-
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Aan welke zee ligt Nederland?
A
Grote oceaan
B
Noordzee
C
Rijn
D
Maas
Slide 3 - Quiz
Wat gebeurt er met waterdamp bij dauw en mist?
A
De waterdamp bevriest in de lucht
B
De waterdamp verandert in waterdruppels hoog in de lucht
C
De waterdamp stijgt verder op en verdwijnt
D
De waterdamp verandert in waterdruppels laag in de lucht
Slide 4 - Quiz
Wat gebeurt er met waterdamp bij hagel en sneeuw?
A
De waterdamp bevriest in de lucht
B
De waterdamp verandert in waterdruppels hoog in de lucht
C
De waterdamp stijgt verder op en verdwijnt
D
De waterdamp verandert in waterdruppels laag in de lucht
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent onder zeeniveau?
A
Dan ligt het land boven het gemiddelde niveau van de zee
B
Het water in de zee stijgt, hierdoor kan het water hoog komen te staan
C
Dan ligt het land onder het gemiddelde niveau van de zee
D
Het water in de zee daalt, hierdoor kan het water laag komen te staan
Slide 7 - Quiz
Wat voor oplossingen heeft Nederland
om het land te beschermen
om het land te beschermen
Slide 8 - Carte mentale
Hoe heet het natuurlijke verschijnsel wat ons beschermt tegen de zee?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Wanneer vond de Watersnoodramp plaats?
A
1953
B
1952
C
1954
D
1935
Slide 11 - Quiz
Wat is waar over de Watersnoodramp?
A
De Watersnoodramp vond plaats in 1853
B
Door springvloed hielden de dijken het niet meer
C
Het water kwam vanuit de Grote oceaan Nederland binnen
D
De Deltawerken hielden het niet meer
Slide 12 - Quiz
Waaruit bestaan de Deltawerken?
