All Right 2KGT words 2.2, 2.3, 2.4

What does 'medieval' mean in Dutch?
A
middeleeuws
B
minstens
C
midden
D
materiaal
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

What does 'medieval' mean in Dutch?
A
middeleeuws
B
minstens
C
midden
D
materiaal

Slide 1 - Quiz

What does 'width' mean in Dutch?
A
heks
B
met
C
wens
D
breedte

Slide 2 - Quiz

What does 'crossing' mean in Dutch?
A
kruising
B
oversteekplaats
C
kruis
D
kruiswoordpuzzel

Slide 3 - Quiz

What does 'plate' mean in Dutch?
A
plant
B
wegwijzer
C
bord
D
paddenstoel

Slide 4 - Quiz

What does 'herb' mean in Dutch?
A
kruid
B
last
C
handel
D
hinder

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'aankomen' in het Engels?
A
to leave
B
to arrive
C
to arrange
D
to cross

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'vertraagd' in het Engels?
A
prepared
B
accident
C
delayed
D
available

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'tegenover' in het Engels?
A
opposite
B
cross
C
stir
D
boil

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'bakken (in een pan)' in het Engels?
A
to bake
B
to fry
C
to roast
D
to cook

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'gerecht' in het Engels?
A
plate
B
dinner
C
dish
D
food

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'beschikbaar' in het Engels?
A
dangerous
B
exciting
C
available
D
on sale

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'terugbrengen' in het Engels?
A
to need
B
to paint
C
to draw
D
to return

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'in de uitverkoop' in het Engels?
A
bargain
B
for sale
C
to choose
D
on sale

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'stip' in het Engels?
A
dot
B
mark
C
stripe
D
point

Slide 14 - Quiz

Wat betekent 'schilderen' in het Engels?
A
to dye
B
to draw
C
to paint
D
to tell

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive