LHD

Lesplanning
  • vooruitblik toets: woensdag 24 juni 3+4
  • leerstof: powerpoints, opdrachten, reader voortplanting, aantekeningen

  • vragen ?

  • oefenen! / toets voorbereiding: student.lessonup.io
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
MBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning
  • vooruitblik toets: woensdag 24 juni 3+4
  • leerstof: powerpoints, opdrachten, reader voortplanting, aantekeningen

  • vragen ?

  • oefenen! / toets voorbereiding: student.lessonup.io

Slide 1 - Diapositive

Welke werkzaamheden verricht een paraveterinair dierenartsassistente in een landbouwhuisdierenpraktijk?

Slide 2 - Question ouverte

Noteer 5 werkzaamheden van een paraveterinair dierenartsassistente, die specifiek zijn voor het werk als paraveterinair in een landbouwhuisdierenpraktijk.

  • Telefoon
  • Afspraken maken
  • Bestelling opnemen
  • Medicijnen klaarzetten

  • Laboratorium
  • Bloed verwerken voor verzending
  • Bloedonderzoek
  • Melkonderzoek (BO)
  • Faecesonderzoek
  • Instrumenten schoonmaken
  • Operatiesetjes samenstellen
  • Auto bijvullen
  • Administratie
  • Logboek
  • Rekeningen versturen 

Slide 3 - Diapositive

Welke taken voert een rundveedierenarts uit tijdens een bedrijfsbezoek?

Slide 4 - Carte mentale

Bedrijfsbezoek
  • geborgde rundveedierenarts
  • bedrijfsbehandelplan (BBP)
  • bedrijfsgezondheidsplan (BGP)
  • optimaliseren bedrijfsresultaten
  • terugdringen antibiotica gebruik

Slide 5 - Diapositive

Bedrijfsbezoek
  • Drachtigheid begeleiding
  • Kalfjes onthoornen
  • Bloed onderzoek
  • Mest onderzoek
  • Vaccinaties
  • Bespreken resultaten
  • Rantsoenberekeningen
  • Fokbeleid

Slide 6 - Diapositive

Wat is de normale ademfrequentie van een rund?
A
10-30 per minuut
B
20-40 per minuut
C
28-40 per minuut
D
60-120 per minuut

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Wat is een curatieve behandeling?
A
groepsbehandeling
B
individuele behandeling
C
verzachtende behandeling
D
genezende behandeling

Slide 9 - Quiz

Wat doet de dierenarts?
Curatief -> individuele patiënten: 
zieke dieren, bevallingen, keizersnedes, lebmaagoperaties

Preventief -> bedrijfsbegeleiding:
drachtigheidscontroles, bloedonderzoek, kalfjes onthoornen, vaccinaties

Slide 10 - Diapositive

Wat wordt aangegeven met nummer 6?
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
ellepijp
D
scheenbeen

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de magen ?
A
pens-lebmaag-netmaag-boekmaag
B
netmaag-pens-lebmaag-boekmaag
C
lebmaag-pens-boekmaag-netmaag
D
pens-netmaag-boekmaag-lebmaag

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Welke van onderstaande stellingen over melkziekte bij het rund is juist?
A
melkziekte is tekort aan magnesium
B
melkziekte ontstaat aan het eind van de dracht
C
melkziekte is een tekort aan calcium
D
melkziekte is een tekort aan energie

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Welke bedrijf/instantie is betrokken bij meldingsplichtige ziekten bij het rund?
A
NVWA
B
Rendac
C
Zuivel NL
D
GD

Slide 17 - Quiz

Welke bedrijf/instantie is betrokken bij meldingsplichtige ziekten bij het rund?
A
NVWA
B
Rendac
C
Zuivel NL
D
GD

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Lien

Welke instantie verzorgt bestrijdingsprogramma's van dierziekten?
A
NVWA
B
Zuivel NL
C
GD
D
IKB

