Les 20 april 2023 Begeleiding aan mensen met een beperking

• Welzijn
• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Les 20 april 2023 Begeleiding aan mensen met een beperking

Begeleiding aan mensen met een beperking

Leerdoelen

* Student kent de fases van sociale emotionele ontwikkeling

* Student kan de begeleiding aanpassen aan de emotionele ontwikkeling van de client

Welke sociale emotionele ontwikkelfases kennen jullie?

In de beschrijving van de sociaal-emotionele ontwikkeling worden de volgende fasen onderscheiden:

1- Eerste Adaptatiefase : 0 - 6 maanden

2- Eerste Socialisatie fase : 6 - 18 maanden

3- Eerste Individuatiefase : 18 - 36 maanden

4- Eerste Identificatiefase : 3 - 7 jaar

5- Realiteitsbewustwording : 7 - 12 jaar

Eerste adaptatiefase (0 – 6 maanden)

Gewenning aan voeding, waak-/slaapritme, geluiden en aanraking, 

Het contact verloopt via de tast, ruik en smaak.

Huilen is in deze fase de belangrijkste manier om aandacht te vragen of contact

Huilen staat voornamelijk nog voor lichamelijk ongemak (honger, dorst, pijn, vermoeidheid, te veel prikkels, gespannen sfeer).

Weg = weg

Begeleidingsstijl in de Adaptatiefase

Het aanbrengen van rust en ontspanning, en het aanbrengen van regelmaat in activiteit en inactiviteit, staan centraal.

Mogelijke gedragskenmerken: stress uit zich in onrust, angst, woede uitbarstingen, automutilatie (zelf verwondend gedrag), stereotypen, teruggetrokkenheid, passiviteit, verstoring dag/nachtritme, ontregeling bij verandering in omgeving, problemen met sensorische integratie 

Eerste socialisatiefase

Het contact tussen bewoner en de verzorgende is hierin erg belangrijk.

De nabijheid van de verzorgende is voor de bewoner erg belangrijk. De bewoner ontdekt zijn eigen lichaam en kan gebruiken zoals een voorwerp pakken. Het bewoner kent lust en onlustgevoelens en kan liefde, angst en woede tonen. 

Begeleidingsstijl in de eerste socialisatiefase (6-18 maanden)

Lichamelijk contact in het zicht zijn, voorspelbaarheid in doen en laten, vaste rituelen en ritmes dragen hieraan bij. 

Communicatie bestaat uit lichaamstaal en korte zinnetjes- (één of tweewoords) gekoppeld aan het hier en nu. Aanraken en oogcontact maken alvorens je de boodschap overbrengt is belangrijk. 

Eerste individuatiefase (18-36 maanden)

De bewoner beseft dat hij/zij een eigen persoon is en kan soms losstaan van de begeleider. De bewoner krijgt een eigen wil en kan hier invloed op uitoefenen. De begeleider kan soms uit het zicht maar dit is voor korte duur. Bewoner kan boos worden en hier zelfs bang van worden dat hij zo boos kan worden. Er is nog geen sprake van samen een activiteit ondernemen met een andere bewoner. De bewoner heeft gevoelens en trots, angst, verdriet, jaloezie en liefde.

Begeleidingsstijl in de eerste individuatiefase (18-36 maanden)

Begeleiding is erop gericht op het vergroten van de anatomie, wel hele duidelijk kaders en grenzen. Je zult een balans moeten vinden tussen zelfbepaling van de bewoner en de grenzen hierin moeten bewaken. Je vertrouwensrelatie is opgebouwd en wordt in deze fase versterkt.  Je bent voorspelbaar en betrouwbaar waardoor bewoner zich veilig voelt.

Eerste identificatiefase (3-7 jaar)

In het begin van deze fase is de aanwezigheid van de begeleiding nog erg belangrijk. Zonder aanwezigheid van de begeleiding is de verleiding heel groot om wat te doen wat niet mag. Client is nog niet in staat om dingen vanuit het perspectief vanuit de ander te kijken. Ze hebben nog geen zicht op hoe zij overkomen op de ander.

Begeleiding in de eerste identificatiefase (3-7 jaar)

- Bij brengen en corrigeren van het gedrag van de cliënt.

- Begeleiding is gericht op het stimuleren en initiatief nemen van de cliënt

- Veel nabijheid maar geen betutteling

- Accent verschuift in deze fase van meer samen doen naar stimuleren tot zelf doen en oplossingen bedenken.

Realiteitsbewustwording (7-12 jaar)

De cliënt heeft interesse en belangstelling voor de omgeving, kan zich gemakkelijker zelf vermaken, kan beter omgaan met teleurstellingen. 

Begeleiding in de realiteitsbewustwording (7-12 jaar)

*  Het is belangrijk dat er tijdig gesignaleerd wordt wanneer hij vastloopt in relaties met anderen en dit te onderzoeken. begeleiding is vooral gericht op het stimuleren van zelfstandigheid en zelfvertrouwen.

Opdracht 

Opdracht

Ga in twee tallen in gesprek:

- Kies één bewoner

- In welke sociaal emotionele ontwikkeling denk jij dat hij/zij zit? - Waarom denk je dat?

- Heb je de bewoner al eens overschat in je begeleiding?

- Wat zou je anders aanpakken in de begeleiding van deze bewoner?

Fijne vakantie