Energievormen en energieomzettingen

ENERGIE  (hoofdstuk 4)
* Leerdoelen?
- Welke energievormen bestaan er allemaal? 
- Welke energiebronnen zijn er? 
- grootheid/eenheid
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurwetenschppenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

ENERGIE  (hoofdstuk 4)
* Leerdoelen?
- Welke energievormen bestaan er allemaal? 
- Welke energiebronnen zijn er? 
- grootheid/eenheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les kun je...
  • Verschillende soorten energie herkennen
  • Verschillende energiebronnen kunnen benoemen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over verschillende energievormen en energiebronnen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
Niets kan leven of bewegen zonder energie.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten energie
  1. Bewegingsenergie of kinetische energie: Energie die bewegende voorwerpen bezitten.
  2. Chemische energie: Energie die in stoffen opgeslagen zit.
  3. Elektrische energie: Energie uit elektriciteit.
  4. Kernenergie: Energie die vrijkomt door atoomkernen te splitsen.
  5. Magnetische energie: Energie die ontstaat in de buurt van een magnetisch veld.
  6. Potentiële energie: Energie die een voorwerp bezit wanneer het zich op een hoogte bevindt.( Potentiële gravitatie energie / Potentiële elastische energie)
  7. Stralingsenergie: Energie in de vorm van licht. (electromagnetische golven)
  8. Thermische energie of warmte energie : Energie in de vorm van warmte.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheden en eenheden.
  • Energie kan ik meten --> is dus een grootheid
  • Symbool : E
  • SI eenheid : Joule (j) of kilojoule (kj)
  • Kcal ( voeding)
  • 1 kilojoule = 1000 joule
  • Formules! ( kinetische energie - potentiële energie....)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebronnen
Wat zijn energiebronnen?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

energiebronnen

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

https://api.polpo.be/api/videostream/210297

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:48
Wat is de definitie van ENERGIE? (in het nederlands)

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:18
ENERGIE KAN
A
gemaakt worden
B
vernietigd worden
C
gebruikt worden
D
omgezet worden

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

05:08
hernieuwbare of duurzame energie
niet duurzame energie of eindige energiebronnen
aardolie
raken nooit uitgeput
milieuvriendelijk
steenkool
zon en wind
waterkracht
belastend voor het milieu
voor altijd voor iedereen

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebronnen en de energie die ze leveren
  • Voedsel en de zon als voorbeelden van energiebronnen die respectievelijk chemische energie en thermische en stralingsenergie leveren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
  1. Bewegingsenergie
  2. Chemische energie
  3. Elektrische energie
  4. Kernenergie
  5. Magnetische energie
  6. Potentiële energie
  7. Stralingsenergie
  8. Thermische energie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
* Maak de 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke energievorm behoort voeding?
A
thermische energie
B
bewegingsenergie
C
potentiële energie
D
chemische energie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je meer energie binnenkrijgt dan je verbruikt, val je af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporters moeten minder voeding innemen dan niet-sporter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek en zorg ervoor dat de uitspraak klopt.
Energie kan ......... verloren gaan, maar wordt omgezet van de ene naar de andere vorm       .
wel
niet
omgezet 
vorm

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek en zorg ervoor dat de uitspraak klopt.
Een stuiterende bal: je houdt een bal boven de grond en laat deze los. De potenti-ele energie wordt omgezet in bewegingsenergie  . 
potentiële energie
bewegingsenergie

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeelding van de energievorm naar de bijbehorende beschrijving.
Energie die in stoffen opgeslagen zit
Energie die ontstaat in de buurt van een magnetisch veld.
Energie in de vorm van warmte.

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeelding naar de juiste vorm van energie.
bewegingsenergie of kinetische energie
thermische energie
elektrische energie

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de tekst en de afbeelding naar de juiste vorm en bron van energie.
energiebron
energievorm
Zon
Windmolen
thermische energie
bewegingsenergie 

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de tekst en de afbeelding naar de juiste vorm en bron van energie.
energiebron
energievorm
Voedingstoffen
Magnetisch veld
magnetische energie
chemische energie

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek om het schema over energieomzetting compleet te maken.
licht
elektrische energie 
warmte

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek om het schema over energieomzetting compleet te maken.
elektrische energie
chemische energie
stralingsenergie
thermische energie
bewegingsenergie
en 
potentiële energie

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Hoe heb je de test gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions