SO irregular verbs – Year 2 – New interface – past simple
Je krijgt zo 39 vragen over onregelmatige werkwoorden. Lees goed. Je hoeft steeds maar 1 woord in te vullen (het hele werkwoord, de verleden tijd (past simple) of de Nederlandse vertaling).
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2
Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Je krijgt zo 39 vragen over onregelmatige werkwoorden. Lees goed. Je hoeft steeds maar 1 woord in te vullen (het hele werkwoord, de verleden tijd (past simple) of de Nederlandse vertaling).
Slide 1 - Diapositive
wat is "kosten" in het Engels?
Slide 2 - Question ouverte
wat is "drinken" in het Engels?
Slide 3 - Question ouverte
wat is "vasthouden" in het Engels?
Slide 4 - Question ouverte
wat is "zoeken" in het Engels?
Slide 5 - Question ouverte
wat is "geven" in het Engels?
Slide 6 - Question ouverte
wat is "kopen" in het Engels?
Slide 7 - Question ouverte
wat is "brengen" in het Engels?
Slide 8 - Question ouverte
wat is "to sew" in het Nederlands?
Slide 9 - Question ouverte
wat is "to go" in het Nederlands?
Slide 10 - Question ouverte
wat is "to run" in het Nederlands?
Slide 11 - Question ouverte
wat is "to sell" in het Nederlands?
Slide 12 - Question ouverte
wat is "to take" in het Nederlands?
Slide 13 - Question ouverte
wat is "to dig" in het Nederlands?
Slide 14 - Question ouverte
wat is "to fly" in het Nederlands?
Slide 15 - Question ouverte
wat is "to beat" in het Nederlands?
Slide 16 - Question ouverte
wat is "to get" in het Nederlands?
Slide 17 - Question ouverte
wat is "to sting" in het Nederlands?
Slide 18 - Question ouverte
wat is "to win" in het Nederlands?
Slide 19 - Question ouverte
wat is "to make" in het Nederlands?
Slide 20 - Question ouverte
wat is "to shut" in het Nederlands?
Slide 21 - Question ouverte
wat is het Engelse hele werkwoord dat hoort bij de verleden tijd "shut"?
Slide 22 - Question ouverte
wat is het Engelse hele werkwoord dat hoort bij de verleden tijd "made"?
Slide 23 - Question ouverte
wat is het Engelse hele werkwoord dat hoort bij de verleden tijd "won"?
Slide 24 - Question ouverte
wat is het Engelse hele werkwoord dat hoort bij de verleden tijd "stung"?
Slide 25 - Question ouverte
wat is het Engelse hele werkwoord dat hoort bij de verleden tijd "got"?
Slide 26 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to sew"?
Slide 27 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to drink"?
Slide 28 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to go"?
Slide 29 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to hold"?
Slide 30 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to run"?
Slide 31 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to sell"?
Slide 32 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to seek"?
Slide 33 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to take"?
Slide 34 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to give"?
Slide 35 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to dig"?
Slide 36 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to fly"?
Slide 37 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to buy"?
Slide 38 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to beat"?
Slide 39 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van het werkwoord "to bring"?