19e eeuw (les4) V4, H4

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Eugène Delacroix, La Liberté guidant le peuple (De Vrijheid leidt het volk), 1830

Negentiende eeuw

1800-1900

Industriële revolutie

Parijse Salon

Fotografie 

Realisme en Romantiek

1800-1870

Romantische kunstenaar

Stroming, geen stijl

Ontwikkelingen (industriële revolutie) zorgen voor een onoverzichtelijke situatie.

Escapisme

Ontsnappen uit de dagelijkse realiteit

Na de kille, rationele verlichting verlangen mensen naar: gevoel, fantasie en alles wat onbereikbaar is zoals de ongerepte natuur, exotische oorden en het verre verleden.

William Turner, The Shipwreck (De Schipbreuk), 1805

Turner heeft een anonieme schipbreuk geschilderd, geen beroemde historische.

 

Leg uit waarom dit goed past binnen de romantiek.

Antwoord

Turner heeft dit schilderij niet gemaakt met de opdracht een bepaalde gebeurtenis te herdenken, hij wil een eigen boodschap laten zien: de nietigheid/hulpeloosheid van de mens ten opzichte van de veel machtigere natuur. Het gaat hem niet om het afbeelden van de werkelijkheid, maar om het weergeven van zijn eigen gevoelens en ideeën.

Caspar David Friedrich, De wandelaar boven de nevelen, 

1818-19.

John Constable, De hooiwagen, 1821.

Eugène Delacroix, The Death of Sardanapalus (De dood van Sardanapalus), 1827-28.

De Oriënt

Perspectief op de Oosterse cultuur

Mysterieuze sfeer

Contrast met behouden en beheerste Europa

Loslaten van strakke ordening 

Diagonaal licht

 Jean-Léon Gérôme, The Snake Charmer, 1879.

Marie-Guillemine Benoist, Portret van een zwarte vrouw, 

Circa 1800.

Francois Rude, La Marseillaise (Het vertrek van de vrijwilligers), 1833-36.

Noem drie voorstellingsaspecten waaraan je kunt zien dat de vrouw de godin van de strijd is.

Rude zei over dit werk: “Ik geloof dat dit werk goed is geworden,
omdat er iets in zit dat mijn eigen ziel warm en koud doet worden.”

Leg uit hoe deze uitspraak past bij hoe men in de Romantiek
over kunst dacht.

1. Het gevoel dat de kunstenaar heeft zie je terug in het dynamische beeldhouwwerk.
2. Kunst moest (emotioneel) effect hebben. Na de verlichting moest kunst nu iets teweegbrengen.
3. In de Romantiek kwam het thema vaak overeen met een gebeurtenis waar de kunstenaar bij is geweest.
4. De mannelijke kunstenaar uit zich over een vrouwelijk beeld. Rude heeft gevoelens voor de godin.

John Nash, Royal Pavilion, 1815-1822.

Royal Pavilion

Duizend en één nacht

Chinese, Turkse en Indiase invloeden

Minaret-achtige torens

Hoefijzervormige bogen

Oosterse traliewerk tussen de pijlers

Uivormige koepels

Lotusbloemen (symbool Oosterse wereld)

Industriële Revolutie en 

De Verlichting

• Ratio
• Snelheid en vooruitgang
  
  
• Verbeelding wetenschap en Klassieke Oudheid

De Romantiek

• Gevoel
• Ontsnappen aan de snelle samenleving
• Verbeelding raadselachtige en overweldigende

Théodore Géricault, Le radeau de la Méduse (Het vlot van Medusa), 1818.