werden (ovt)

werden
=worden
= zullen
Ich werde später Polizist werden
 ( = ik zal later politieagent worden)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

werden
=worden
= zullen
Ich werde später Polizist werden
 ( = ik zal later politieagent worden)

Slide 1 - Diapositive

verleden tijd
wurden = werden
würden = zouden

Slide 2 - Diapositive

werden- wurden- würden
ich werde
du wirst
er wird
wir werden
ihr werdet
sie werden
ich bin geworden
ich wurde
du wurdest
er wurde
wir wurden
ihr wurdet
sie wurden
ich würde
du würdest
er würde
wir würden
ihr würdet
sie würden

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

3

Slide 5 - Vidéo

02:19
vertaal:
was würdest du machen?

Slide 6 - Question ouverte

02:35
Ich würde zuerst meine Steuern bezahlen =
A
Ik word eerst mijn belasting betaald
B
Ik zou eerst mijn belasting betalen
C
ik moet eerst mijn belasting betalen

Slide 7 - Quiz

03:49
Ich würde jeden Tag Obst essen =
A
Ik zou iedere dag fruit eten
B
Ik zal iedere dag fruit eten

Slide 8 - Quiz

1

Slide 9 - Vidéo

07:45
Vertaal:
Was möchtest du werden?

Slide 10 - Question ouverte

Let op!!
In het Nederlands zeggen we heel vaak dat we iets GAAN doen
gehen = gaan (te voet)
In het Duits zegt men dat men iets ZAL doen 
werden = zullen 

Slide 11 - Diapositive

Wir werden heute Oma besuchen
= wij gaan vandaag naar Oma.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Wir fahren heute zu meiner Oma =
Wij gaan vandaag (met de auto) naar mijn oma
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Wir gehen heute zu meiner Oma =
Wij gaan vandaag (lopend) naar mijn oma
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Wann wirst du dein Zimmer endlich aufräumen?
A
Wanneer ruim je je kamer eindelijk op?
B
Wanneer ga je je kamer eindelijk opruimen?
C
Wanneer wordt je kamer eindelijk opgeruimd?
D
Wanneer zal jij je kamer eindelijk opruimen?

Slide 15 - Quiz

Antwoord B was ook goed!!

Slide 16 - Diapositive

3

Slide 17 - Vidéo

00:38
wat is de vertaling van het woord: Dosen?

Slide 18 - Question ouverte

01:11
Gemüse =

Slide 19 - Question ouverte

03:05
Fruit (alle Duitse woorden die je hebt gehoord!)

Slide 20 - Carte mentale