Christendom

Paragraaf 6. 
Het Christendom
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6. 
Het Christendom

Slide 1 - Diapositive

Sleep de pin naar Judea
In Judea (huidige Israël), een provincie in het Romeinse Rijk, wonen de Joden. 

Slide 2 - Diapositive

Wat gebeurt er in het jaar 1?
A
De eerste Romeinse keizer wordt gekozen
B
Jezus Christus wordt geboren
C
Julius Caesar wordt vermoord
D
Nederland wordt bij het Romeinse Rijk gevoegd

Slide 3 - Quiz

Jezus vertelt als hij volwassen is verhalen, verhalen over God. Zijn volgelingen (die wij christenen noemen) noemen hem: "Christus", wat 'door God aangewezen koning' betekent.

Slide 4 - Diapositive

Wat vinden de Romeinen van Jezus?

De Romeinen horen dat Jezus 'door God aangewezen koning' wordt genoemd. Daar worden zij heel boos om, want er is immers als een keizer, een Romeinse keizer!
Wat vinden de Joden van Jezus?

De Joden vinden Jezus maar irritant, een onruststoker. Waarom zou je een ander verhaal over God gaan vertellen, terwijl je het 'ware' verhaal al weet. 

Slide 5 - Diapositive

Jezus wordt verraden, maar door wie?
A
Petrus
B
Paulus
C
Judas
D
Johannes

Slide 6 - Quiz

Hoe heette de Romeinse leider in Judea die Jezus liet kruisigen?
A
Pontius Pilatus
B
Tiberius
C
Barabas
D
Judas

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Hoe heet het boek van de Christenen?

Slide 9 - Question ouverte

Uit welke twee delen bestond de Bijbel?
A
Oude Testament
B
Genesis
C
Exodus
D
Nieuwe Testament

Slide 10 - Quiz

Het Christendom verspreidde zich heel snel in het Romeinse Rijk. Vooral onder arme mensen en slaven. Waarom?

1. Bij het Christendom was iedereen gelijk. 
2. Het verhaal van Jezus gaat over een 'normale' timmerman.
3. Er wordt een beter leven na de dood beloofd. Heel mooi vooruitzicht als je leven nu niet zo fijn is.
4. Er zijn simpele regels: lief zijn voor uw naaste, niet stelen, moorden etc. 
5. Het is makkelijk om christen te worden in tegenstelling tot het worden van een jood of moslim. 

Slide 11 - Diapositive

Maar christenen werden in het Romeinse Rijk vervolgd en gestraft. Waarom?

Slide 12 - Diapositive

Redenen waarom christenen vervolgd werden in het Romeinse Rijk.
Ten eerste vereerden de christenen de Romeinse keizer niet als god. Want zij hadden hun eigen god al. 
Ten tweede dachten de Romeinen dat christenen kannibalen waren. Tijdens een kerkdienst zeiden de christenen tegen elkaar "Eet het lichaam van Christus, en drink zijn bloed" (brood en wijn). De Romeinen zagen niet dat er gewoon brood en wijn werd uitgedeeld, dus daarom vonden  de Romeinen dat deze mensen hiervoor opgepakt moesten worden. 
Ten derde waren de christenen een hele grote groep, dat vormde een beetje een bedreiging voor de Romeinen en hun geloof/cultuur. 
En als laatst vonden de Romeinen het ook heel raar dat iedereen elkaar 'broer' en 'zus' noemde, terwijl ze zagen dat ze ook getrouwd waren en kinderen hadden. 
Maar de christenen kregen ook de schuld van alles wat verkeerd ging in het rijk...

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wanneer vond de brand in Rome plaats?
A
64 voor Christus
B
46 voor Christus
C
46 na Christus
D
64 na Christus

Slide 15 - Quiz

312: In dit jaar zal alles veranderen voor de christenen.

Slide 16 - Diapositive

Constantijn de Grote
In 312 waren er twee keizers in het Romeinse Rijk, één in Rome en één in Engeland. Zij besloten dit voor eens en voor altijd uit te vechten. Bij de Milvische brug in Rome vond de slag plaats...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Het visioen (droom)
Maar vlak voor de grote slag, kreeg de keizer van Engeland een visioen. Hij zag boven het slagveld een kruis, met daaronder de woorden: "In dit teken zal jij overwinnen". Hij besloot om op de schilden van zijn mannen een kruis te laten schilderen. En het wonder geschiedde: Constantijn de Grote, keizer van Engeland, won!
Maar vlak voor de grote slag, kreeg de keizer van Engeland een visioen. Hij zag boven het slagveld een kruis, met daaronder de woorden: "In dit teken zal jij overwinnen". Hij besloot om op de schilden van zijn mannen een kruis te laten schilderen. En het wonder geschiedde: Constantijn de Grote, keizer van Engeland, won!

Slide 19 - Diapositive

Dankzij Constantijn mochten de christenen vrij, zonder vervolgt te worden, hun geloof uitoefenen. 

Constantijn zorgde er zelfs voor dat er kerken gebouwd werden en dat zondag een rustdag werd. 

Later, in 380 na christus, zorgde keizer Theodosius er zelfs voor dat het christendom het belangrijkste geloof in het Romeinse Rijk was, de staatsgodsdienst.

Slide 20 - Diapositive

De volgende vragen gaan over de net gelezen stof. 

Slide 21 - Diapositive

Waar woonden de Joden in het Romeinse Rijk?
A
Egypte
B
Judea
C
Gallië
D
Engeland

Slide 22 - Quiz

De Joden vonden Jezus een onruststoker. Wie waren ook niet blij met Jezus?
A
De rijken
B
De barbaren
C
De armen
D
De Romeinen

Slide 23 - Quiz

Hoe overleed Jezus?
A
Hij werd voor de leeuwen gegooid
B
Hij werd opgehangen
C
Hij werd gekruisigd
D
Hij werd onthoofd

Slide 24 - Quiz

Welke mensen werden snel christelijk?
A
Armen
B
Rijken
C
Slaven
D
Joden

Slide 25 - Quiz

Welke keizer gaf de christenen de schuld van de brand in Rome?
A
Theodosius
B
Nero
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 26 - Quiz

Hoe heet het boek van de christenen?
A
Bijbel
B
Koran
C
Torah
D
Exodus

Slide 27 - Quiz

Wat was geen reden waarom christenen vervolgd werden?
A
Ze werden verdacht van kannibalisme
B
Ze waren een kleine groep
C
Ze vereerden de keizer niet als God
D
Romeinen dachten dat christenen het met elkaar deden

Slide 28 - Quiz

Welke keizer zorgde ervoor dat christenen gewoon hun geloof konden uitoefenen?
A
Nero
B
Theodosius
C
Augustus
D
Contstantijn

Slide 29 - Quiz

Waar kreeg Constantijn een visioen?
A
Bij de Milvische Brug
B
Bij de brand in Rome
C
In de arena
D
In bed

Slide 30 - Quiz

Welke keizer maakte van het christendom een staatsgodsdienst?
A
Contstantijn
B
Theodosius
C
Nero
D
Tiberius

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Goed gedaan! Je mag dit programma wegklikken als je het huiswerk hebt opgeschreven. 

Het huiswerk is paragraaf 6 (hoofdstuk 2) via memo, opdrachten: 1t/m6, 8t/m12 en 14

Slide 32 - Diapositive