Brandwonden

Brandwonden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Brandwonden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen



  • Je kunt minimaal 3 oorzaken van een brandwond benoemen
  • Je weet hoe je een brandwond moet behandelen
  • Je kunt stapsgewijs een snelverband aanleggen
  • Je kunt op een creatieve manier een poster ontwerpen aan de hand van een opdracht

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Oorzaken van brandwonden 
Ongeval met hete vloeistof
41%
Ongeval met vuur en vlammen
24%
Ongeval met steekvlammen
17%

Slide 4 - Diapositive

Oorzaken
Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten

Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 5 - Diapositive

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 6 - Diapositive

Huidlagen 
Ons huid bestaat uit 3 lagen

1. Opperhuid: bovenste laag
2. Lederhuid: middelste laag
3. Onderhuids bindweefsel: onderste laag

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk, soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glazende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, roodwitte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderuids vetweefsel, wit, beige tot donkerbruin van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 8 - Diapositive

De diepte van een brandwond hangt af van verschillende factoren.
- De temperatuur
- De tijd dat de warmtebron inwerkt op de huid
- De oorzaak van de verbranding 
- De leeftijd van het slachtoffer 
- De plaats van de verbranding op het lichaam.

Slide 9 - Diapositive

Gevolgen van brandwonden
Warmteverlies, het lichaam verliest veel warmte omdat de huid de temperatuur niet kan vasthouden.
- Vochtverlies, de huid kan het vocht niet tegenhouden. 
Infectiegevaar, waar de huid defect is, kan door inwerking van bacteriën een infectie ontstaan.

Slide 10 - Diapositive

Hoe behandel je een brandwond?
  1. Eerst 10 minuten koelen met lauw water, net boven de wond. Verwijder kleding en sieraden tijdens het koelen
  2.  Afdekken met schone doek/plastic folie
  3. Smeer niets op een brandwond
  4. Schakel professionele hulp in bij ernstige brandwonden

Slide 11 - Diapositive

Wanneer professionele hulp? 
  • Alle tweede- en derdegraads brandwonden
  • Inademing van rook of hete gassen
  • Verbranding door elektriciteit, chemische stoffen of stoom
  • Brandwonden bij kinderen jonger dan 5 jaar of volwassenen ouder dan 60 jaar

Slide 12 - Diapositive

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 13 - Quiz

Welke oorzaak komt bij brandwonden het meeste voor?
A
Ongeval met steekvlammen
B
Ongeval met vuur en vlammen
C
Ongeval met hete vloeistof
D
Verbranding door elektriciteit

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wat doen we vandaag?

Groep 1: Poster maken
 Mohammad
Tara-Jade
Hannah
Majd
Raneem 
Groep 2: Snelverband aanleggen 
Eerst:
- Liany
- Riquensha
- Sky
- Kyran 

Daarna:
- Guido
- Gerrit 
- Shahd
-Jaden
- Lara 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Stappenplan:

1: Leg de wond op de binnenkant van de arm
2. Leg het wondkussen van het snelverband op de wond
3. Wikkel langzaam en strak het verband om de wond heen
4. Vraag ondertussen hoe het met het slachtoffer gaat en stel gerust
5. Zet het verband vast met het kleefpleister 
6. Laat controleren door de docent
7. Wissel hierna de rollen om

Benodigdheden: 
- 1 nep wond per persoon
- 1 snelverband 
- Kleefpleister om het snelverband vast te zetten

Slide 18 - Diapositive