Klokkijken/Nummers/Datums

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Telling Time / numbers / dates

Deze week

Een klein lesje Engels (mag ook wel een keer)

Herhaling van tijd benoemen, nummers en datum

Telling the time

numbers

Saying the date

There's two ways to say the date. 

You could say: 

The grand opening is on June the first. 

Or:

The grand opening is on the first of June.

You either say the month first and then the day or the other way around.

It is May the twenty-second today. It is the twenty-second of May today.

British English: DAY/MONTH/YEAR. American English: MONTH/DAY/YEAR

Write the date:
12-05-2019

Write the date:
31-10

Exercise 1

Write down the clock times in a sentence

Use only words, not numbers

Schrijf de tijd op als zin, gebruik alleen woorden

It's....

9:15

1. it is a quarter past nine
2. it is a quarter to nine
3. it is nine fifteen
4. it is a kwarter past nine

8:30

7:23

16:10

11:58

het is vijf over half negen.

het is zeven voor twee.

het is vijf voor half acht.

Exercise 2

Write down the correct Cardinal and Ordinal numbers as words

Schrijf de Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden als woorden

Voorbeeld:

Opdracht: 4th

Jouw antwoord: fourth

2nd

25th

40

3

89

11

21st

13

Exercise 3

Write down the dates as words instead of numbers

Don't forget the full stop.

Schrijf de datums op als woorden i.p.v. nummers

Vergeet de punt niet

The 30th of June 1966.

14 November 2019.

The 12th of August 2013.

27 December 1450.