Iran par 1, 2 en 3 herhaling

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Aan het einde van de les

Kun je op jouw eigen tempo zelfstandig werken.

Weet je hoe je kunt leren voor de toets

Weet je wat je al kent 

Weet je wat je nog niet goed kent

Wat ga je nu doen? Zelf?? Of samen??

1.Log in op lessonup.com en zoek deze lessonup.
Doorloop iedere slide zelf op je eigen tempo.
2.Eerst ga je de paragraaf nakijken (nakijkbladen in teams), daarna maak je de vragen en opdrachten op de slides die daarna komen.
3.Vragen? Steek je vinger op!

4.Je hebt hier ongeveer 40 minuten de tijd voor!

5.Helemaal klaar?? Bekijk de slide over het leren voor het SO. Hoe leer jij? Begin vast met leren.
6.Tijd over? We spelen een spelletje!

Paragraaf 1: Hoe kun je kaarten over Iran goed lezen?

1. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Iran?

2. Wat is het verschil tussen overzichtskaarten en thematische kaarten?

3. Hoe ziet de bevolkingsspreiding van Iran er uit en waarom?

4. Welke vier dingen zijn er nodig bij het kaartlezen?

Kijk paragraaf 1 na

De nakijkbladen staan onder >>Lesmateriaal


Niet gemaakt? Ga aan de slag! Ga na 10 minuten verder.

Waar ligt Iran?

1

2

3

4

1. bij 1
2. bij 2
3. bij 3
4. bij 4

Wat voor soort kaart is dit?

1. Overzichtskaart
2. thematische kaart

Wat is dit voor kaart?

1. Overzichtskaart
2. Thematische kaart

De bevolkingsspreiding in Iran is?

1. gelijkmatig
2. ongelijkmatig

Wat is dit voor kaart

1. Overzichtskaart
2. Thematische kaart

Wat is dit voor kaart

1. Overzichtskaart
2. Thematische kaart

Wat is dit voor kaart?

1. Overzichtskaart
2. Thematische kaart

Opdracht: Schrijf onderstaande begrippen uit over en zet de betekenis er (uit je hoofd)achter

1. Bevolkingsdichtheid
2. Bevolkingsspreiding
3. Kaart
4. Kaartlezen
5. Legenda
6. Overzichtskaart
7. Schaal
8. Thematische kaart
9. Topografie

Paragraaf 2: Waarom moet je bij aardrijkskunde inzoomen en uitzoomen?

1.Wat zijn de verschillen tussen wijken in het zuiden en het noorden van Teheran?

2. Wat is het verschil tussen inzoomen en uitzoomen?

3. Wat zijn de vijf schaalniveau's?

Kijk paragraaf 2 na

De nakijkbladen staan onder >>Lesmateriaal


Niet gemaakt? Ga aan de slag! Ga na 10 minuten verder.

Kijk goed naar deze twee kaarten

Wat doe ik hier? Vul in in de volgende slide

Wat deed je als je toen je eerst naar de linkerkaart en daarna naar de rechterkaart keek?

Noem de vijf schaalniveau's

Wat zijn de kenmerken van een wijk in het zuiden van Teheran?

Opdracht: Schrijf onderstaande begrippen over in je notitieschrift en zet de betekenis er achter

1. Bevolkingsdichtheid
2. Bevolkingsspreiding
3. Inzoomen
4. Plattegrond
5. Schaal
6. Schaalniveau
7. Uitzoomen

Paragraaf 3: Hoe gebruik je de atlas?

Hoe deel je de aarde op in breedte- en lengtecirkels?

Hoe gebruik je de inhoudsopgave, bladwijzer, register en legenda in de atlas?

Teken een cirkel in je notitieschrift:

Vul in:

1. Evenaar

2.Noordpool

3.Zuidpool

4.Noordelijk halfrond

5.Zuidelijk halfrond

6.Noorderbreedte
7.Zuiderbreedte
8.Nulmeridiaan
9.Breedtecirkel (parallel)
10.Lengtecirkel (meridiaan)

Stel hier een vraag of vragen over paragraaf 1, 2 of 3

Klaar? Je mag je laptop dichtdoen 

Check nog even of je een vraag hebt ingevuld bij de laatste slide!

Leren voor het SO

1.Bekijk de deelvraag. Kun je hier een mindmap van maken?

2.Bekijk het oranje blokje achter iedere paragraaf in je werkboek. 

3.Leer de begrippen. Probeer ook eens iemand de betekenis te laten oplezen en te kijken of je weet welke het is?

4.Alle opdrachten gemaakt en nagekeken? Bekijk ook de opdrachten goed. Snap je ze?

5.Ik vraag niet letterlijk of je de topografie van Iran uit je hoofd kunt opschrijven. 

6.Maak zelf toetsvragen. 

7.Maak je samenvattingen? besteed er niet teveel tijd aan. Je kunt beter veel oefenen met begrippen en oefentoetsjes maken.

8. De methode online heeft ook oefeningen die je kunt maken. (zie het kopje digitaal in het oranje blokje)

                               Bingo                            

1.Teken een raster op een blaadje met 9 vakjes.

2.Zet in elk vakje een begrip

3.De docent leest straks de definitie van een begrip voor. Kruis het begrip aan als je denkt dat deze bedoeld wordt.

4.Als je horizontaal of verticaal 3 begrippen juist hebt dan roep je bingo. Als het klopt verdien je een steentje.

Bevolkingsdichtheid

Bevolkingsspreiding

Kaart

Kaartlezen

Legenda

Absolute ligging

Overzichtskaart

Schaal

Oosterlengte

Thematische kaart

Topografie

Uitzoomen

Schaalniveau

Inzoomen

Plattegrond
Zuiderbreedte
Nulmeridiaan
Lage breedte
Evenaar