§5.4 Binnen de EU

Hoofdstuk 5.4
binnen de EU
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5.4
binnen de EU

Slide 1 - Diapositive

Binnen de EU heb je
vrij verkeer van:

Slide 2 - Carte mentale

Je leert in deze paragraaf
  • wat vrij verkeer van goederen, kapitaal en mensen binnen de EU betekent
  • je kunt de voor en nadelen van vrijhandel uitleggen
5.4: Binnen de EU

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Binnen de Europese Unie is er vrijhandel
  • Binnen de EU zijn geen handelsbelemmeringen bij in- en uitvoer van producten. Er is vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal.
  • Je moet je bij de in- en uitvoer wel houden aan de regels houden. Bijvoorbeeld btw betalen. Deze regels verschillen per land
5.4: Binnen de EU

Slide 5 - Diapositive

Vrij verkeer van personen: Je mag overal in de EU wonen, werken en reizen.
  • voor werken heb je de juiste diploma's nodig
  • het recht op steun bij werkloosheid of ziekte verdwijnt als je vertrekt uit NL
5.4: Binnen de EU

Slide 6 - Diapositive

Vrij verkeer van kapitaal binnen de EU


  • bij elke bank binnen EU sparen en lenen
  • geld overmaken naar landen binnen de EU
  • ook hierbij ben je gebonden aan regels van de landen
5.4: Binnen de EU

Slide 7 - Diapositive

Door het vrije verkeer van goederen & diensten is:
  • De concurrentie tussen ondernemingen in de EU toegenomen
  • De internationale handel tussen de landen van de EU toegenomen
Bedrijven die geen concurrentie willen
maken afspraken om de prijzen allemaal te verhogen: kartel. Deze afspraken zijn verboden in de EU
5.4: Binnen de EU

Slide 8 - Diapositive

Kartelvorming
Bedrijven die geen concurrentie willen
maken afspraken om de prijzen allemaal te verhogen: kartelvorming. 

Deze afspraken zijn verboden in de EU

Slide 9 - Diapositive

voordeel vrijhandel
1) Efficiente productie en lagere prijzen
2) Meer handel en productie en dus meer werkgelegenheid
3) Groei welvaart en wereldinkomen
4) Meer keuze voor consument
5) Landen gaan zich specialiseren in een bepaald product.
6) Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.

5.4: Binnen de EU

Slide 10 - Diapositive

Nadelen vrijhandel

1) Herlocatie van arbeid, productie en investeringen (naar lage lonen landen, binnen EU is dit Oost-Europa)
2) Arbeidsmigratie
3) Milieuproblemen (Veel transport op de weg.)
4) Buitenlandse concurrentie kan zorgen dat Nederlandse bedrijven                   failliet kunnen gaan hierdoor ontstaat er minder werkgelegenheid


5.4: Binnen de EU

Slide 11 - Diapositive

5.4: Binnen de EU

Slide 12 - Diapositive

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 13 - Quiz

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
Kies welke invloed vrijhandel heeft op de concurrentie binnen de EU.
A
De concurrentie verandert niet door vrijhandel.
B
Er ontstaat meer concurrentie door vrijhandel.
C
Er ontstaat minder concurrentie door vrijhandel.

Slide 14 - Quiz

vrijhandel betekent: vrij verkeer van
A
goederen, diensten, producten en transport
B
goederen, diensten, geld en werk
C
goederen, diensten, personen en kapitaal
D
personen, kapitaal, werk en goederen

Slide 15 - Quiz

Vrijhandel is voordelig voor
A
alle boeren
B
de consument
C
de ministers
D
het openbaar vervoer

Slide 16 - Quiz

Wat is een gevolg van vrijhandel?
A
Concurrentie neemt toe
B
Concurrentie neemt af
C
Er is geen verschil

Slide 17 - Quiz

In de Europese Unie (EU) kun je in alle landen met een Euro betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Vrijhandel betekent dat je
A
Geen belasting hoeft te betalen bij invoer
B
Dat je extra belasting moet betalen bij invoer

Slide 19 - Quiz

Maken en nakijken:
§ 5.4 opdracht 6, 8, 9 ,11 en 12 op blz 22
Doe dit zelfstandig of samen met je buurman/vrouw op fluistertoon.
Kom je er niet ? Vraag het aan mij dan kom ik bij je
5.4: Binnen de EU

Slide 20 - Diapositive