Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak.
Een voorzetsel staat meestal vóór een lidwoord of een voornaamwoord met een zelfstandig naamwoord
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.