Les 4 - Debat

Afsluiting H2
Lesplanning:
  1. Debat kernenergie
  2. Herhaling dichtheid
  3. Practicum wet van Archimedes
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Afsluiting H2
Lesplanning:
  1. Debat kernenergie
  2. Herhaling dichtheid
  3. Practicum wet van Archimedes

Slide 1 - Diapositive

Halve klas aanwezig
Stelling

Taakverdeling
  • 4 tegen 4 debateren.
  • De rest is jury en voert een ronde eerder/later debat.

Stappenplan
  1. voorbereiden argument(en) (5 min)
  2. peiling mening jury
  3. belangrijkste argument (1 min)
  4. debateren (4 minuten)
  5. slotzin (elke debattant)
  6. peiling mening jury
    Wie is de winnaar en waarom? 
Nederland moet investeren in een nieuwe kerncentrale.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor- en tegenstanders
Voorstanders: 
Alicia, Artemy, Bram vd Bighelaar, Bram Vogel, Brent, Carolijn, Cato, Daan, Djurre, Florian, Hilde, Jelle en Michelle
Tegenstanders:     
Lieke, Lucian, Mariano, Mats, Morten, Naomi, Quint, Renske, Rinke, Sara, Silvijn, Tess, Tim,  Xanne en Leah
Dikgedrukt - mee op uitwisseling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ronde 1
Voorstanders:  

Tegenstanders:     

Jury: 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Kort overleg
belangrijkste argument

Voorstanders:


Tegenstanders:


timer
4:00
Jury: bij elkaar zitten voor uitleg van jullie taak.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wie is voorstander?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelregels
  • Laat elkaar uitpraten.
  • Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’ .
  • Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’.
  • Let op je lichaamstaal en stemgebruik.
Debat
timer
4:00

Slide 9 - Diapositive

De discussie opgang brengen:
  • kernafval 


Afsluitend argument

  • Elke debattant geeft een afsluitend argument. 

  • Luister naar elkaar, speel in op elkaars argumenten.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wie is voorstander?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom? 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ronde 2
Voorstanders:  

Tegenstanders:     
Jury: 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Kort overleg
belangrijkste argument

Voorstanders:


Tegenstanders:


timer
4:00
Jury: bij elkaar zitten voor uitleg van jullie taak.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wie is voorstander?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelregels
  • Laat elkaar uitpraten.
  • Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’ .
  • Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’.
  • Let op je lichaamstaal en stemgebruik.
Debat
timer
4:00

Slide 18 - Diapositive

De discussie opgang brengen:
  • kernafval 


Afsluitend argument

  • Elke debattant geeft een afsluitend argument. 

  • Luister naar elkaar, speel in op elkaars argumenten.


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wie is voorstander?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom? 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury:
Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H7 Materialen
§7.1 dichtheid

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen
geen
stofeigenschappen
kleur
massa
brandbaarheid
geur
vorm
smaak
kookpunt

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het zwaar?!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De formule van dichtheid
dichtheid=volumemassa
ρ(cm3g)=V(cm3)m(g)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Massa berekenen
ρ = 23 g/cm³
V = 200 cm³ 
m = ... g

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume berekenen
ρ = 12 g/cm³
m = 132 g
V = ... cm³

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid = 2,5 g/cm³.
Het volume = 4 cm³.
Bereken de massa.
A
4 : 2,5 = 1,6 g
B
2,5 : 4 = 0,625 g
C
2,5 x 4 = 10 g

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm³
Bereken het volume.
A
15 : 3 = 5 cm³
B
3 : 15 = 0,2 cm³
C
15 x 3 = 45 cm³

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen
massa, volume en dichtheid

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

100 g = ... kg
A
0,01 kg
B
10 kg
C
0,1 kg
D
1000 kg

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

540 mg = ... g
A
540 000 g
B
54 g
C
5400 g
D
0,54 g

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 L = ... dm³
A
0,1 dm³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
100 dm³

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2,0 L = ... cm³
A
20 cm³
B
200 cm³
C
2000 cm³
D
0,20 cm³

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³
A
10 000
B
1000
C
0,01
D
0,001

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

dichtheid omrekenen
10 g/cm³ = 10 000 g/dm³

6754 kg/m³ = ...................... kg/dm³ 

23 g/dm³ = ........................... g/cm³ 

1000 g / cm³ = ..................... kg/cm³ 



Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

25 g/cm³ = ... g/dm³
A
0,025
B
0,25
C
2500
D
25 000

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6530 kg/m³ = ... kg/dm³
A
653
B
6,530
C
0,6530
D
653000

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is
19,3 g/cm³. Bereken het volume.
A
35 : 19,3 = 1,8 cm³
B
19,3 : 35 = 0,55 cm³
C
35 x 19,3 = 675,5 cm³

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van archimedes
De opwaartse kracht is gelijk aan de zwaartekract  
van het verplaatste water.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume van het voorwerp berekenen.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum wet van archimedes
werk in tweetallen

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom blijf je drijven in
de dode zee?

Slide 50 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fukushima
reizen waes

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions