passé composé met avoir

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

la tâche de début

In onderstaande zinnen staan fouten. Probeer de fouten te vinden en te verbeteren

Je mag overleggen in tweetallen.

Grammaire: partir & sortir

• Nous partez en vacances au mois août.
• Elle sors de la salle de classe.
• Tim & Luc sortons samedi soir.
• Dépêche toi! Le bus pars maintenant!

Aujourd'hui

• La tâche de début
• Passé composé met avoir
• Au travail! fait les exercices
• Nabespreken/lesafsluiting 

de passé composé

de passé composé met avoir 

Passé Composé

Passé composé

Stap 1: Hulpwerkwoord avoir

Stap 2: Hele werkwoord -ER

Stap 3: + É 

Bijvoorbeeld:

ik heb gegeten (eten = manger)

Ik heb = j'ai
manger + é = mangé

j'ai mangé 

Passé composé

J' (ik)	ai	dans é
Tu (jij)	as	dans é
Il/elle/on (hij/zij/wij)	a	dans é
nous (wij)	avons	dans é
Vous (jullie/u)	avez	dans é
Ils/elles (zij)	ont	dans é

Ik heb gedanst.

Verleden tijd: passé composé 

Le passé composé (avoir)

ai

as

a

a

avons

avez

ont

ont

j'

tu

il

elle

nous

vous

ils

elles

PARLÉ

DANSÉ

DONNÉ

ik heb gepraat

Jij hebt gedanst

Hij heeft gegeven

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?

ai

as

a

avons

avez

ont

Vertaal: Wij hebben gegeten

1. Nous avons mangé
2. Nous mangé
3. Vous mangé
4. Vous avez mangé

Maak de zin compleet:
Ils ...............chanté

1. ont
2. a
3. sont
4. avons

Maak de zin compleet:
Vous avez ...........? (travailler)

1. travaillez
2. travaillé
3. travailler
4. travaillons

Vertaal:
Il a donné un cadeau

Vertaal:
Wij hebben gewerkt

Onregelmatige ww'en

Voor de volgende werkwoorden is de passé composé onregelmatig:

	passé composé	vertaling
être (zijn)	j'ai été	ik ben geweest
avoir (hebben)	j'ai eu	ik heb gehad
faire (maken,doen)	j'ai fait	ik heb gedaan/gemaakt
mettre (zetten)	j'ai mis	ik heb (neer)gezet
pouvoir (kunnen)	J'ai pu	Ik heb gekund
vouloir (willen)	J'ai voulu	Ik heb gewild
prendre (nemen)	j'ai pris	ik heb genomen

Passé composé

faire	j'ai
prendre	tu as
être	il a
avoir	on a
vouloir	nous avons
Pouvoir	Vous avez
Mettre	Elles ont

IIIb. Voltooid deelwoord (onregelmatige)

fait

été

eu

pris

voulu

pu

mis

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig).
Elle ... ses devoirs. (faire)

Au travail !

Wat? Maak de opgaven op het werkblad	Met wie en hoe? - In tweetallen overleggen	Hulp nodig? Steek je hand op
Tijd?	Tip: Kijk op pagina 137	Klaar? - Apprendre 1 t/m 6 leren