13.6 meer extremen! HAVO 3

13.6 Meer extremen! 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

13.6 Meer extremen! 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- Leerdoelen
- Het 'Biologische momentje' van de dag...
- Nieuwe stof 13.6
- Vragen?

Tijd over:
Opdrachten 'samenvatten' maken.
of Pubquiz!



Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen: 
Na deze les kun je...

  • Het begrip bioluminescentie uitleggen en benoemen.
  • Uitleggen op welke manier en waarom organismen bioluminescentie gebruiken.
  • Uitleggen welke aanpassingen organismen hebben om te kunnen leven (overleven) in de diepzee, zoals wondernetten en spermaceti (walschot). 


Slide 3 - Diapositive

Welke organismen
ken je die licht kunnen geven?

Slide 4 - Carte mentale

Het 'biologische momentje' van de dag...
Zeevonk! Nederlands: Zweephaardiertje
  • Als zeevonk heftig wordt bewogen zorgt een chemische reactie ervoor dat hij licht geeft. 
  • Het oplichten is bedoeld om vijanden af te schrikken. 

  • Zeevonk (pantserwieren, groep eencelligen) waarvan we niet zo goed weten of het planten
      of dieren zijn. 
  • Heeft geen bladgroen, moet andere organismen eten om te leven = dierlijk. 

  • Massale bloei komen: het zeewater ziet er overdag dan zalmroze uit. Dat komt door de aanmaak van het pigment caroteen. In dit stadium geeft het geen licht meer. 

Slide 5 - Diapositive

Bioliminescentie
  • Wetenschappers noemen de eigenschap van het licht geven ‘bioluminescent’.
  • Komt van het:
     - Griekse woord 'bios' (levend)
     - Latijnse woord 'lumen' (licht),
    en betekent ‘uitstralen van licht door een levend wezen’, letterlijk ‘levend licht’.

  • In de diepzee komt dit veel voor. Veel dieper dan 200 m kan zonlicht niet doordringen.
     In een dergelijke omgeving vormen bioluminescentie organismen de enige lichtbron.

Slide 6 - Diapositive

Wat is bioluminescentie?
  •  Is chemoluminescentie in organismen, (licht uitstralen).
  •  Het licht ontstaat uit een reactie waarbij het pigment luciferine wordt geoxideerd onder
       invloed van het enzym luciferase. Hierbij komt koud licht vrij. 
  • 90% van de dieren (diepzee) doen aan bioluminescentie.



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wie doen er allemaal aan bioluminiscentie? 
  • 90% van de dieren (diepzee), zenden zelf licht uit of met
     behulp/samenwerking (symbiose)  van bacteriën zoals:
       - diepzeedieren (vissen, kwallen, inktvissen),
       - bacteriën,
       - insecten (vuurvliegje),
       - geleedpotigen,
       - glimwormen
       - sommige vogels,
       - maar ook zwammen, koralen en algen.
Diepzee (dieper dan 500-1000 meter), geen zonlicht.



Slide 9 - Diapositive

Waarom zouden dieren (organismen) licht willen geven/uitzenden?

Slide 10 - Question ouverte

Waarom geven organismen licht?
  • Prooien lokken.

  • Soortgenoten aantrekken (voortplanting).
     - zwammen trekken insecten aan voor verspreiding soorten.

  • Communiceren met soortgenoten.


  • Predatoren afschrikken,  verwarring creëren.

     
    - slangsterren laten lichtgevende ledematen los.

  • Camouflage.









Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wonderlijke wondernetten:
  • Walvissen zijn zoogdieren - longen. Ademen via een blaasgat (neusgaten).

  • Diepst duikende walvis: potvis (ruim 2,5 km diep). Ongeveer 75-90 min. onder water. 
  • Luchtdruk zeeniveau = 1 bar, elke 10 m duiken + 1 bar.

  • Hoe kan een potvis zo’n druk weerstaan?
      - Cellen (water + opgeloste stoffen) niet samendrukbaar.
      - Holle delen (longen) wel samengedrukt. Borstkas zou inklappen!

    Daarom; - Wondernet = bloedvatennetwerk vol bloed om borstkasruimten op te vullen.


Slide 13 - Diapositive

Andere bijzonderheden van een potvis? 
Zakken naar de diepte en drijven naar het oppervlak:
  • Voordeel: spieren verbruiken zo minder energie - minder zuurstof.
  • Hoe? Geregeld door spermaceti orgaan of walschot = vetachtige stof
      - Spermaceti heeft een smelt-stoltraject: boven 37 graden vloeibaar, onder 30 graden vast.

  • Duiken = koelen d.m.v.
      - koud bloed vanuit de huid.
      - water vanuit zijn rechter neusgat. (loopt langs spermaceti orgaan.
      - spermaceti gaat stollen, dichtheid potvis neemt toe, groter dan dichtheid water. 

  • Stijgen = vloeibaar d.m.v.
      -  warm bloed vanuit de romp.
      - spermaceti wordt vloeibaar, dichtheid potvis neemt af. 
      

Slide 14 - Diapositive

De diepzee bekijken:
Ga naar: https://neal.fun/deep-sea/

Slide 15 - Diapositive

Klaar met de uitleg:
- Vragen? 

Opdrachten 13.6 + 'Samenvatten' maken.

Pubquiz
Socrative



Slide 16 - Diapositive