Les 4 - Debat

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Afsluiting H2

Lesplanning:

1. Debat kernenergie
2. Herhaling dichtheid
3. Practicum wet van Archimedes

Halve klas aanwezig

Stelling

Taakverdeling

• 4 tegen 4 debateren.
• De rest is jury en voert een ronde eerder/later debat.

Stappenplan

1. voorbereiden argument(en) (5 min)
   
2. peiling mening jury
3. belangrijkste argument (1 min)
4. debateren (4 minuten)
5. slotzin (elke debattant)
6. peiling mening jury
   Wie is de winnaar en waarom? 

Nederland moet investeren in een nieuwe kerncentrale.

Voor- en tegenstanders

Voorstanders: 
Alicia, Artemy, Bram vd Bighelaar, Bram Vogel, Brent, Carolijn, Cato, Daan, Djurre, Florian, Hilde, Jelle en Michelle

Tegenstanders:     

Lieke, Lucian, Mariano, Mats, Morten, Naomi, Quint, Renske, Rinke, Sara, Silvijn, Tess, Tim,  Xanne en Leah

Dikgedrukt - mee op uitwisseling

Ronde 1

Voorstanders:  

Tegenstanders:     

Jury: 

Kort overleg

belangrijkste argument

Voorstanders:

Tegenstanders:

Jury: bij elkaar zitten voor uitleg van jullie taak.

Jury

Wie is voorstander?

Voorstanders

belangrijkste argument

Tegenstanders

belangrijkste argument

Spelregels

• Laat elkaar uitpraten.
  
• Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’ .
• Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’.
• Let op je lichaamstaal en stemgebruik.
  

Debat

De discussie opgang brengen:

• kernafval 
• 
  

Afsluitend argument

• Elke debattant geeft een afsluitend argument. 
  
  
• Luister naar elkaar, speel in op elkaars argumenten.

Jury

Wie is voorstander?

Jury

Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom? 

Ronde 2

Voorstanders:  

Tegenstanders:     

Jury: 

Kort overleg

belangrijkste argument

Voorstanders:

Tegenstanders:

Jury: bij elkaar zitten voor uitleg van jullie taak.

Jury

Wie is voorstander?

Voorstanders

belangrijkste argument

Tegenstanders

belangrijkste argument

Spelregels

• Laat elkaar uitpraten.
  
• Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’ .
• Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’.
• Let op je lichaamstaal en stemgebruik.
  

Debat

De discussie opgang brengen:

• kernafval 
• 
  

Afsluitend argument

• Elke debattant geeft een afsluitend argument. 
  
  
• Luister naar elkaar, speel in op elkaars argumenten.

Jury

Wie is voorstander?

Jury

Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom? 

Jury:
Wat vondt je van het debat? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom?

H7 Materialen

§7.1 dichtheid

Stofeigenschappen

geen

stofeigenschappen

kleur

massa

brandbaarheid

geur

vorm

smaak

kookpunt

Is het zwaar?!

Dichtheid

Dichtheid,

massa en volume

De formule van dichtheid

dichtheid=​volume​​massa​​

ρ(​cm​3​​​​g​​)=​V(cm​3​​)​​m(g)​​

Massa berekenen

ρ = 23 g/cm³

V = 200 cm³ 

m = ... g

Volume berekenen

ρ = 12 g/cm³

m = 132 g

V = ... cm³

De dichtheid = 2,5 g/cm³.
Het volume = 4 cm³.
Bereken de massa.

1. 4 : 2,5 = 1,6 g
2. 2,5 : 4 = 0,625 g
3. 2,5 x 4 = 10 g

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm³
Bereken het volume.

1. 15 : 3 = 5 cm³
2. 3 : 15 = 0,2 cm³
3. 15 x 3 = 45 cm³

Omrekenen

massa, volume en dichtheid

100 g = ... kg

1. 0,01 kg
2. 10 kg
3. 0,1 kg
4. 1000 kg

540 mg = ... g

1. 540 000 g
2. 54 g
3. 5400 g
4. 0,54 g

1 L = ... dm³

1. 0,1 dm³
2. 1 dm³
3. 10 dm³
4. 100 dm³

500 ml = ... cm³

1. 50
2. 0,5
3. 500
4. 5000

530 cm³ = ... dm³

1. 0,53 dm³
2. 5,3 dm³
3. 53 dm³
4. 5300 dm³

2,0 L = ... cm³

1. 20 cm³
2. 200 cm³
3. 2000 cm³
4. 0,20 cm³

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³

1. 10 000
2. 1000
3. 0,01
4. 0,001

dichtheid omrekenen

10 g/cm³ = 10 000 g/dm³

6754 kg/m³ = ...................... kg/dm³ 

23 g/dm³ = ........................... g/cm³ 

1000 g / cm³ = ..................... kg/cm³ 

25 g/cm³ = ... g/dm³

1. 0,025
2. 0,25
3. 2500
4. 25 000

6530 kg/m³ = ... kg/dm³

1. 653
2. 6,530
3. 0,6530
4. 653000

Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is
19,3 g/cm³. Bereken het volume.

1. 35 : 19,3 = 1,8 cm³
2. 19,3 : 35 = 0,55 cm³
3. 35 x 19,3 = 675,5 cm³

Wet van archimedes

De opwaartse kracht is gelijk aan de zwaartekract  

van het verplaatste water.

Volume van het voorwerp berekenen.

Practicum wet van archimedes

werk in tweetallen

Waarom blijf je drijven in
de dode zee?

Fukushima

reizen waes