Les 9 Spaans V5 examen oral y textos

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

La clase de español de V5

martes, 10 de mayo de 2021

Contesta en español:
1. ¿Qué tal tus vacaciones?
2. ¿Qué hiciste en las vacaciones?

Los objetivos de hoy

Saber cuándo y qué son los exámenes y practicar para el examen de oray y para textos.

Hoy en clase

La clase anterior

Las fechas de los exámenes

"El toetsoverzicht"

La preparación para la clase de hoy

Practicar examen oral con citas rápidas 

practicar con textos

La evaluación

La preparación para la siguiente clase

Mira las imágenes y escribe en español:
lo que hiciste en la clase anterior

Las fechas de los exámenes

Grupo en casa en este momento 18 de mayo: leesvaardigheid (52 t/m 63 spa-ned)

20 de mayo: examen de vocabulario (reader 35 t/m 50 spa-ned, ned-spa)y gramática (ser/hay/estar, presente, indefinido, imperfecto, futuro y condicional)

1 juni en 3 juni alleen eerste uur (tweede uur weer komen)

tp3: boektoets Gaudí inacabado

Las fechas de los exámenes

Grupo en clase 27 de mayo: leesvaardigheid (52 t/m 63 spa-ned)

25 de mayo: examen de vocabulario (reader 35 t/m 50 spa-ned, ned-spa)y gramática (ser/hay/estar, presente, indefinido, imperfecto, futuro y condicional), tweede lesuur gewoon les

8 juni en 10 juni alleen eerste uur (tweede lesuur gewoon les)

tp3: Gaudí inacabado

El toetsoverzicht

¿Tienes preguntas sobre los deberes o sobre los exámenes? Escribe en holandés.

Traduce las palabras al holandés:
1. la llave
2. al lado de
3. maquillarse
4. delgado
5. hacer novillos
6. hacer vela

Traduce las palabras al español
1. de vloer
2. in de hoek
3. een keer in de week
4. een hekel hebben aan
5. klein
6. de bel
7. zich vervelen

Traduce estos verbos en el futuro
1. je zult het huiswerk maken
2. Wij zullen gaan
3. Jij zal hebben
4. Hij zal weten

Traduce estos verbos en el condicional
1. ik zou gaan
2. jij zou kunnen
3. hij zou zeggen
4. wij zouden praten
5. jullie zouden reizen

Escribe ahora 5 preguntas que podrías hacer en el examen oral. Piensa en los temas.

Citas rápidas

En casa: llama a 3 compañeros y habla en español. 

En clase: hablar con diferentes alumnos sobre los temas según la hoja

¿Qué tienes que aprender mejorar para que puedas hablar bien en el examen oral?
Escribe en español o holandés.

¿Qué exámenes tenéis todavía para español?
Contesta en español, por favor.

II objetivo: practicar con textos

¿Qué deportistas españoles conoces?
Escribe los nombres y el deporte

Texto 4 

Ve a teams español y abre en periode 3 textos havo.

Utiliza la estrategia básica.

¿De qué va el texto?

Hacer texto 4

Hacer texto 4 cómo hemos practicado en clase:

Lees eerst de vraag, vertaal deze

lees dan de tekst

Formuleer je antwoord

bekijk de antwoorden, zoek woorden op die je niet kent.

Kies dan het antwoord.

Maak de vragen t/m 17, eerder klaar, maak dan de tekst af.

Markeer in je teksten, schrijf woorden op die je opzoekt. Gebruik echte woordenboeken! 

Stuur hier je antwoorden op van tekst 4.

Stuur hier een foto van je gemarkeerde tekst.

Hoe ging deze tekst?
Wat heb je nodig zodat je beter wordt in teksten?

La preparación para la siguiente clase

voor dinsdag:

Leren voor alle groepen vocabulaire leesvaardigheid spa-ned

voor groep 1: leesvaardigheidstoets 90 minuten

de andere groep gaat een les in lessonup maken over teksten.

voor donderdag:

voor groep 1: grammatica en vocabulairetoets

de andere groep gaat een les in lessonup maken over teksten