AH 2Grammar chapter 6 recap

Welcome!
having a good time
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome!
having a good time

Slide 1 - Diapositive

Lesson goals

Ik weet hoe ik de present simple, present continuous, past simple, past continuous en present perfect moet maken en toepassen.
Ik weet hoe ik de future tijden moet maken en toepassen.
I know how to use the expression: used to

Practice time!

Slide 2 - Diapositive

Waarvoor gebruik je de past simple?
A
Voor gebeurtenissen die zijn gebeurd in het verleden en zijn afgelopen
B
Voor iets dat een tijdje aan de gang was in het verleden
C
Voor iets dat nog niet is afgelopen
D
Voor feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen

Slide 3 - Quiz

Waarvoor gebruik je de past continuous?
A
Voor gebeurtenissen die zijn gebeurd in het verleden en zijn afgelopen
B
Voor iets dat een tijdje aan de gang was in het verleden
C
Voor iets dat nog niet is afgelopen
D
Voor feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen

Slide 4 - Quiz

We ...(have) dinner when the doorbell (ring). (past continuous - past simple)

Slide 5 - Question ouverte

Create a past continuous- past simple sentence using the image:

Slide 6 - Question ouverte

Complete the sentence:
I always ....... the news at 8pm.
A
am watching
B
watched
C
watches
D
watch

Slide 7 - Quiz

Complete the sentence:
Be quiet, dad ....... !
A
is sleeping
B
slept
C
sleeps
D
was sleeping

Slide 8 - Quiz

Complete the sentence:
...... you ..... your homework yesterday?
A
have ... done
B
are ... doing
C
do ..... do
D
did ..... do

Slide 9 - Quiz

Waarvoor gebruik je de past continous?
A
voor dingen die NU aan de gang zijn
B
dingen die in het verleden een tijdje duurde
C
dingen uit het verleden die zijn afgelopen
D
dingen die nog bezig zijn

Slide 10 - Quiz

Complete the sentence:
They ....... when they ...... an accident.
A
were cycling .... see
B
cycled ...... see
C
cycled ..... saw
D
were cycling ..... saw

Slide 11 - Quiz

Complete the sentence;
...... ill last week?
A
Did they
B
Were they
C
Was they
D
Did they be

Slide 12 - Quiz

Hoeveel vormen van de Future zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Future:
........you ....... me in Paris?
A
shall...visit
B
are.....visiting
C
will....visit
D
do.....visit

Slide 14 - Quiz

Future:
Wanneer gebruik je de present simple in de future?

Slide 15 - Question ouverte

Future tense: toekomende tijd
I predict that the future of cars ..... (be) impressive!

Slide 16 - Question ouverte

Je gebruikt 'used to'
om aan te geven dat...

Slide 17 - Carte mentale

Write a short sentence with the expression: used to

Slide 18 - Question ouverte