Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H8 Formatieve evaluatie
1 / 51
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
51 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Van groot
naar klein:
A
Orgaan, organisme, orgaanstelsel, weefsel, cel
B
Organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
Cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
Cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel, organisme
Slide 2 - Quiz
Spierstelsel
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Slide 3 - Question de remorquage
Welke organenstelsels werken samen, zodat er verbranding kan plaatsvinden?
A
Ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel
B
Ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
C
Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
D
Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en verteringsstelsel
Slide 4 - Quiz
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose
Slide 5 - Question de remorquage
Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema.
Bloedvatenstelsel
Ademhalingstelsel
Verteringstelsel
Slide 6 - Question de remorquage
Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
In alle cellen
B
Alleen in de hersenen
C
Alleen in cellen van de organen
D
Alleen in cellen van de spieren
Slide 7 - Quiz
Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Glucose
Slide 8 - Question de remorquage
->
-->
Koolstofdioxide
Water
Zuurstof
Glucose
Energie
Slide 9 - Question de remorquage
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen
Ademhalingsstelsel: inademen
Ademhalingsstelsel: uitademen
Spierstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Slide 10 - Question de remorquage
Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel
Slide 11 - Question de remorquage
Het middenrif gaat naar boven wanneer je inademt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
De luchtpijp vertakt zich in twee ...
A
Longen
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
D
Luchtpijktakjes
Slide 13 - Quiz
Wat zorgt ervoor dat er geen eten in je luchtpijp terecht komt?
A
Keelholte
B
Strotklepje
C
Neusholte
D
Huig
Slide 14 - Quiz
Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 15 - Quiz
Zuurstof verlaat het lichaam via uitwisseling tussen het haarvat en het longblaasje het lichaam
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Neusademhaling is beter dan mondademhaling omdat de lucht verwarmd wordt.
Wat is nog een reden dat het gezonder is?
A
De lucht wordt gekeurd
B
De lucht wordt vochtig gemaakt
C
De lucht wordt gezuiverd
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 17 - Quiz
Wat is GEEN voordeel van neusademhaling?
A
Lucht wordt verwarmd
B
Lucht wordt vochtig
C
Lucht bevat meer zuurstof
D
Lucht wordt gezuiverd
Slide 18 - Quiz
Wat zit er in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof
Slide 19 - Quiz
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Slide 20 - Question de remorquage
Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof
Slide 21 - Quiz
Alcohol wordt door het bloed vervoerd, door:
A
De rode bloedcellen
B
Door de witte bloedcellen
C
Door de bloedplaatjes
D
Door het bloedplasma
Slide 22 - Quiz
Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof
Slide 23 - Quiz
Waarom is bloed eigenlijk rood?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de hemoglobine
Slide 24 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
Slide 25 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren
Slide 26 - Quiz
We hebben 3 soorten bloedvaten, welke zijn dat?
A
Slagaders, haarvaten, bloedcellen
B
Slagaders, aders, hartkamers
C
Haarvaten, aders, bloedplaatjes
D
Aders, slagaders, haarvaten
Slide 27 - Quiz
In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten - ader
B
Haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten
Slide 28 - Quiz
Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurstof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat
Slide 29 - Quiz
Slagaders, aders en haarvaten
A
Slagaders: dunne wand Haarvaten: dikke wand
B
Slagaders: kleppen Aders: geen kleppen
C
Slagaders: hoge bloeddruk Haarvaten: afgifte stoffen
D
Aders: dunne slappe wand Haarvaten: hoge bloeddruk
Slide 30 - Quiz
Je ziet hier 3 bloedvaten hoe heten deze?
(van links naar rechts)
A
Ader, slagader, haarvaten
B
Slagader, ader, kransader
C
Kransader, slagader, haarvat
D
Haarvat, slagader, kransader
Slide 31 - Quiz
Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader
Slide 32 - Quiz
In de afbeelding zie je slagaders, haarvaten en aders.
De stroomrichting van het bloed is met twee pijlen aangegeven.
Met welk nummer is een ader aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
Slide 33 - Quiz
Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben CO2 en glucose nodig
B
Ze hebben zuurstof en glucose nodig
C
Ze hebben energie nodig...
D
Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig
Slide 34 - Quiz
Uit hoeveel delen bestaat het hart?
A
2
B
3
C
4
D
Per persoon verschillend
Slide 35 - Quiz
Sleep de onderdelen naar de juiste plek in het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 36 - Question de remorquage
Longader
Aorta
Holle ader
Long slagader
Slide 37 - Question de remorquage
Aorta
Holle ader
Longslagader
Holle ader
Rechterkamer
Rechterboezem
Linkerboezem
Linkerkamer
Slide 38 - Question de remorquage
Eén kant van het hart is gespierder dan de andere kant, welke kant is dat?
A
Rechterkamer
B
Linkerkamer
Slide 39 - Quiz
Waarom is de linkerkamer gespierder dan de rechterkamer?
A
Omdat de linkerkamer het bloed naar de longen moet pompen
B
Omdat de linkerkamer het bloed naar de kleine bloedsomloop pompt
C
Omdat de linkerkamer het bloed naar het hele lichaam moet pompen
D
Omdat de linkerkamer het bloed naar de grote bloedsomloop pompt
Slide 40 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 41 - Quiz
A
Nummer 9 heet hartklep
B
Nummer 9 heet slagaderklep
C
Nummer 9 heet aderklep
D
A, B en C zijn onjuist
Slide 42 - Quiz
De juiste volgorde van de hartslag is:
A
Boezems-hartpauze-kamers
B
Kamers-hartpauze-boezems
C
Boezems-kamers-hartpauze
D
Kamers-boezems-hartpauze
Slide 43 - Quiz
Er is maar één moment dat de slagaderkleppen opengaan, namelijk tijdens....
A
Het samentrekken van de boezems
B
Het samentrekken van de kamers
C
De hartpauze
Slide 44 - Quiz
Dankzij slagaderkleppen, stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers
Slide 45 - Quiz
Wat doen de kransslagaders?
A
Brengen bloed naar de longen
B
Brengen bloed naar de aders
C
Brengen bloed naar de hartkamers
D
Brengen bloed naar de hartspier
Slide 46 - Quiz
Wat is hier de kransslagader?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 47 - Quiz
Waar stroomt bloed MET zuurstof naartoe?
A
Naar de hersenen...
B
Naar de spier...
C
Naar de long...
D
Naar een plek waar energie nodig is...
Slide 48 - Quiz
Begin kleine bloedsomloop
Begin grote bloedsomloop
Slide 49 - Question de remorquage
Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop
Slide 50 - Question de remorquage
Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen
Slide 51 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
Avril 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bloedsomloop
Janvier 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Thema 4 Bloedsomloop oefentoets
Juin 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling hoofdstuk 8
Novembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
Avril 2019
- Leçon avec
50 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
8.4 Bloedsomloop
Novembre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2
D2BTh4 B5 Bloedvatenstelsel - lln
Avril 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
Mai 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5