Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
§2 internationale contacten
Slide 1 - Diapositive
start de lessonup op
Zet de code in de chat
Eerste deel zijn mondelingen vragen.
Lesdoelen
Beschrijven wat de invloed van de globalisering is op Nederland, in het bijzonder op de in- en uitvoer.
Beredeneren hoe Nederland op Europese schaal veel contacten heeft dankzij de EU.
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Globalisering?
Globaal = de wereld
Globalisering is het uitwisselen van mensen, spullen, geld en kennis over de hele wereld.
Slide 3 - Diapositive
Uitleggen wat globalisering is
Bedrijven spelen een grote hoofdrol bij globalisering. Dit komt omdat bedrijven altijd opzoek zijn naar landen waar het goedkoper is om producten te laten maken.
Voorbeelden hiervan zijn kleding: vaak wordt dit gemaakt in China omdat de kosten van het maken van kleding hier een stuk goedkoper zijn dan in Nederland.
Invoer van goederen
Als producten een land binnenkomen:
import of invoer.
Slide 4 - Diapositive
Omdat veel bedrijven de fabrieken in het buitenland plaatsen moeten we de producten laten vervoeren naar Nederland . Deze invoer van producten wordt ook wel import genoemd. Dit zijn dus alle producten die in Nederland binnen komen.
Uit welk land importeert het meest? Kun je hierbij ook een voorbeeld noemen van een product
Welke producten importeert Nederland?
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Export van goederen
Als producten het land uitgaan:
Export of uitvoer
Slide 6 - Diapositive
het tegenovergestelde van import is export. Export is een ander woord voor uitvoer. Export betekend alle producten die het land uit gaan en in dit geval Nederland.
Naar welk land exporteert Nederland het meest? noem voorbeelden van export producten
Welke producten exporteert Nederland?
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke invloed heeft globalisering op de in- en uitvoer van Nederland?
timer
1:00
Slide 8 - Diapositive
Wanneer je de in- en uitvoer van Nederland in een grafiek zet krijgt je dit overzicht.
Hieruit kun je aflezen dat Nederland meer exporteert dan importeert. Dus Nederland verkoopt meer producten aan het buitenland dan dat Nederland zelf inkoopt.
Jullie hebben nu geleerd wat globalisering is en wat in- uitvoer betekend. Beantwoord deze vraag nu voor jezelf op papier en dan geef ik zo iemand de beurt. Kijk voor het beantwoorden van de vraag naar de grafiek.
Europese Unie
27 Europese landen die met elkaar samenwerken.
De Europese Unie wil vooral vrede en welvaart
Slide 9 - Diapositive
Globalisering gaat over het toenemen van wereldwijde contacten. De belangrijkste van contacten van Nederland zijn met landen uit de Europese unie
De eu zijn 27 Europese landen die met elkaar samenwerken.
Op het plaatje is te zien wanneer er steeds meer landen bij de europese unie aansloten. In jullie boek staat dat er nog 28 landen in de europese unie zitten maar dit is sinds 2020 veranderd. Wie weet welk land
Europese integratie
Europese integratie:
Ontwikkeling naar meer eenheid in de Europese unie.
Vrij verkeer goederen, mensen en geld.
Geen grenzen
Slide 10 - Diapositive
Europese integratie betekend dat het doel is dat de Europese unie steeds meer een eenheid wordt.
Om dit e bereiken hebben ze een aantal dingen afgesproken. Voorbeelden hiervan zijn: Vrij verkeer goederen, mensen en geld.
Geen grenzen
Gelijke wetten en regels horen bij Europese integratie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
leerling de beurt geven en keuze laten uitleggen
Eurozone
18 landen uit de EU die met de euro betalen.
Waarom vergemakkelijkt de euro de Europese integratie?