Vragers & Aanbieders (1e) H4. De arbeidsmarkt

Vragers en aanbieders H4



De arbeidsmarkt

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vragers en aanbieders H4



De arbeidsmarkt

Slide 1 - Diapositive

Arbeidsmarkt

Slide 2 - Diapositive

Vraag naar arbeid

Slide 3 - Diapositive

Aanbod van arbeid

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Arbeidsmarkt
Werkgelegenheid
  • het aantal feitelijk bezette banen en vacatures in een land
  • het aantal personen dat een baan heeft en bestaat uit:
  1. mensen in loondienst (werknemers)
  2. zelfstandigen
  • de werkgelegenheid kan worden uitgedrukt in
  1. arbeidsjaren (voltijdbanen)
  2. in personen
Beroepsbevolking
  • personen tussen 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken: zij bieden arbeid aan op de arbeidsmarkt, en bestaat uit:
  1. mensen in loondienst (werknemers)
  2. zelfstandigen
  3. geregistreerde werklozen

Slide 7 - Diapositive

Verplaatsing en verschuiving
Een voorbeeld:
  • aanbod van arbeid daalt (door bij voorbeeld meer parttimers) > omgevingsfactor dus verplaatsing van de aanbodlijn.
  • er ontstaat nieuwe evenwichtsprijs > prijsverandering dus verschuiving op de vraaglijn.

Slide 8 - Diapositive

Minimum loon (effect)

Slide 9 - Diapositive

Werkloos
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit:
  1. alle 15- tot 75-jarigen die in Nederland wonen
  2. die geen betaald werk hebben
  3. maar wel recent naar werk hebben gezocht
  4. en daarvoor direct beschikbaar zijn

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Huiswerk
4,7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Maken t/m opdracht 4.26

Slide 15 - Diapositive

Les 3
Paragraaf 4.5

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Ruime arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag
  • werkloosheid hoog
  • werkzoekenden weinig kans op een baan
  • kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren

Slide 18 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit


Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit

    

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive