Exam practice

Exam practice
today
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Exam practice
today

Slide 1 - Diapositive

Today
Today we are going to ...
- practise with reading strategies.

Slide 2 - Diapositive

Lesson Goal
At the end of this lesson you will know the 5 reading strategies and when to use them.

Slide 3 - Diapositive

Reading strategies
  1. TIP: Houd steeds de tijd in de gaten.
  2. SKIMMEN: kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver, kopjes, etc. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. WOORDEN RADEN: Probeer lastige woorden te begrijpen via de context; lees stukje verder of terug.
  4. SCANNEN: gericht zoeken naar het antwoord op de vraag: Lees de alinea goed door.
  5. ELZA: Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
  6. INTENSIEF LEZEN: woord voor woord, regel voor regel lezen om het antwoord op een vraag te vinden. 

Slide 4 - Diapositive

stap 1 - orienteren (Skimmen)
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 5 - Diapositive

stap 2 - lees de vraag en de antwoorden
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je er niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een open vraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 
- citeren; citeer het gedeelte van de tekst waarin het antwoord wordt genoemd. 

Slide 6 - Diapositive

stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 7 - Diapositive

stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 8 - Diapositive

Wat is een citaat?

Slide 9 - Question ouverte

timer
1:00
Noem 2 leestrategieen.

Slide 10 - Carte mentale

Wat is skimmen?
A
De vraag lezen en het antwoord kiezen
B
raden wat het moeilijke woord zou kunnen betekenen
C
het eerst naar de tekst kijken zonder deze te lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
D
gericht zoeken naar de antwoorden op de vragen

Slide 11 - Quiz

Wanneer ga je scannen?
A
als je weten wat een woord betekent.
B
als je het antwoord op een vraag wil weten.
C
als je wilt weten wat er in de eerste en laatste alinea van een tekst staat.
D
als je wilt kijken naar de titel, kopjes en tussenkopjes.

Slide 12 - Quiz

Globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
tekst helemaal lezen
tekst goed begrijpen
specifieke informatie vinden
vinden van hoofdzaken

Slide 13 - Question de remorquage

Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 14 - Question de remorquage

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive


A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Hoe gebruik je een woordenboek?

Slide 18 - Diapositive

Hoe gebruik je een woordenboek?
NIET...
Voor elk woordje of in elke zin

WEL...
Om een vraag te kunnen beantwoorden of een stuk tekst te begrijpen.

Slide 19 - Diapositive

Zoek het woord 'accompanied' op en typ welke betekenis je vindt:

Slide 20 - Question ouverte

Zoek het woord 'suspiciously' op en typ welke betekenis je vindt:

Slide 21 - Question ouverte

Wat doe je bij onbekende woorden?

Ken je het woord eccentric?

Kijk naar een zin om te zien in welke context het woord staat:
Our goalkeeper is a bit eccentric. He never wears socks and has to kick the ball exactly thirteen times before we begin training.

Slide 22 - Diapositive

Wat betekent 'eccentric'?
A
Normaal
B
Raar/vreemd
C
Rommelig
D
Enthousiast

Slide 23 - Quiz

Wat doe je bij onbekende woorden?

Ken je het woord murky?

Kijk naar een zin om te zien in welke context het woord staat:
I didn't want to swim in the murky water. It looked all brown and I could not see to the bottom.

Slide 24 - Diapositive

Wat betekent 'murky'?
A
troebel
B
helder
C
bodemloos
D
doorzichtig

Slide 25 - Quiz

Noem een aantal lees strategieën

Slide 26 - Question ouverte

Na de tips in deze les...
A
ga ik met een zekerder gevoel het examen in
B
ben ik nog steeds zenuwachtig voor het examen

Slide 27 - Quiz

Voor mijn examen Engels zou ik van u graag nog hulp willen met...

Slide 28 - Question ouverte

Zelf aan de slag:
Lezen / Luisteren

Slide 29 - Diapositive