2.4 Het gebit

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

bs 2.4 gebit

doelen

Huiswerk Opdr. 14 (blz. 80) en opdr. 23 (blz. 92) 2.4 lezen (blz. 94) nakijken

Je kunt uitleggen wat vertering is

Je kent de functies van het gebit

Je kunt rekenen met een tandformule

Het gebit

Functies gebit

Lesopdracht

Lees opdr. 25 blz. 95

Ga bij je buurman/buurvrouw kijken 

Of voel bij jezelf met je tong

Welke tanden/kiezen missen er? zet een kruis in afb. 38

Het gebit

cariës

gaatjes

tandplak

Bestaat uit etenresten, bacterien, speeksel
Bacterien eten suikers, en produceren zuur

Dit zuur tast het glazuur aan

tandsteen

tandsteen is tandplak dat niet meer weg te poetsen is.

overbeet

Boventanden die te ver naar voren staan.

Oplossing is een beugel

Hoe vaak per dag poets jij?

1. nooit
2. 1x
3. 2x
4. vaker dan 2x

Hoe lang poets jij ongeveer?

1. Minder dan 1 minuut
2. 1 minuut
3. tussen de 1 en 2 minuten
4. langer dan 2 minuten

Waardoor krijg je gaatjes?

Hoe vaak heb jij een gaatje gehad?

1. Nooit
2. 1x
3. 2x
4. Meer dan 2x

Tand

Het gedeelte van je tanden wat wat je moet poetsen heet:

1. tandbeen
2. kaakbeen
3. cement
4. kroon

In je tanden zitten.....

1. bloedvaten
2. zenuwen
3. bloedvaten en zenuwen
4. geen van beiden

hoeveel kiezen heeft een volwassene

1. 12
2. 16-20
3. 20
4. 24

wat is de functie van tandglazuur?

1. Het tandbeen beschermen tegen zuren
2. Het vastzetten van de tand in de kaak
3. Het afbijten van voedsel
4. het aantonen van tandplak

waar lopen de zenuwen van tanden?

1. in de tandholte
2. onder het wortelvlies
3. in het tandbeen
4. in het kaakbeen

Op welke leeftijd komen verstandskiezen gemiddeld door?

1. 10-12
2. 14-18
3. 18-22
4. 25+

1. 3 = tandvlees 4 = wortelvlies
2. 3 = wortel 4 = wortelvlies
3. 3 = tandvlees 4 = cement
4. 3 = tandvlees 4 = kaakbeen

1. 1 = glazuur 2 = cement 10 = tandbeen
2. 1 = kroon 2 = tandholte 10 = wortel
3. 1 = cement 2 = zenuw 10 = kroon
4. 1= glazuur 2= tandholte 10 = kroon

Hiermee zit een tand of kies vast in de kaak.

1. Kroon
2. Wortel
3. Tandholte
4. Tandbeen

De buitenste laag van een tand is tandbeen

1. waar
2. niet waar

Huiswerk

Opdr. 24 t/m 32