21.1 - Imparfait

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue!

L'imparfait

= Verleden tijd

Bijvoorbeeld:

ik gaf

jij had

hij deed

wij maakten

jullie liepen

zij dansten

Hoe maak je de imparfait?

Stap 1: Je neemt de nous-vorm van een werkwoord.

Bijvoorbeeld:

(donner) donnons

(rester) restons

(avoir) avons

(faire) faisons

(prendre) prenons

(finir) finissons

Stap 2: Je haalt -ons ervan af

Bijvoorbeeld:

(donner) donnons

(rester) restons

(avoir) avons

(faire) faisons

(prendre) prenons

(finir) finissons

Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:

(Zie volgende dia)

"

Dus:

(donner)  je donnais = ik gaf

(rester)  tu restais = jij bleef

(avoir) il avait = hij had

(faire) nous faisions = wij maakten/deden

(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten

(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Uitzondering: être

Stap 1: Nous vorm = sommes

Stap 2: - ons eraf

Euh....Dat gaat niet :(

De stam van être = ét

Dus:

j'étais = ik was

tu étais = jij was

il était = hij was

nous étions = wij waren

vous étiez = jullie waren/u was

ils étaient = zij waren

Let op:

De verleden tijd van il y a =

Il y avait

il y a = er is / er zijn

il y avait = er was /er waren

Het is weer even geleden..
Wat weet je nog over de imparfait?

Hoe vind je de stam van de imparfait?

1. passé composé - é
2. heel ww min -er + uitgang
3. je vorm
4. nous-vorm min -ons

Sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord. 

je / tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

-ais

-ait

-ions

-iez

-aient

Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?

1. ais, ais, ait, ions, iez, aient
2. iez, aient, ons, t, s , ens

En nu even zelf... Hoe maak je de imparfait ook alweer? noteer de 2 stappen.

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?

1. C'était
2. Nous chantons
3. Il y avait
4. Je voulais

Imparfait:
il + rester

1. resterait
2. restait
3. restais
4. est resté

Nous (imparfait) ___

1. avons
2. avions
3. aivons
4. avoins

elles (parler, imparfait)

1. parlent
2. parlait
3. parle
4. parlaient

De imparfait is de toekomende tijd.

1. Vrai
2. Faux

Je (trouver, imparfait)

1. trouvait
2. trouve
3. trouvais
4. trouvai

Elles (donner, imparfait)

1. donnaient
2. donniez
3. donnions
4. donnait

Kies de juiste vorm

(parler / imparfait) je ...

1. je parle
2. je parlais
3. j'ai parlé
4. je parles

vetaal: ik praatte (imparfait)

1. je parlait
2. je parlais
3. je parle
4. j'ai parlé

Zet in de imparfait
on (avoir)

1. on avais
2. on avoirait
3. on avait
4. on avions

Elles (aller, imparfait) toujours ensemble.

1. vont
2. allont
3. allaient
4. allez

Nous (regarder) un film

1. regardaient
2. regardions
3. regardons
4. regardiez

Je suis --> imparfait

1. J'avais
2. J'étais
3. Je étais

Nous dansons --> imparfait

1. dansions
2. danses
3. dansons
4. dansiez

Elle regarde --> imparfait

1. regardeait
2. regardait
3. regarda
4. regarderait

Vous changez --> imparfait

1. changerez
2. changez
3. changer
4. changiez

kruiswoordpuzzel imparfait

Plaats hier je kruiswoordpuzzel
(maak een foto)

AU REVOIR!!