Les 1

Winkel hoofdstuk 3
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Winkel hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Detailhandel - OB1
Je hebt  4 minuten de tijd voor:

- je jas op de kapstok
- je KIEM boekop tafel;
- je chromebook op tafel;
- je etui op tafel;
- je telefoon thuis of in de klui
- je kauwgom in de prullenbak;
- op de juiste plek zitten

Oftewel: je zit klaar om de les te starten

Gedragsverwachtingen:
Ik luister naar de uitleg.
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil vragen.
Ik gebruik mijn chromebook op de juiste manier. 
Tijdens het zelfstandig werken ben ik stil.
Ik ruim mijn spullen stil op.

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 3: Schoonmaken
Klas OB1

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Wat weten jullie al over schoonmaken?
- Bekijken hoofdstuk 2 (blz. 55)
- Klassikaal doornemen theorie schoonmaken en vuil in de winkel
- Maken opdracht 1 t/m 8 in boek of op EduHint
- Maken op EduHint:
'waarom schoonmaken'
 - Afsluiting (11.30 uur)

Slide 4 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat schoonmaken is en kan ik verschillende soorten vuil noemen.

Slide 5 - Diapositive

Schoonmaken

Slide 6 - Carte mentale

In een winkel....
A
hoef je nooit schoon te maken
B
maak je alleen schoon als iets zichtbaar vies is
C
maak je schoon om de artikelen heen
D
wordt elke dag schoongemaakt

Slide 7 - Quiz

Wat is derving?
A
Ander woord voor schoonmaken
B
Verlies doordat iets vuil of kapot is
C
Dozen op een rolcontainer
D
Een manier van klanten aanspreken

Slide 8 - Quiz

Onzichtbaar vuil
Zichtbaar vuil
Koffievlek
Dode huidcellen
Prop papier

Slide 9 - Question de remorquage

Droog vuil
Aangekleefd vuil
Koffievlek
Prop papier
Kauwgom

Slide 10 - Question de remorquage

Derving
Als een artikel vies of kapot is, kun je het niet meer verkopen. Ook als het over de datum is of het is niet meer compleet, noem je het derving.

Slide 11 - Diapositive

Vuil
Zichtbaar vuil = alles wat je met het 'blote oog' kunt zien.
Bijvoorbeeld: papiertjes, kruimels, kauwgom etc.

Onzichtbaar vuil = alles wat je niet met het 'blote oog' kunt zien.
Bijvoorbeeld: bacteriën 

Slide 12 - Diapositive

Zichtbaar vuil
Droog vuil = vuil wat je met een bezem of stofzuiger weg kunt halen.
Bijvoorbeeld: kruimels

Aangekleefd vuil = waarvoor je schoonmaakmiddelen of andere hulpmiddelen nodig hebt.
Bijvoorbeeld: vetvlekken

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
- Maak opdracht 1 t/m 8 (blz. 56 t/m 59)
- Maak op Eduhint 'waarom schoonmaken' 


Klaar?
- Korte praktijkopdracht

Slide 14 - Diapositive

Praktijk opdracht
Kies een schoonmaakklus uit
stofzuigen, dweilen, vegen, sopje maken en tafels af nemen

wat kies jij?

Slide 15 - Diapositive

Gebruiksaanwijzingen
kies een fles schoonmaak middel uit
Kijk op het etiket
daar staat informatie op
gebruiksaanweizing

Slide 16 - Diapositive

Schoonmaken is...
A
reclame maken
B
nieuwe voorraad in de winkel zetten
C
het opruimen van de winkel
D
het weghalen van vuil

Slide 17 - Quiz

Waarom schoonmaken in de winkel?

Slide 18 - Question ouverte

Waarom schoonmaken in de winkel?
- Voorkomt onveilige situaties
- Geeft een betere uitstraling
- Voorkomt derving
- Het is hygiënisch

Slide 19 - Diapositive

Noem de twee soorten vuil:

Slide 20 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van droog vuil en van aangekleefd vuil

Slide 21 - Question ouverte

Schoonmaakmateriaal
welk schoonmaak materiaal kun je onder andere gebruiken?

Slide 22 - Diapositive

Tot volgende week!

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

schoonmaak
materiaal

Slide 25 - Carte mentale

10. Waar gebruik je deze schoonmaakmiddelen voor? Sleep het goede antwoord naar het juiste plaatje.  
Glas schoonmaken
Toilet reiniger
Afvoer ontstoppen

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Question de remorquage

Maak hoofdstuk 3.d/3.4
schoonmaken en opruimen
timer
20:00

Slide 28 - Diapositive