Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Paragraaf 3.6 Procenten en grote getallen
Leg bladzijde 152 voor je open!
Slide 1 - Diapositive
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 2 - Diapositive
Een voetbalvereniging had in 2015 425 leden. Nu hebben ze 820 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal toegenomen?
procent
aantal
1
X
395
425
100
92,9
Slide 3 - Question de remorquage
De benzineprijs is gestegen van €1,40 naar €1,50.
Hoeveel procent is dat?
procent
aantal
1
X
0,10
1,40
100
7,1
Slide 4 - Question de remorquage
Lesdoelen
Je leert rekenen met grote getallen en hoe je deze logisch kan afronden.
Slide 5 - Diapositive
Uitleg theorie
Slide 6 - Diapositive
Grote getallen
Rekenen met grote getallen
Slide 7 - Diapositive
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 8 - Diapositive
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers: vijftigduizend
A
500
B
5000
C
55000
D
50000
Slide 9 - Quiz
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers: 1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000
Slide 10 - Quiz
Waar wordt machtsverheffen het meest voor gebruikt
A
Om kansbereking te doen
B
Om hele grote getallen kleiner te schrijven
C
Om berekeningen met maten te maken
D
Om stoer te laten zien dat je wiskunde kan
Slide 11 - Quiz
In India wonen 1 240 810 000 mensen. Dat zijn ongeveer.... inwoners
A
B
Slide 12 - Quiz
In Rusland wonen 143 700 000 mensen. Dat zijn ongeveer.... inwoners
A
B
Slide 13 - Quiz
De omtrek van de aarde bij de evenaar is 39992 km. Dat zijn ongeveer.... km.
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
Hoe spreek je 16 395 726 335 uit?
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
hoe schrijf je 250 duizend als getal?
A
250.000
B
25.000
C
2500.000
D
2.500
Slide 16 - Quiz
hoe schrijf je 45 miljoen?
A
4.500.000
B
45.000.000
C
450.000.000
D
4500.000.000
Slide 17 - Quiz
hoe schrijf je 5 miljard?
A
5.000.000
B
50.000.000
C
500.000.000
D
5.000.000.000
Slide 18 - Quiz
Hoeveel nullen heeft duizend?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 19 - Quiz
Hoeveel nullen één miljoen?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 20 - Quiz
Hoe schrijf je één miljard met cijfers?
1000000000
100000000
10000000000
1000000
Miljard
Slide 21 - Question de remorquage
Vul het juiste woord in.
Een kleine auto kost ongeveer 11 euro.
Op de aarde wonen ongeveer 7,1 mensen.
Nederland heeft ongeveer 17 inwoners.
miljard
miljoen
duizend
Slide 22 - Question de remorquage
Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen.
a) schrijf 940 duizend als een getal.
Slide 23 - Question ouverte
Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen. b) bereken het percentage leerlingen dat op het niveau basis zit
Slide 24 - Question ouverte
Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen. c)Op het niveau kader zit 16,2% van de leerlingen. Bereken hoeveel leerlingen op het niveau kader zitten.