Herhaling stijlmiddelen

Herhaling stijlmiddelen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Herhaling stijlmiddelen

Slide 1 - Diapositive

Welk stijlmiddel wordt bedoeld?
'overstap; twee woorden die bij elkaar horen zijn uit elkaar geplaatst'
A
anafoor
B
asyndeton
C
litotes
D
hyperbaton

Slide 2 - Quiz

Welk stijlmiddel zie je hier?
Daar ben ik niet vies van
A
litotes
B
chiasme
C
hyperbaton
D
anafoor

Slide 3 - Quiz

Welk stijlmiddel wordt bedoeld?
'De opeenvolging van twee of meer tekstelementen zonder verbindingswoord.'
A
alliteratie
B
asyndeton
C
polysyndeton
D
antithese

Slide 4 - Quiz

Welk stijlmiddel zie je hier?
belust op andermans vermogen, verkwistend met zijn eigen vermogen

A
anafoor
B
assonantie
C
antithese
D
chiasme

Slide 5 - Quiz

Welk stijlmiddel wordt bedoeld?
'De kruisgewijze plaatsing van grammaticaal en/of inhoudelijk gelijkwaardige
tekstelementen.'
A
parallellisme
B
asyndeton
C
chiasme
D
hyperbaton

Slide 6 - Quiz

Welk stijlmiddel zie je hier?
magno cum murmure montis
A
assonantie
B
alliteratie
C
polysyndeton
D
hyperbaton

Slide 7 - Quiz

Welk stijlmiddel wordt bedoeld?
'De ontkenning van een begrip waardoor het tegendeel benadrukt wordt.'
A
litotes
B
anafoor
C
alliteratie
D
assonantie

Slide 8 - Quiz

Welk stijlmiddel zie je hier?
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
A
chiasme
B
anafoor
C
hyperbaton
D
parallellisme

Slide 9 - Quiz

Welk stijlmiddel zie je hier?
Quis nunc te adibit? Cui videberis bella?
Quem nunc amabis? Cuius esse diceris?
Quem basiabis? Cui labella mordebis?

A
litotes
B
anafoor
C
chiasme
D
antithese

Slide 10 - Quiz