H2 Formuleren: (foutieve) samentrekking

(foutieve) samentrekking H 2 formuleren
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

(foutieve) samentrekking H 2 formuleren
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Welkom in deze les!




Pak je leesboek      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht

Slide 2 - Diapositive

we starten met LessonUp toetsje
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Taaldoel:
 - Je kunt jouw antwoorden formuleren in volledige en goedlopende zinnen
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt op een leesteken

Slide 4 - Diapositive

Ik weet wat een foutieve samentrekking is
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wat zou een foutieve samentrekking kunnen zijn?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is een samentrekking?

Slide 7 - Diapositive

Wat is een samentrekking?
(dat kan op drie niveaus, noem ze allemaal)

Slide 8 - Question ouverte

Als in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten.

wat is ook al weer een samengestelde zin?

Slide 9 - Diapositive

De woorden moeten:
  1. Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
  2. Dezelfde betekenis hebben
  3. Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.

Slide 10 - Diapositive

Stappenplan:
1. Kijk of er en/maar in de zin staat: dan heb je in ieder geval te maken met een samengestelde           zin.
2. vul de weggelaten woorden in;
3. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
                Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
                Dezelfde betekenis hebben
                Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.
  • zo ja --> zo laten;
  • zo nee --> de zin aanpassen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 13 - Quiz

Deze literaire thriller is spannender dan de detectives.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 14 - Quiz

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 15 - Quiz

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 16 - Quiz

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 17 - Quiz

Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.


A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 18 - Quiz

Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 19 - Quiz

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 20 - Quiz

De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 21 - Quiz

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 22 - Quiz

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Taaldoel:
 - Je kunt jouw antwoorden formuleren in volledige en goedlopende zinnen
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt op een leesteken

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk?
H 2 Formuleren opdracht: 1,2,3. 

Je hebt dit af op donderdag 27 januari voor je de les in komt. Je hebt hier in week 5 waarschijnlijk een proefwerk over, maar dan heb je een nieuw lesrooster. (H 2. lezen, woordenschat, grammatica zinsdelen, formuleren)


Slide 24 - Diapositive

Exit ticket:
Waaraan moet een goede samentrekking voldoen?(3 zaken)

Slide 25 - Question ouverte