2B donderdag 21-11 Verwijswoorden

Verwijzen naar bezit
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verwijzen naar bezit

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

- Nakijken huiswerk 
- Les over verwijzen naar bezit 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Type hier een titel
Herhaling Verwijzen
Verwijswoorden maken het makkelijker om de tekst te lezen. Het is saai om steeds dezelfde woorden te gebruiken. 

Mijn moeder kocht een fiets. Mijn moeder vindt het een mooie fiets. 
Beter is:  Mijn moeder kocht een fiets. Zij vindt het een mooie fiets. 

Om te weten of iets een de-woord of het-woord is, kun je altijd in het woordenboek kijken.

Slide 6 - Diapositive

Type hier een titel
Verwijzen

Slide 7 - Diapositive

Aan het eind van deze les
Aan het einde van deze les
  • Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit

Slide 8 - Diapositive

Wat weet jij al over
Verwijzen naar bezit
Dit is een woordweb.

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Lien

Type hier een titel
Verwijzen naar bezit
Is eigenlijk niets anders dan het bezittelijk voornaamwoord. 

De zin 'Suzan speelt met Suzans bal' vinden we heel raar klinken. 
Logischer is dat we een verwijswoord gebruiken: 'Suzan speelt met haar bal.'

Hier wordt dus het bezittelijk voornaamwoord haar gebruikt om te verwijzen naar Suzan.

Slide 11 - Diapositive

Type hier een titel
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 3 Verwijzen naar bezit (blz. 220)   
 

Ben je klaar, dan maak je een puzzel achterin je boek. 

Slide 12 - Diapositive

Type hier een titel
Nabespreken

Slide 13 - Diapositive


Welke opdrachten wil je nog even klassikaal bespreken?
Dit is een open vraag.

Slide 14 - Question ouverte


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 15 - Question ouverte


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 16 - Question ouverte

Aan het eind van deze les
Aan het einde van deze les
  • Kan je op de juiste manier verwijzen naar bezit

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien