2021- bespreken - Bewijsje H6 - 1MH

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 1

Bewijsje H6 - Procenten

is hetzelfde als

​5​​1​​

 is hetzelfde als

1. 2%
2. 5%
3. 20%
4. 50%

​5​​1​​

= een vijfde deel van 1 (in procenten 100%), dus:

 100% : 5 = 20%

is hetzelfde als

​25​​1​​

 is hetzelfde als

1. 4%
2. 40%
3. 25%
4. 20%

​25​​1​​

= een 25e deel van 1 (in procenten 100%), dus:

 100% : 25 = 4%

24,8 % is ongeveer:

 72,4 % is ongeveer hetzelfde als

1. 7/10
2. 3/10
3. 1/4
4. 1/2

72,4 % zit tussen 70% =          en 75% = 

Maar        staat er niet, dus dan dichter bij 

En dat is het goede antwoord, want:

    

     = 25%.              = 50%.               = 30%

​10​​7​​

​4​​3​​

​4​​3​​

​10​​7​​

​4​​1​​

​2​​1​​

​10​​3​​

wat is meer

Wat is meer?

1. 60%
2. 2/3

​3​​2​​

=>   2:3    =    0,666.....  x100% = 66,666...       67%

dus meer dan 60%

 

≈

wat is meer

Wat is meer?

1. 1/5
2. 5%

​5​​1​​

=>   1:5    =    0,2  x100% = 20%

dus meer dan 5%

 

Een ring kost €15, je krijgt 60% korting.

Hoeveel kost de ring nu?

Maak een verhoudingstabel en lever de foto in.

Een ring kost €15, je krijgt 60% korting.

Hoeveel kost de ring nu?

Maak een verhoudingstabel en lever de foto in.

   Op het Spinozalyceum zitten 1285 leerlingen.

   Op dinsdag mogen er 387 leerlingen naar school komen. 

   Hoeveel procent van alle leerlingen is dat?

   Maak een verhoudingstabel en lever de foto in.

   Op het Spinozalyceum zitten 1285 leerlingen.

   Op dinsdag mogen er 387 leerlingen naar school komen. 

   Hoeveel procent van alle leerlingen is dat?

   Maak een verhoudingstabel en lever de foto in.

Schrijf je berekening op!

100-15 =85 %

85:100 x 25 = € 21,25  

€ 21,25 x 4 = € 85,00       of. 2e manier:

4 x 25 = 100

85% van 100 = €85,-

Schrijf je berekening op!

verschil : oude prijs x 100%

(95-66):95 x 100% = 30, 526...           30,5%

procenten afronden op 1 decimaal

≈

≈

Oefeningen voor je rekenmachine!

Je doet op je rekenmachine:

a. (9:14) = 0,642....         0,64

    21    +       0,64  = 21,64

b. (7:19)  = 0,368.....       0,37

≈

≈

HAVO-vraag!

Maak een foto en lever in!

Laat zien!

a. eerst gelijknamig maken (noemers        

                                            vermenigvuldigen)

    3x3 = 9 en 5 x2 = 10, dus:

   

       

−​15​​9​​−​15​​10​​=−​15​​19​​=−1​15​​4​​

b. -6 x 3 = -18 helen

    -6 x 3/10 = -18/10, dus:

    - 18 + 18/10 =                  =

−19​10​​8​​

−19​5​​4​​

c. eerst gelijknamig maken (noemers        

     vermenigvuldigen)- dan helen naar     

      breuken veranderen:

    5 x  8 x3 = 120 dus: 120 - sten

   

       

​120​​48​​−​120​​375​​+​120​​80​​=−​120​​247​​=−2​120​​7​​

d.  bij vermenigvuldigen mag je breuken gewoon vermenigvuldigen, dus: eerst helen, dan breuken vermenigvuldigen: -2  x 3 = -6 en 1x1 = 1

                                                           en 4x2=8, dus: 

    

−6​8​​1​​