Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
oefentoets Nieuw Nederlands 3gtl hs. 3 en 4
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: WANT
1 / 27
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: WANT
Slide 1 - Question ouverte
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: TEN EERSTE
Slide 2 - Question ouverte
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: EN OOK
Slide 3 - Question ouverte
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: MAAR
Slide 4 - Question ouverte
Welke ontbrekende woord hoort op de stippellijntjes?
Dat is het hele ....... eten
Slide 5 - Question ouverte
Wat betekent deze uitdrukking?
Slide 6 - Question ouverte
Welk ontbrekende woord hoort op de stippellijntjes?
De ..... doorhakken
Slide 7 - Question ouverte
Wat betekent deze uitdrukking?
Slide 8 - Question ouverte
Welk ontbrekende woord hoort op de stippellijntjes?
Hij had de ..... te pakken
Slide 9 - Question ouverte
Wat betekent deze uitdrukking?
Slide 10 - Question ouverte
Tot welke woordsoort hoort het onderstaande woord uit deze zin?
De leerlingen hebben goed geleerd voor de toets.
LEERLINGEN
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 11 - Quiz
Tot welke woordsoort hoort het onderstaande woord uit deze zin?
De leerlingen hebben goed geleerd voor de toets.
GELEERD
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 12 - Quiz
Tot welke woordsoort hoort het onderstaande woord uit deze zin?
De leerlingen hebben goed geleerd voor de toets.
VOOR
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 13 - Quiz
Tot welke woordsoort hoort het onderstaande woord uit deze zin?
De leerlingen hebben goed geleerd voor de toets.
DE
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 14 - Quiz
Tot welke woordsoort hoort het onderstaande woord uit deze zin?
De leerlingen hebben goed geleerd voor de toets.
TOETS
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 15 - Quiz
Kies het juiste verwijswoord:
[Deze/Dit] wandeling was vermoeiender dan [dat/die] van vorige week.
Slide 16 - Question ouverte
Kies het juiste verwijswoord
Het meisje die/dat zij bedoelde is een nichtje van haar/zij
Slide 17 - Question ouverte
Welke meervoudsvorm is juist?
A
data
B
data's
Slide 18 - Quiz
Welke meervoudsvorm is juist?
A
taxies
B
taxi's
Slide 19 - Quiz
Welke meervoudsvorm is juist?
A
tafels
B
tafel's
Slide 20 - Quiz
Wat is het meervoud van rijst?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is het meervoud van olie?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het meervoud van kind?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is een synoniem?
Slide 24 - Question ouverte
Wat is een homoniem?
Slide 25 - Question ouverte
Woordenschat: Wat betekent "Hij is door de wol geverfd"?
Slide 26 - Question ouverte
Woordenschat: Wat betekent het woord "taxeren"?
Slide 27 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Tekstverbanden en signaalwoorden
Novembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Toets tekstverbanden
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Les 17: standpunten en argumenten
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Tekstverbanden en signaalwoorden
Février 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling H4
Mars 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Test: VERWIJSWOORDEN en SIGNAALWOORDEN
Octobre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
2.5 woorden les 2
Novembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2