5.1 - Industrie en samenleving

H5 - Burgers en stoommachines
19e eeuw
1800-1900
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H5 - Burgers en stoommachines
19e eeuw
1800-1900

Slide 1 - Diapositive

H5 - Burgers en Stoommachines
5.1 Industrie en samenleving
5.2 Democratie in Nederland
5.3 De sociale kwestie
5.4 Politiek en samenleving
(5.5 Schilderkunst en fotografie)

Waarom werden de eerste stoomtreinen uitgevonden?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

5.1 Industrie en samenleving
1. Je weet wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen

2. Je weet hoe en waardoor de productie toenam

3. Je weet wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie

4. Je weet wat er veranderde in de samenleving


Onderwerp
De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 4 - Diapositive

1. Grote veranderingen
Nieuwe woorden

Slide 5 - Carte mentale

1. Grote veranderingen
De periode vanaf 1800 wordt de moderne tijd genoemd -> leven verandert drastisch

Veranderingen
- Van landbouw naar fabrieken
- Handarbeid wordt vervangen door machines
- Reizen per trein of stoomschip ipv met paard of te voet
-  Verlichting op straat
- Nieuwe producten, zoals lucifers, blikvoedsel en telefoons


Slide 6 - Diapositive

Noem drie manieren van vervoer rond 1800.

Slide 7 - Question ouverte

Bij de industriële revolutie werd (1. ...) vervangen door (2. ...)

Slide 8 - Question ouverte

Liverpool was in 1900 een industriestad want er werden (1. ...) gemaakt door machines in (2. ...)

Slide 9 - Question ouverte

Noem uit de moderne tijd:
1. Twee nieuwe vervoersmiddelen
2. Drie nieuwe producten

Slide 10 - Question ouverte

Liverpool in Engeland rond 1900

Slide 11 - Diapositive

2. Meer productie
Nieuwe woorden

Slide 12 - Carte mentale

2. Meer productie
De industriële revolutie zorgt voor een toename van de productie en het start in GB

De belangrijkste uitvinding was de stoommachine, uitgevonden door Thomas Newcomen, en daardoor kon steenkool als energiebron gebruikt worden. James Watt ontwikkelde vanaf 1765 betere stoommachines

Het spinnenwiel wordt vervangen door spin- en weefmachines, aangedreven door stoommachines

Vanaf 1830 versnelde de industrialisatie door de stoomtrein en het stoomschip

GB wordt 'de werkplaats van de wereld' genoemd en vanuit hier wordt textiel, machines en andere industrieproducten naar de rest van de wereld geëxporteerd

Vanaf 1850 begint de Industriële Revolutie ook in andere landen, zoals NL en Japan. Vooral de bourgeoisie gingen ondernemen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bedenk een voordeel van aandrijving met stoommachines in vergelijking met watermolens.

Slide 15 - Question ouverte

Door de komst van stoomtreinen en stoomschepen groeide vanaf 180 de productie van (1. ...), (2. ...) en (3. ...)

Slide 16 - Question ouverte

Groot-Brittannië werd omstreeks 1850 'de werkplaats van de wereld' genoemd, omdat het (1. ...) zoals (2. ...) en (3. ...)

Slide 17 - Question ouverte

Vanaf 1850 was er ook industrialisatie in andere (1. ...) en (2. ...).

Slide 18 - Question ouverte

3. Verandering industrie
Nieuwe woorden

Slide 19 - Carte mentale

3. Verandering industrie
Vanaf 1870 gaan de veranderingen sneller

Kunstmest, aardolie, plastic, voedingsmiddel

Ontwikkeling van de gloeilamp, uitgevonden door Thomas Edison

Eerst waren er individuele uitvindingen en daarna, later komt dit bij bedrijven terecht

Slide 20 - Diapositive

Naast de energiebron (1. ...) kwam (2. ...) in gebruik.
Naast ijzer werd het metaal (3. ...) geproduceerd.
De chemische industrie ontstond met producten zoals (4.. ...).

Slide 21 - Question ouverte

De voedingsmiddelen industrie ontstond met producten zoals (1. ...).
Elektriciteit werd gebruikt in (2. ...).

Slide 22 - Question ouverte

Eerst waren uitvindingen het werk van (1. ...) ontdekkers.
Later hadden bedrijven (2. ...) waar technici en wetenschappers (3. ...) deden en nieuwe (4. ...) ontwikkelden.

Slide 23 - Question ouverte

4. Industriële samenleving
Nieuwe woorden

Slide 24 - Carte mentale

4. Industriële samenleving
Industriële samenleving: meer dan de helft van de bevolking in steden woonde en de meeste mensen werkten in de industrie- en dienstensector

Grote bevolkingsgroei en steden breiden uit door grote voedselproductie

Handelskapitalisme wordt industrieel kapitalisme

Relatie tussen werknemer en werkgever wordt onpersoonlijker en lonen werknemers zijn laag

Slide 25 - Diapositive

In de industriële samenleving woonde ..... dan de heft van de bevolking in steden.
A
meer
B
minder

Slide 26 - Quiz

In de industriële werkte een ..... deel van de bevolking in de industrie- en dienstensector.
A
groot
B
klein

Slide 27 - Quiz

In de industriële werkte een ..... deel van de bevolking in de landbouwsector.
A
groot
B
klein

Slide 28 - Quiz

De mannen en vrouwen op deze afbeelding werkten in de .....
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 29 - Quiz

De vrouwen met witte schorten werkten in de .....
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 30 - Quiz

5.1 Industrie en samenleving
1. Je weet wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen

2. Je weet hoe en waardoor de productie toenam

3. Je weet wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie

4. Je weet wat er veranderde in de samenleving


Onderwerp
De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 31 - Diapositive

1. Welke drie dingen heb je vandaag geleerd?
2. Welke twee dingen vond je interessant?
3. Welke vraag heb je nog voor de volgende les?

Slide 32 - Question ouverte