22OR Commercieel 1 Marktonderzoek P3 Week 5: H2.3 Modus & Mediaan + 2.4 Indexcijfers

22OR Commercieel 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1,4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

22OR Commercieel 1

Slide 1 - Diapositive

Samenvatting tot nu toe
  • Winkelformule → doelgroepen.
  • Winkelexterieur.
  • Winkelinterieur.
  • Routing & verwantschappen.
  • Taken Manager/Ondernemer: Inkoop, verkoop, onderzoek, identiteit, etc.
  • Structuren: Grootte, branche, type bedrijf, verkoopkanalen, etc.
  • Gedrag van consumenten heeft een voorspelbaar patroon.
  • Gedrag verschilt op basis van: type product, type consument.
  • Bedrijven kunnen communicatie richten op koopfase.
  • Gedrag van consumenten heeft een voorspelbaar patroon.
  • Gedrag verschilt op basis van: type product, type consument. Maar per persoon verschillen op basis van vele invloedsfactoren.

Slide 2 - Diapositive

Samenvatting tot nu toe
  • Desk-research gebruiken wanneer de informatie al bestaat.
  • Field-research gebruiken wanneer je een specifieke
    informatiebehoefte hebt.
  • Kwalitatief onderzoek voor inzicht vragen.
  • Kwantitatief onderzoek voor cijfermatig inzicht.
  • Steekproef is nodig, maar moet aan een aantal eisen voldoen.
  • Enquête moet:
    - betrouwbaar zijn (bij herhaling gelijke resultaten)
    - valide zijn (je krijgt antwoord op je vragen, dus bijv. de vragen zijn duidelijk)
  • Enquête altijd testen! Proces van volledige enquête is lang en duur.
  • Iedere respons kun je ook testen dmv controlevragen.
  • Losse cijfers zeggen niet zoveel. Je moet deze verwerken om ze betekenis te geven.
  • Gemiddelde cijfers geven een samenvatting van alle losse cijfers.
  • Wanneer je rekening houdt met hoe belangrijk een cijfer is, bereken je een gewogen gemiddelde.

Slide 3 - Diapositive

Vandaag: Stap 5

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we leren?
  • Beperkingen gemiddelden.
  • Modus & Mediaan.
  • Start indexcijfers.

Slide 5 - Diapositive

Kengetallen
  • Rekenkundig gemiddelde.
  • Rekenkundige gemiddelde bij een frequentietabel.
  • Gewogen gemiddelde.

Andere kengetallen:
  • Modus.
  • Mediaan.


Slide 6 - Diapositive

Gemiddelde?

Slide 7 - Diapositive

Gemiddelde?





Gewogen gemiddelde = (6 + 6 + 12 +14 + 700) / 5 = € 147,60

Slide 8 - Diapositive

Modus

Slide 9 - Diapositive

Modus?

Slide 10 - Diapositive

Modus?




Gewogen gemiddelde = (6 + 6 + 12 +14 + 700) / 5 = € 147,60
Modus = meeste voorkomende antwoord = € 6

Slide 11 - Diapositive

Mediaan

Slide 12 - Diapositive

Mediaan?

Slide 13 - Diapositive

Mediaan?



Mediaan = middelste waarde.
Op volgorde: 6, 6, 12, 14, 700
Totaal: 5 waarden

Middelste waarde = (5 + 1) / 2 = 3e antwoord = 12

Slide 14 - Diapositive

Modus?




Gewogen gemiddelde = (6 + 6 + 12 +14 + 700) / 5 = € 147,60
Modus = meeste voorkomende antwoord = € 6


Slide 15 - Diapositive

Mediaan?
Stel: er zijn 6 waarden.

Mediaan = middelste waarde.
Op volgorde: 6, 6, 12, 13, 14, 700
Totaal: 6 waarden

Middelste waarde = (6 + 1) / 2 = 3,5. Dan zijn het 3e én het 4 antwoord het midden.

Mediaan = (3e + 4e) / 2 = (12 + 13) / 2 = 12,5

Slide 16 - Diapositive

H2.3: Samenvatting
  • Gemiddelden lopen risico om door uitschieters een verkeerde weergave te geven.
  • Door de modus en mediaan ook vast te stellen, heb je realitisch overzicht.
  • Modus: meest voorkomende respons.
  • Mediaan: middelste respons.

Slide 17 - Diapositive

Opdracht:

  • Lees paragraaf 3 van hoofdstuk 2 en maak bijbehorende opdrachten: 9 t/m 15.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Rekenkundig gemiddelde

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Vraag D

Gemiddelde: 25,7
Modus: 19
Mediaan: 19,5

Slide 26 - Diapositive

Vandaag: Stap 5

Slide 27 - Diapositive

Wat gaan we leren?
  • Trends berekenen.
  • Enkelvoudige indexcijfers.
  • Reële groei-index berekenen.
  • Reële loonstijging berekenen.

Slide 28 - Diapositive

Waar kennen jullie indexcijfers van?

Slide 29 - Carte mentale

Indexcijfers
  • Indexcijfer meer dan 100 = groei
  • Indexcijfer minder dan 100 = daling

Slide 30 - Diapositive

Indexcijfers
Bijv: 
Basisjaar = 2019
Omzet 2019 = € 120.000
Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100
Indexcijfer 2020?

Slide 31 - Diapositive

Indexcijfers
Bijv: 
Basisjaar = 2019
Omzet 2019 = € 120.000
Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100
Indexcijfer 2020 = 140.000 / 120.000 * 100 = 116,6

Slide 32 - Diapositive

Indexcijfers afzet

Slide 33 - Diapositive

Indexcijfers afzet




Ieder indexpunt = 550 / 100 = 5,5

Wat is dan de omzet in de andere jaren?

Slide 34 - Diapositive

Opdracht
  • Maak vraag 21 van hoofdstuk 2.

timer
4:00

Slide 35 - Diapositive

Vraag 21
In 2017 heeft een winkel een omzet gemaakt van € 230.000.
In 2018 was de omzet € 242.000.
Wat was het indexcijfer van 2017 als 2018 het basisjaar is?

Slide 36 - Diapositive

Indexcijfers




Totale afzet tussen 2015 en 2020 = 3000
Bereken afzet per jaar.

Slide 37 - Diapositive

Indexcijfers




Bereken afzet per jaar.
Totale indexpunten = 95 + 100 + 105 + 95 + 103 + 102 = 600


Slide 38 - Diapositive

Indexcijfers




Totale indexpunten = 600
Totale afzet = 3000
Ieder indexpunt = 3000 / 600 = 5 stuks afzet


Slide 39 - Diapositive