
6
H2O is water.
Water wordt gebruikt bij de fotosynthese.
1
Alleen onder invloed van zonlicht vindt er fotosynthese plaats.
4
Fotosynthese vindt alleen plaats in de bladgroenkorrels van een plant.
3
Klik de nummers aan voor extra informatie

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water + koolstofdioxide + energie uit licht --> glucose + zuurstof

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt er nog meer gebruikt bij fotosynthese?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen heeft een plant nodig om zuurstof te maken?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen kan een plant zelf maken vanuit fotosynthese?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het belang van fotosynthese
- voedsel
- zuurstof

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetbare delen van een plant
de wortels
de stengels
de bladeren
de vruchten
de zaden
de bloemen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen = brandstoffen gevormd uit dode organismen, ze worden gewonnen uit de bodem
  • - Steenkool
  • - Aardolie
  • - Aardgas
Energie uit zonlicht opgeslagen
in deze brandstoffen.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondstoffen
Stoffen waarvan producten worden gemaakt. 
Ook afhankelijk van fotosynthese.
Bijv. Hout, Katoen, Leer, Linnen, Wol, Zijde,

Kunststoffen worden gemaakt van aardolie. 
Bijv. je kleding = polyester. 

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel ontstaat voor dieren en mensen
  • Je kunt de fotosynthese beschrijven
  • Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.
  • vwo: Je kunt uitleggen dat veel brandstoffen en grondstoffen bestaan dankzij fotosynthese

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken H1.5 vraag 1 t/m 10a
blz 41 tm 44

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions