week 39

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos 

Semana 38

Waarom zijn er 34 koeien 

op straat in Madrid te zien?

Van 15 september tot 15 december 2024 transformeert Madrid in een prachtig openluchtmuseum met de “Madrid Cow Gallery”. Deze bijzondere tentoonstelling verbindt natuur en kunst, waarbij koeienbeelden dienen als canvas om de ziel van de stad te vangen. Het laat niet alleen de culturele rijkdom van Madrid zien, maar benadrukt ook het belang van veeteelt en de toewijding aan duurzaamheid.

Koeien van meer dan dertig kunstenaars verspreid door de stad. Zoeken net als Pokémon. 

De koeien symboliseren de verbinding tussen het platteland en de stad, evenals een oproep om na te denken over onze relatie met de natuur.

¿Qué vamos a hacer?

• corregir los deberes
• verbos irregulares
• practicar
• voca

Los deberes

L: woorden 1.4, 1.7

M: LA p. 72 OPDR 1 TM 3

LE OPDR 4.13, 4.16 TM 4.19

Module: p. 15 OPDR 1.4, P 21 OPDR 2.3

Corregir los deberes

LA P. 70 

Leerdoelen

• Ik kan de werkwoorden meet een e/ie, o/ue, e/i wisseling gebruiken.
• Ik kan de wederkerende werkwoorden gebruiken.
• Ik kan de werkwoorden hacer, salir en venir gebruiken. 
• Ik ken de woordenschat van de beroepen en dagelijkse handelingen 

Verbos con klinkerwisseling en onregelmatige werkwoorden

Zelfstandig OF klassikale uitleg.

Zelfstandig --> module 4 P. 18 TM 21

Verbos con klinkerwisseling

                                        e>ie        querer > quiero... 
                                        e>i           pedir > pido...
                                        o>ue       poder > puedo...
                                        u>ue       jugar > juego.

werkwoorden

met 

klinkerwisseling 

Klinkerwisseling in de stam geldt  NOOIT voor "nosotros" en "vosotros".

LA: P. 72

Venir heeft ook een klinkerwisseling. Ir is helemaal onregelmatig.

LA: P. 72

werkwoorden onregelmatige ik-vorm en "ir"

poder, yo

1. podo
2. puedes
3. puedo

empezar, ellos/ellas/ustedes

1. empezan
2. empezáis
3. empiezan

Volver, yo

1. Vuelto
2. Vuelvo
3. Vuelve
4. Volvo

Volver, nosotros

1. Vuelvemos
2. Volvamos
3. Volvemos
4. Vuelto

Ellas ____________ (pedir) la carta en el restaurante.

1. peden
2. pedin
3. piden
4. pedís

Wat is de tú-vorm van 'pedir'?

1. pedimos
2. pedis
3. pide
4. pides

Wat is de ik-vorm van
"hacer"

1. haco
2. hago

venir, ellos

1. venen
2. vienen
3. vuenen
4. vinen

venir, yo

1. veno
2. vienes
3. vengo

Wat is de onregelmatige vorm van salir, in de jij-vorm?

1. sal
2. sale
3. salga
4. sala

(vosotros-querer) ___ salir esta noche?

1. quieres
2. quieren
3. quiere
4. quereis

De ik-vorm van salir.

1. salido
2. salgo
3. salo
4. salga

IR
Kies de juiste vervoeging
Vosotros (Ir)________

1. veis
2. vamos
3. vemos
4. vais

IR
Kies de juiste vervoeging
Yo (Ir)________

1. vay
2. voy
3. vo
4. va

IR
Kies de juiste vervoeging
Él (Ir)________

1. ves
2. vas
3. ve
4. va

Querer( ie)

Tener ( g/ie)

preferir( ie)

poder( ue)

Las profesiones

 Profesiones                       Lugar de trabajo                     Actividad

p.71 ej 5

Maak : LA P. 71 ej.  6 en module 4 tarea 1.4

actriz

set de rodaje

actuar

Leerdoel : beroepen

module 4 tarea 1.4

Hacer mímica

P. 71 ej. 7

ducharse

peinarse

vestirse

irse a la escuela

desayunar

almorzar

hacer los deberes

dormirse

despertarse

acostarse

levantarse

divertirse

ducharse

vestirse

levantarse

acostarse

vestirse

ducharse

despertarse

descansar

opstaan

naar bed gaan

aankleden

douchen

wakker worden

uitrusten