Hoe een oppervlak aanvoelt/eruit ziet, noem je textuur.
Bekijk de huid van deze leguaan goed.
Welke texturen zie je?
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Werkblad - Textuur (SO)
Teken op je werkblad minstens 3 texturen na met pen en inkt.
Kies 3 van de 12 plaatjes op de volgende slide.
Je moet hier 30 minuten geconcentreerd aan werken.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Quiz
Van welk dier is de textuur getekend?
Slide 12 - Diapositive
Schaduw
Schaduwvlakken zorgen ervoor dat het dier helemaal naar voren komt.
Zo wordt hij ruimtelijk
Slide 13 - Diapositive
Schaduw
Tip 1
- Waar komt het licht vandaan?
- Aan de andere kant komt schaduw.
Tip 2
Korte lijnen maken
Ronde vormen = ronde lijntjes
Platte vormen = platte lijntjes
TIp 3: Donker = veel lijnen
Licht = weinig lijnen
Slide 14 - Diapositive
Hoofdopdracht
Teken met potlood/pen en inkt één dierPORTRET
Maak gebruik van verschillende texturen
Let op donker / licht. Teken je iets donker heeft het veel streepjes / lijntjes nodig, teken je iets licht heeft het minder streepjes nodig.
Slide 15 - Diapositive
Doelen
Je kunt een afbeelding in simpele vormen natekenen. Je let hierbij op de grootte van alles (verhouding)
Je herkent 'eigen schaduwen' in een vorm(dier). Je tekent de structuurdichtheid (hoe dichter de structuur op elkaar getekend is, hoe donkerder het wordt)
Je bent in staat textuur (krul, pluis, stekels, veren of schubben) in lijntjes/stipjes te vertalen.
Slide 16 - Diapositive
Dier tekenen
Zoek een 'fotoportret' waar de dierenkop goed zichtbaar en met duidelijke texturen op staat.
(tip: Kies geen zwart dier)
Slide 17 - Diapositive
Zoek een foto op.
Snij de foto bij zodat je precies hebt wat je wil tekenen.
Stuur het naar juf en laat het printen.
Bewaar het geprinte fotoportret goed, zolang je met je tekening bezig bent.
.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Hoe krijg ik het dierenportret in de juiste verhoudingen op papier?
Vereenvoudig de vorm.
Start met een basisvorm die je in de afbeelding kunt vinden. Hier is dat een soort cirkel.
Zoek schetsend met licht potlood naar de goede vorm en plek.
Kijk goed of de ruimte eromheen even groot is als op de afbeelding.
Slide 20 - Diapositive
Nu voeg je steeds meer vormen toe die je in de afbeelding vindt.
Je zoekt dus niet naar ogen, maar naar cirkels die in de goede grootte getekend moeten worden.
Je zoekt niet naar een neus maar naar een driehoek of rechthoek.
Naarmate je verder tekent, ga je steeds kleinere dingen tekenen.
Slide 21 - Diapositive
Humor / creativiteit
Geef je dier een menselijk karakter
- Geef hem iets te doen (attribuut)
- Trek hem iets aan (kledingstuk) Let op: De textuur van de vacht moet goed te zien blijven!
Slide 22 - Diapositive
Voorbeeld stappen
Slide 23 - Diapositive
Als je dit vereenvoudigen van een afbeelding leert, kan je de meest complexe afbeeldingen op papier krijgen.
Oefening baart kunst!
Slide 24 - Diapositive
Contour en Textuur
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Plasticiteit
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Rosalie, Mila
Tobias, Reinout
Olivia, Evy
Arjan, Jurre
Hans, Renzo,
Lucas
Thomas, Milan
Aroha, Janessa
Maïsa, Nadine
Lotte, Janine
Manon, Esther
Boaz, Hugo
Mathijs, Dion
Lisanne, Jasmijn
Coen, Merijn
Lorin, Nilay
Bord
Kast met werkstukken Tassen
Slide 29 - Diapositive
Planning
Les 1 Instructie Pen, Textuur, Plasticiteit
Werkblad Textuur en Plasticiteit
Les 2 Afmaken werkblad. Start Huiswerk: 1 afbeelding van een dierenportret printen! (A6 formaat = 1/4 A4)
Les 3 Huiswerk(print) meenemen. Schets met menselijk element.
Les 4 Huiswerk(print) meenemen. Schets met menselijk element.
Textuur tekenen met oi inkt
Les 5 Plasticiteit tekenen met o.i. inkt
Les 6 Textuur en plasticiteit tekenen, Vragenlijst Bardo invullen.
Les 7 Afronden en beoordeling
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Rosalie, Mila
Tobias, Reinout
Katachtigen
Hans, Renzo,
Lucas
Amfibieën
Maïsa, Nadine
Lotte, Janine
Beren
Mathijs, Dion
Lisanne, Jasmijn
Zeedieren
Bord
Kast met werkstukken Tassen
Olivia, Evy
Arjan, Jurre
Varkens
Thomas, Milan
Aroha, Janessa
Vogels
Manon, Esther
Boaz, Hugo
Apen
Coen, Merijn
Lorin, Nilay
Buideldieren
Slide 33 - Diapositive
.
.
Teken binnen het gegeven kwartetkader met licht potlood een dierportret: liefst recht van voren, maar bij sommige dieren is het duidelijker als het schuin van opzij getekend wordt.
Teken daarna met (kroontjes)pen het portret over.
Kijk goed naar de huid/vacht! Probeer gebruik te maken van dikke / dunne, korte / lange, strakke / wiebelige lijnen. De textuur van het dierenhuid vormt je uitgangspunt.
Tip: in de ogen is vaak een glimlichtje te zien.
Arceer de donkere vlakken en schaduwpartijen. Hierdoor krijg je plasticiteit.
Teken gebogen lijnen op gebogen vormen. Teken dus met de vorm mee.
Gum als alles gedroogd is, de potloodlijnen uit.
Schrijf de soortnamen van jullie dieren op jullie 4 kwartetkaarten.
Slide 34 - Diapositive
Als je klaar bent, kan je dmv het invullen van de onderstaande rubrics beoordelen of je de leerdoelen behaald hebt.
Daarna zal de docent je werk beoordelen op de leerdoelen.