Bs 3 Bevruchting

Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk
blad
Vruchtbeginsel
1 / 11
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk
blad
Vruchtbeginsel

Slide 1 - Question de remorquage

Insectenbloem
Windbloem

Gekleurd kroonblad
Klein en groen kroonblad
Bloemen bevatten nectar en zijn geurig
Geen nectar
Meeldraden buiten de bloem
Meeldraden binnen de bloem
Stempel vaak in de bloem
Stempel is vaak buiten de bloem
Stempel heeft een geveerde vorm
stuifmeel is ruw en kleverig
Stuifmeel is licht en glad

Slide 2 - Question de remorquage

1 tot 8 :  succesvolle bestuiving of niet? 
Bij welke is er zelfbestuiving? 

Slide 3 - Diapositive

Basisstof 6.3 : Bevruchting

Slide 4 - Diapositive

6.3. Lesdoelen

- Verschil tussen bestuiving en bevruchting kennen.
- Weten hoe zaden ontstaan en uit welke delen ze bestaan

Slide 5 - Diapositive

stuifmeelbuis
Als het stuifmeel (van juiste soort plant) op de stempel valt groeit hieruit een buis dit noem je de stuifmeelbuis. 

De stuifmeelbuis groeit naar het zaadbeginsel door de stijl en vruchtbeginsel heen. 




- vruchtbeginsel

Slide 6 - Diapositive

Bevruchting
Stuifmeelbuis barst open en kern van stuifmeelkorrel en eicel versmelten. 

De bevruchte eicel heet nu een kiem ('nieuwe baby plant') 

Het zaadbeginsel wordt uiteindelijk een zaad, met daarin dus de kiem

Slide 7 - Diapositive



Elk zaad bevat een kiem. 
 Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.


    Wat is functie van zaadlobben?*

Slide 8 - Diapositive

Zet in de goede volgorde
-->
Stuifmeelkorrel komt vrij
Bevruchting
Kiem (plant embryo) ontstaat)
Vruchtbeginsel
Bestuiving
Zaad wordt gevormd 
DNA bereikt zaadbeginsel
Stuifmeelbuis groeit

Slide 9 - Question de remorquage

Na de bevruchting gaan de bevruchte eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien. 

1.Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. 
2. Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 
3. Elk zaad bevat één kiem. 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Stap 1: maak test jezelf bs 1 en 2
Stap 2: Lees bs 3 door
Stap 3: Werk verder aan:
Maken: bs 3 opdr. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8
Maken: bs 4 opdr. 1, 2, 4, 5 (extra)


Slide 11 - Diapositive