Vitaal les 5

Vitaal les 5. Ik kan er niet mee stoppen.
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vitaal les 5. Ik kan er niet mee stoppen.

Slide 1 - Diapositive

Waar ging de les van vorige week over?

Slide 2 - Question ouverte

Heb je afgelopen week nog iets actueels voorbij zien komen?

Slide 3 - Question ouverte

Lesdoelen
1. De student weet aan het eind van deze les welke soorten verslavingen er zijn.
2. De student weet aan het eind van deze les hoe hij/zij een verslaving kan voorkomen.
3. De student heeft aan het einde van de les informatie gekregen over het omgaan en stoppen met een verslaving.

Slide 4 - Diapositive

Welke verslavingen
zijn er allemaal?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Wat valt jou op aan het artikel? Wat vind jij ervan?

Slide 7 - Question ouverte

Verslaving
Een verslaving is het niet 
meer zonder een bepaald middel 
kunnen of niet kunnen 
stoppen met een bepaald gedrag.

Slide 8 - Diapositive

Stellingen
We gaan een aantal stellingen behandelen. Je vult zelf in wat jij ervan vindt. 

Let op: jouw mening moet een argument hebben. 

Slide 9 - Diapositive

Stelling 1: Een beetje experimenteren moet kunnen.

Slide 10 - Question ouverte

Stelling 2: Verslaafd raken, dat gebeurt mij niet.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Wat zie je in het filmpje gebeuren?

Slide 13 - Question ouverte

Quiz
We gaan een quiz spelen over verschillende soorten verslavingen. Na elke vraag bespreken we kort het antwoord. 

Slide 14 - Diapositive

Er gaan meer mensen dood aan alcoholverslaving dan aan drugsverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Als je elke maand een staatslot koopt, ben je gokverslaafd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Het aantal mensen met een koopverslaving stijgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Door opkomst van internetporno kampen steeds meer Nederlanders met een seksverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Hoeveel procent van de 18-24 jarigen heeft ooit last gehad van alcoholmisbruik?
A
7%
B
11%
C
18%
D
26%

Slide 19 - Quiz

Wat is alcoholmisbruik?
Er is sprake van alcoholmisbruik als je negatieve gevolgen van alcohol merkt. Alcoholmisbruik blijkt uit minstens 1 van de volgende 4 criteria:

  • Herhaaldelijk alcohol drinken met als gevolg dat het niet meer lukt om te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Herhaaldelijk alcohol drinken in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden).
  • Door het gebruik van alcohol in aanraking gekomen met justitie.
  • Alcohol blijven drinken, ondanks dat daardoor een probleem ontstaat (sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk). 

Slide 20 - Diapositive

Gameverslaving is schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Tijdens het afkicken van blowen kun je somber en angstig worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Mannen die alcohol gedronken hebben komen moeilijker klaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Hoe lang doet je lever gemiddeld over de afbraak van 1 standaardglas alcohol?
A
30 minuten
B
1 à 1,5 uur
C
2 uur

Slide 25 - Quiz

In Nederland maakt alcohol meer slachtoffers dan roken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Hoeveel mensen zijn er aan de harddrugs in Nederland?
A
5.000 tot 10.000
B
10.000 tot 20.000
C
20.000 tot 30.000
D
30.000 tot 40.000

Slide 27 - Quiz

XTC-pillen worden steeds sterker en heftiger qua uitwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

De meest gebruikte drug onder jongeren is XTC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

XTC-gebruik over 
Doordat XTC veel media-aandacht krijgt, lijkt het soms alsof iedereen XTC gebruikt. Dat klopt niet: de meeste jongeren nemen nooit XTC. Onder jongeren die veel naar festivals en dancefeesten gaan, is wel een grote groep XTC-gebruikers. Daarom denken jongeren soms dat iedereen wel eens een pilletje slikt. Hierdoor kan de drempel lager worden om zelf te gebruiken. Maar feit is: de meeste jongeren gebruiken niet.

Bron: https://www.drugsinfo.nl/xtc/xtc-gebruik-normaler-onder-jongeren 

Slide 30 - Diapositive


Bron: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5161419/lachgas-veroorzaakte-al-64-dwarslaesies-sommigen-nemen-100-ballonnen

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Lesdoelen
1. De student weet aan het eind van deze les welke soorten verslavingen er zijn.
2. De student weet aan het eind van deze les hoe hij/zij een verslaving kan voorkomen.
3. De student heeft aan het einde van de les informatie gekregen over het omgaan en stoppen met een verslaving.

Slide 34 - Diapositive

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 35 - Question ouverte