Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Vandaag:
- Bespreken VT + ET deze periode.
- Argumentatieschema's
Slide 1 - Diapositive
Schrijf op!
Slide 2 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een weerlegging en een tegenargument?
Slide 3 - Question ouverte
De ouders van Nikki zullen met kerst waarschijnlijk niet gourmetten, want ze zijn een jaar geleden vegetariër geworden.
A
Waarderende uitspraak
B
Feitelijke uitspraak.
Slide 4 - Quiz
A. De meeste docenten spreken niet zo goed Engels. B. Het is beter om op het hbo de lessen in het Nederlands te geven.
A
standpunt
B
standpunt
C
Slide 5 - Quiz
A. Opstappen op een herenfiets is moeilijker dan op een damesfiets. B. Voor de stevigheid van het frame is een stang ook niet meer nodig: C. de klassieke herenfiets zal daarom verdwijnen.
A
standpunt
B
standpunt
C
standpunt
Slide 6 - Quiz
Het verband tussen argumenten en een standpunt noemen we een argumentatieschema.
Slide 7 - Diapositive
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.
– Mikael zal wel wat contactgestoorde trekjes hebben (gevolg en standpunt). Hij is immers alleen door zijn moeder op een zo goed als verlaten eiland opgevoed (oorzaak en argument).
Slide 8 - Diapositive
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap.
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook.
Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden (argument). Geen wonder dat Kim Jong-un veel moeite heeft met kritiek die hij in het buitenland krijgt (standpunt).
Slide 9 - Diapositive
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Er wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en op basis van de uitkomst wordt er een oordeel uitgesproken.
Als iemand een tussenjaar neemt, is hij misschien wel meer gemotiveerd voor zijn vervolgstudie. Ook is een jaartje uitrusten natuurlijk niet zo gek (voordelen: argumenten vóór). Daar staat tegenover dat zo iemand wel helemaal uit zijn studieritme raakt en daar misschien ook nooit meer echt goed in raakt, met alle gevolgen van dien (nadelen: argumenten tegen). Een tussenjaar nemen is niet altijd verstandig (standpunt).
Slide 10 - Diapositive
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Er kunnen ook alleen voor- of nadelen genoemd worden. Dan hebben we een argumentatie op basis van voordelen of een argumentatie gebaseerd op nadelen.
Slide 11 - Diapositive
Argumentatie op basis van voorbeelden
Een standpunt kan ondersteund worden door voorbeelden. Die voorbeelden zijn dan de argumenten
Zijn arbeidsethos is volgens mij niet zo hoog (standpunt). Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee (argumenten).
Slide 12 - Diapositive
Argumentatie op basis van vergelijking
Van dit type argumentatie is sprake als er een vergelijking wordt gemaakt tussen twee gevallen en er een overeenkomst wordt geconstateerd: omdat het in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook wel zo zijn.
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs niet de zo gewenste loonsverhoging zullen krijgen (standpunt), want de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst ook nul op het rekest (argument)
Slide 13 - Diapositive
Argumentatie op basis van autoriteit
Wanneer een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron, bijvoorbeeld een wetenschappelijk onderzoek, heet dat argumentatie op basis van autoriteit.
Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan (standpunt). De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst in een interview ook gezegd (argument).
Slide 14 - Diapositive
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs niet de gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de leraren op de middelbare scholen kregen het ook niet.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Slide 15 - Quiz
Het is gezond om twee keer in de week vis te eten. Dat bleek uit een onderzoek van afgelopen januari.
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Slide 16 - Quiz
De Amerikanen kozen voor Trump en de Engelsen voor de Brexit: 2016 was een opmerkelijk jaar.
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Slide 17 - Quiz
De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 18 - Quiz
Maak opdracht 1+ 2 blz 206-207
klaar? kom nakijken
Maak opdracht 5 (HW)
+ lees 'drogredenen'
Slide 19 - Diapositive
Maak opdracht 1+ 2 blz 206-207
Slide 20 - Diapositive
Jongeren leren het beste omgaan met social media wanneer hun ouders meekijken
Slide 21 - Diapositive
Bedenk een argument
voor en tegen.
Slide 22 - Diapositive
Ouders mogen hun kind niet helpen met huiswerk
Slide 23 - Carte mentale
Bedenk een weerlegging
Slide 24 - Carte mentale
Jongeren leren het beste omgaan met social media wanneer hun ouders meekijken