OEFENPROEFWERK BK- H1 - BEVOLKING

Oefen proefwerk - H1 BEVOLKING

- Maak zinnen met hoofdletter en leestekens.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefen proefwerk - H1 BEVOLKING

- Maak zinnen met hoofdletter en leestekens.

Slide 1 - Diapositive

Welke uitspraken gaan over de natuur als verklaring voor de bevolkingsdichtheid?
A
De vruchtbare Povlakte in Italië is een dichtbevolkt gebied.
B
In de Himalaya is de bevolkingsdichtheid laag vanwege de hoge bergen.
C
Nederland is een rijk land. Daarom willen mensen er graag wonen.
D
Veel mensen vluchten uit Jemen omdat er oorlog is.

Slide 2 - Quiz

Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer, neemt de bevolking
A
af
B
toe

Slide 3 - Quiz

Als het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer, neemt de bevolking
A
af
B
toe

Slide 4 - Quiz

Wat is het gevolg?

Er zijn meer geboorten dan sterfgevallen
A
afname bevolkingsgroei
B
geboorteoverschot
C
daling sterftecijfer

Slide 5 - Quiz

Wat is het gevolg?

Er zijn steeds minder sterfgevallen.
A
afname bevolkingsgroei
B
geboorteoverschot
C
daling sterftecijfer

Slide 6 - Quiz

Wat is het gevolg?

Er is een daling van het geboortecijfer.
A
afname bevolkingsgroei
B
geboorteoverschot
C
daling sterftecijfer

Slide 7 - Quiz

Zet de juiste woorden achter de cijfers.
Dit is de bevolkingsgrafiek van Frankrijk. Aan de linkerkant staan de …(1)… . Aan de rechterkant staan de …(2)… . Op de horizontale as staan de aantallen in …(3)…. Op de verticale as staan de leeftijdsgroepen per …(4)… jaar.

Slide 8 - Question ouverte

Hoe zie je aan de bevolkingsgrafiek dat Frankrijk een rijk land is?
A
De bovenkant van de grafiek is erg smal.
B
Er worden in Frankrijk erg veel kinderen geboren.
C
Frankrijk heeft een oudere bevolking.
D
Frankrijk heeft een zeer grote bevolking.

Slide 9 - Quiz

Welk begrip gebruik je als mensen een land binnenkomen om er te gaan wonen?
A
Migratie
B
emigratie
C
immigratie
D
vluchtelingen

Slide 10 - Quiz

Welke is een zichtbare cultuurkenmerk.
A
Taal
B
Gebouwen
C
Godsdienst
D
Gewoonten

Slide 11 - Quiz

Wat is integratie?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer vier minpunten van een afstotingsgebied.

Slide 13 - Question ouverte

Het geboortecijfer en sterftecijfer bepalen samen de …...

Slide 14 - Question ouverte

Bekijk het kaartje van IJsland in bron 1. Is de bevolkingsspreiding regelmatig of onregelmatig?

Slide 15 - Question ouverte

Waardoor zijn deze gebieden dunbevolkt?
Niet vruchtbaar
te hoog
te koud
moeilijk bereikbaar
Amazonegebied
Sahara
Zuidpool
Himalaya

Slide 16 - Question de remorquage

Hoe zie je aan de bevolkingsgrafiek dat Ethiopië een arm land is?
A
De bevolking van Ethiopië wordt erg oud.
B
De grafiek heeft de vorm van een piramide.
C
Er wonen erg veel mensen in Ethiopië.
D
Ethiopië heeft een laag geboortecijfer.

Slide 17 - Quiz

Leg uit waardoor de bevolking van Nederland kleiner zal worden.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een multiculturele samenleving?

Slide 19 - Question ouverte

Welke land is dunbevolkt?
A
Nederland
B
Mongolië
C
India
D
Groenland

Slide 20 - Quiz

Bekijk bron 3. Welke uitspraak is onjuist?
A
In 1850 was de bevolking in arme landen groter dan in rijke landen.
B
In 2000 groeide de bevolking in arme landen sneller dan in rijke landen.
C
In arme landen wonen nu veel meer mensen dan in rijke landen.
D
Na 2100 groeit de bevolking in arme landen niet meer.

Slide 21 - Quiz

Het gebied op de foto is een
A
aantrekkingsgebied
B
afstotingsgebied

Slide 22 - Quiz

In aantrekkingsgebieden wonen meer .... mensen.
A
jongere
B
oudere

Slide 23 - Quiz

In 2017 kreeg Amsterdam er 10.000 inwoners bij.

Dit kwam voor de helft door ________   bevolkingsgroei: 5000 mesneen migreerden naar de stad.
De andere helft kwam door ________  bevolkingsgroei: er werden in Amsterdam veel kinderen geboren.
sociale
natuurlijke

Slide 24 - Question de remorquage

Noteer drie hindernissen die migratie belemmeren.

Slide 25 - Question ouverte

Wat is cultuur?

Slide 26 - Question ouverte

Wat vond je van het proefwerk? Wat moet je nog gaan leren?

Slide 27 - Question ouverte