schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen
  1. Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

    Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor

    Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie



    Eerst reinigen daarna pas desinfecterenijv.: Allesreiniger, groene zeep, schuurmiddel, afwasmiddel, wasmiddel, soda

Schoonmaakmiddelen!!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Schoonmaakmiddelen
  1. Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

    Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor

    Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie



    Eerst reinigen daarna pas desinfecterenijv.: Allesreiniger, groene zeep, schuurmiddel, afwasmiddel, wasmiddel, soda

Schoonmaakmiddelen!!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
1 Instructie
2 Practicums

Slide 2 - Diapositive

Doelen van vandaag:
Je kan uitleggen waar verschillende  schoonmaakmiddelen voor gebruikt worden en deze etiketten lezen.
Je kan 5 gevarensymbolen uitleggen 
Je kan laten zien wat enzymen doen in wasmiddel
Je kan laten zien wat oppervlakte spanning is en hoe je die verbreekt.
Je kan uitleggen wat ph waarde betekent en 6 schoonmaakmiddelen indelen.
Je kan laten zien hoe zeep werkt.

Slide 3 - Diapositive

Eigenschappen van schoonmaakmiddelen


Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor 

Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie


Eerst reinigen daarna pas desinfecteren


       Eigenschappen van schoonmaakmiddelen

Reinigingsmiddelen: zichtbaarvuil bv. allesreiniger
Desinfectiemiddelen: onzichtbaar vuil bv. chloor
Onderhoudsmiddelen: bv. vloerolie
Oplosmiddelen: bv. terpetine

Slide 4 - Diapositive

Etiketten
Wat voor informatie staat er op het etiket.

-Waarvoor gebruik je het
-Hoe gebruik je het
-Gevaarsymbolen, pictogrammen en kleurcodes
-Waar de lege verpakking weg te gooien 
Wat te doen als je het middel hebt binnen gekregen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is een gevaren symbool?

Een gevaren symbool geeft

aan dat een middel gevaarlijk

is. Gevaren symbolen vind je

meestal op schoonmaakmiddelen.

Slide 7 - Diapositive

Waar staat dit bord voor
A
verboden te vissen
B
milieugevaarlijk
C
bijtend
D
oxiderend

Slide 8 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 9 - Quiz

                         Dosering

Wat betekent dosering?

Waarom staat dit erop?




Slide 10 - Diapositive

De dosering
Op het etiket staat de dosering die je nodig hebt voor het product. Gebruik je te weinig dan reinig je niet genoeg. 
Resultaat: het blijft vies of je moet te hard poetsen.

Gebruik je teveel, voorbeeld: dweilen van de vloer. De vloer word wel schoon en droog maar blijft glad, dit kan gevaarlijke situaties opleveren.

Slide 11 - Diapositive

Schoonmaakmiddelen bestanddelen 
werkzame stoffen:
1 schuurpoeder
2 oplosmiddel
3 vulmiddel 
4 kleuren 
5 geurstoffen.

6 belangrijkste stof= wasactieve stof.

*biologisch afbreekbaar?

Slide 12 - Diapositive

enzymen
Een enzym is een eiwit dat een chemische reactie kan versnellen (ook wel katalysator genoemd).

Het menselijk lichaam maakt ook enzymen aan.

Enzymen kunnen in wasmiddelen, vaatwasblokjes of vlekverwijderaars worden gebruikt.
Daar  zorgen ze ervoor dat vlekken verdwijnen door het vuil af te breken.bijvoorbeeld bloedvlekken, vetvlekken, aardappelpuree, sauzen en chocolade.
 Enzymen werken al bij lage temperaturen zoals 20 of 30 graden. De meeste enzymen werken het beste bij 40 graden.
Van een wasmiddel dat enzymen bevat, heb je per wasbeurt minder nodig dan van een wasmiddel zonder enzymen. 

Slide 13 - Diapositive

Oppervlakte spanning
  • Water zit dicht op elkaar en plakt aan elkaar.
  • Zeep zorgt dat het water minder plakt aan elkaar.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Schoonmaken

Zure schoonmaakmiddelen zijn geschikt om kalk op te lossen. (Schoonmaak azijn, antikal, zoutzuur)


Basische schoonmaakmiddelen zijn geschikt om vetten op te lossen. (Ammonia, gootsteenontstopper, soda)

Slide 16 - Diapositive

Wat is een pH(of zuurgraad) -waarde?
A
Een waarde waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.
B
Een rekensom waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Met een lage pH-waarde kan ik ...
A
Ontvetten
B
Ontkalken
C
ramen lappen
D
marmeren vloeren reinigen

Slide 19 - Quiz

Waarvoor gebruik je basen bij schoonmaken?
A
ontkalken
B
ontkleuren
C
ontvetten

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Aan de slag!
De docent deelt groepjes in van 3 á 4 leerlingen.
Per groepje ga je om en om proefjes doen.
Voor elk proefje staat 10 min,daarna schuift het groepje door naar het volgende proefje.
Klaar met het laatste proefje? Alles opruimen AUB!

Slide 22 - Diapositive