2.1 Fictie - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je benodigdheden alvast op tafel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je benodigdheden alvast op tafel

Slide 1 - Diapositive

Lekker lezen

  • Pak je schrift en begin met lezen
  • We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
Schrijf de antwoorden in je schrift.
Zet voor de kantlijn 2.1 Fictie, 
schrijf de vragen hieronder over, noteer het vraagnummer voor de kantlijn en schrijf de antwoorden op de regel eronder.

1. Welk boek lees je nu?
2. Wie heeft dit boek geschreven?
3. Wat is het genre van dit boek?

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
Schrijf de antwoorden in je schrift.
Zet voor de kantlijn 2.1 Fictie, 
schrijf de vragen hieronder over, noteer het vraagnummer voor de kantlijn en schrijf de antwoorden op de regel eronder.

1 Wat is de tijd in jouw boek?
2 Wat is de plaats in jouw boek?
2 Welke volgorde zit er in jouw boek?

Slide 4 - Diapositive


  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 


    Afspraken

    Slide 5 - Diapositive

    Check
    Hoe voel je je op dit moment?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 6 - Sondage

    2.1 Fictie
    Leerdoelen

    In deze paragraaf leer je:

    • over tijd en plaats in een verhaal;
    • wat chronologische volgorde in een verhaal is.

    Slide 7 - Diapositive

    Talent  Fictie blz. 82

    Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
    Instructie en aantekeningen

    Slide 8 - Diapositive

    Tijd in een verhaal
    Als je een verhaal leest speelt het zich af in het verleden, in de toekomst of in het heden (nu). 
    Soms wisselt de schrijver even van tijd, dan ga je bijvoorbeeld even een week terug of maak je juist een sprong naar jaren later.
    Een sprong terug in de tijd is een flashback en een sprong vooruit in de tijd is een flashforward.

    Slide 9 - Diapositive

    Chronologische volgorde
    Als je een verhaal precies leest in de volgorde dat het gebeurd is noem je dat chronologisch. Er zitten geen sprongen in, je leest het zoals het gebeurt.
    Opstaan, douchen, aankleden, ontbijten, tandenpoetsen.

    Dit lijkt op een opsomming, maar bij de chronologische volgorde maakt het wel uit in welke volgorde het gebeurt.

    Slide 10 - Diapositive

    Aan het werk!
    Hoe pak jij het deze les aan?
    Ik wil graag nog meer uitleg van de docent
    Ik ga de opdrachten maken

    Slide 11 - Sondage

    Vandaag
    Herhaling 
    Wat?
    maak opdr. 1 t/m 6
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek .
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    Numo sprongtoets - Lezen uit je leesboek
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 12 - Diapositive

    Vandaag
    bespreken opdr. 1 t/m 6
    Wat?
    maak opdr. 8, 9, 10
    Hoe?
    Lees eerst de opdracht goed door.
    Beantwoord daarna de vragen in je werkboek .
    Hulp
    Vraag? Steek je vinger op.
    Tijd
    Timer
    Klaar?
    Numo sprongtoets / Lezen uit je leesboek
    Aan het werk 
    timer
    10:00

    Slide 13 - Diapositive

    2.4 Fictie
    Leerdoelen

    In deze paragraaf heb je geleerd:

    • over tijd en plaats in een verhaal;
    • wat chronologische volgorde in een verhaal is.

    Slide 14 - Diapositive

    Hoe is het deze les gegaan?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 15 - Sondage

    Bij de les?

    Leerdoelen Fictie gehaald?
    Sprongtoets WW spelling 100%?

    Vragen?

    Volgende les!

    Lezen 2.3






    Slide 16 - Diapositive