2021_06_24 Samenvatting H 7 (3hv)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma

Herhaling hoofdstuk 7 met een quiz

Uitleg 

Socrative Quiz

Zelfstandig werken-> nakijken met nakijkboekje

Einde les

Quiz

AGC neemt met een nieuw type brandwerend glas deel aan Architect@Work dat plaatsvindt in Ahoy Rotterdam. AGC verwacht veel vraag naar dit type glas.

1. procesinnovatie
2. productinnovatie
3. basisinnovatie

Tankstations kunnen innoveren naar contactloos betalen en het afrekenen met de mobiele telefoon.

1. procesinnovatie
2. productinnovatie
3. basisinnovatie

De opkomst van robots gaat heel snel. Werknemers aan de onderkant en in het middensegment van de arbeidsmarkt zijn de dupe.

1. kapitaalbesparende procesinnovatie
2. kapitaalbesparende productinnovatie
3. arbeidsbesparende procesinnovatie
4. arbeidsbesparende productinnovatie

Wat is een goed voorbeeld van een basisinnovatie?

1. microchip
2. mobiele telefoon
3. mp3-speler
4. satelliet navigatie

Wat is een goed voorbeeld van een basisinnovatie?

1. microchip
2. mobiele telefoon
3. mp3-speler
4. satelliet navigatie

Paragraaf 7.3 Later is allang begonnen

7.3 Later is allang begonnen

Nieuwe problemen

- AOW kosten

- Te weinig beschikbare arbeid

- Kosten gezondheidszorg stijgen

- actueel kosten door coronacrisis

Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.

1. Juist
2. Onjuist

AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

1. Juist
2. Onjuist

Zou de vergrijzing voornamelijk een probleem zijn voor de betaalbaarheid van pensioenen (kapitaaldekkingsstelsel) of voor de AOW (omslagstelsel)?

1. Pensioenen (kapitaaldekkingsstelsel)
2. AOW (omslagstelsel)

Waar bestaat het inkomen van ouderen uit?

1. kinderen, pensioen en spaargeld
2. pensioen
3. WAO en spaargeld
4. AOW, pensioen en eigen middelen

Leerdoelen 7.4

Je kunt toelichten wanneer de overheid een begrotingstekort heeft en uitleggen hoe als gevolg van een tekort de staatsschuld kan stijgen.

Je kunt uitleggen wanneer een uitgave een structurele uitgave van de overheid is en waarom structurele uitgaven zo belangrijk zijn.

Structurele uitgaven

Structuur van de economie

Investeren in de kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren (kano)

Opdracht bij filmpje

Is een hoge staatsschuld erg?

Opdracht bij filmpje

Is een hoge staatsschuld erg?

Schuldquote 60%

Kenmerken van een lineaire lening

- De lening neemt elk jaar met een gelijk bedrag af

- Vast bedrag aan aflossing

- Interest neemt ieder jaar af.

Kenmerken annuïteiten lening

• Vast bedrag te betalen per maand, de annuiteit
• Annuiteit = Aflossing + Interest
• Eerst veel interest betalen, weinig aflossing
• Later veel aflossing weinig interest

Aflossingsschema annuiteïtenlening

Rekenvoorbeeld

Hypotheek: €250.000

Rente percentage: 3%

Jaarlijkse annuïteit: €12.500

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?

B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?

C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

Rekenvoorbeeld

Hypotheek: €250.000

Rente percentage: 3%

Jaarlijkse annuïteit: €12.500

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?

€250.000 x 0,03 = €7.500

Rekenvoorbeeld

Hypotheek: €250.000

Rente percentage: 3%

Jaarlijkse annuïteit: €12.500

B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?

€12.500 - €7.500 = €5.000

Rekenvoorbeeld

C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

• Schuld na jaar 1: €250.000 - €5.000 = €245.000
• Rente jaar 2: €245.000 x 0,03 = €7.350
• Aflossing jaar 2: €12.500 - €7.350 = €5.150
• Schuld na jaar 2: €245.000 - €5.150 = €239.850

Welke hypotheek is in het begin van de looptijd het goedkoopst?

1. Lineaire hypotheek
2. Annuïteiten hypotheek
3. Er zit geen verschil in.
4. Geen idee.

Welke opmerking over een annuïteiten hypotheek is waar?

1. Je betaalt elke periode evenveel aflossing.
2. Je betaalt elke periode evenveel rente.
3. Je betaalt elke periode in totaal evenveel.
4. Je betaalt elke periode in totaal steeds minder.

Welke hypotheek is in totaal het goedkoopst?

1. Lineaire hypotheek
2. Annuïteiten hypotheek
3. Er zit geen verschil in.
4. Geen idee.

Wat is het indexcijfer van 2013?

1. 94
2. 95
3. 96
4. 97

Socrative Quiz

Zelfstandig werken

Kijk de opdrachten van hoofdstuk 7 na met het nakijkboekje. 

Elo/studiewijzer/Antwoorden hoofdstuk 7.

Maak een samenvatting voor het proefwerk

Opdracht bij filmpje

Wat is het verschil tussen een kapitaaldekkingsstelsel en het omslagstelsel?

Opdracht bij filmpje

Wat is het verschil tussen een kapitaaldekkingsstelsel en het omslagstelsel?

Omslagstelsel

* Nu premie afdragen voor de ouderen van nu.

*AOW

Kapitaaldekkingsstelsel

*Nu premie afdragen voor jezelf.

*Pensioenfonds

Verschil tussen AOW en pensioen

De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een basispensioen van de overheid. Iedereen die in Nederland woont of heeft gewoond en de AOW-leeftijd heeft bereikt, heeft recht op AOW. Daarnaast heb je wellicht via je werkgever nog aanvullend pensioen, ook wel werknemerspensioen, opgebouwd.

Hoeveel AOW krijg je??

Opdracht bij filmpje

Wat is vergrijzing en wie zijn de babyboomers?

Opdracht bij filmpje

Wat is vergrijzing en wie zijn de babyboomers?

Bespreken SO / Zelfstandig werken

Maak opgave 1 t/m 6 van paragraaf 7.3 vanaf pagina 198.

Huiswerk

Maak opgave 7 t/m 12 van paragraaf 7.3 vanaf pagina 200.

Naast AOW en een pensioenuitkering 

- zelf sparen 

- een lijfrenteverzekering afsluiten:

         wordt eenmalig of een paar keer premie betaald. Op een                 afgesproken einddatum komt de verzekering tot uitkering.