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Mooi of niet?!
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Voor welke diersoorten bestaat een geborgde dierenarts?
A
rund, varken
B
rund, schaap
C
rund, geit
D
varken, paard

Slide 23 - Quiz

Welke zoönose wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetti?
A
zere bekjes (ecthyma)
B
Q koorts
C
melkerskoorts (leptospirose)
D
Salmonella

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Op welk type bedrijf worden zeugen gehouden voor productie van vleesvarkens ?
A
fokbedrijf
B
opfokbedrijf
C
vermeerderingsbedrijf
D
vleesvarkensbedrijf

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Aandachtspunten ziekte preventie varkenshouderij?

Slide 28 - Carte mentale

Aandachtspunten ziekte preventie varkenshouderij
  • Stalklimaat: goede ventilatie, temperatuur, luchtkwaliteit
  • Hygiëne: All-in/ all-out
  • Preventieve medicatie: Vaccinaties, ontworming
  • Aankoopbeleid: insleep voorkomen
  • Voerregime: goede voeding, voerovergang geleidelijk

Slide 29 - Diapositive

Welk bot verbindt bij de kip het borstbeen met het schouderblad?
A
schouderbeen
B
opperarmbeen
C
vorkbeen
D
ravenbeksbeen

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Spijsvertering kip
Als de maag leeg is, gaat het opgenomen voer via de kortste route naar de kliermaag. In andere gevallen wordt het tijdelijk opgeslagen in de krop. Dit is een verwijding van de slokdarm, ongeveer halverwege de snavel en de kliermaag.  In de krop vindt een eerste voorbewerking voor de spijsvertering plaats.  Na enige tijd schuift het voer op naar de kliermaag. Hier blijft het meestal vrij kort en ondergaat het een verdere bewerking met maagsappen. 
In de spiermaag wordt het voer vervolgens verder vermalen en verwerkt door het harde, ruwe maagvlies. Dit in samenwerking met maagkiezel, grit en maagsappen. Daarna gaat het voedsel sel op weg naar de dunne darm, waar enzymen uit de alvleesklier hun werk doen, evenals gal uit de lever. Kippen hebben twee blinde darmen op de plaats waar de dunne darm in de dikke darm 
overgaat. Deze blinde darmen spelen een rol bij de vertering van
ruwvezel en onttrekken vocht aan het voedsel. Na verdere indikking in de dikke darm verlaat de mest via de endeldarm en de cloaca het lichaam. 
In de cloaca monden ook de geslachtorganen, de urineleidersen de eileider uit en bevinden zich de vliezen die ervoor zorgen 
dat het ei tijdens het leggen niet vuil wordt. Kippen hebben geen blaas. Ze nemen de urine in hun lichaam op. Sterk geconcentreerde, vaste delen hiervan zijn zichtbaar als een witte aanslag op de mest.

Slide 33 - Diapositive

Kenmerken tochtige koe?

Slide 34 - Carte mentale

Slide 35 - Diapositive

Wat is de draagtijd van de koe?
A
7 maanden
B
8 maanden
C
9 maanden
D
10 maanden

Slide 36 - Quiz

Kenmerken voorbereidingsstadium partus?

Slide 37 - Carte mentale

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Hoe wordt deze afwijkende ligging genoemd?

Slide 40 - Question ouverte

Schouderligging

Slide 41 - Diapositive

Welke ligging is dit?

Slide 42 - Question ouverte

Tarsaalligging

Slide 43 - Diapositive

Wat is de gemiddelde cycluslengte van het varken?
A
18 dagen
B
21 dagen
C
25 dagen
D
29 dagen

Slide 44 - Quiz

Wat is de gemiddelde draagtijd van een schaap?
A
115 dagen
B
121 dagen
C
134 dagen
D
146 dagen

Slide 45 - Quiz

Welke zorg voor pasgeboren lammeren?

Slide 46 - Carte mentale

Slide 47 - Diapositive

Vragen?

SUCCES!


SUCCES!

Slide 48 - Diapositive